ARTIKEL I
De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1, eerste lid, onderdeel d, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- e. windhaag:
-
windhaag op een perceel waarop fruitteelt plaatsvindt, die tevens fungeert als vanggewas
als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel hh, van het Lozingenbesluit Open Teelt
en Veehouderij.
B
In artikel 15 wordt ‘volgens de berekening, opgenomen in bijlage 9, punt 4’ vervangen
door: volgens een nader door de minister vast te stellen berekening.
C
In artikel 15c wordt ‘artikel 26 van verordening 1120/2009’ vervangen door: artikel
26 of artikel 27 van verordening 1120/2009.
D
Na artikel 21b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 21c
-
1. Bij de constatering van de oppervlakte van percelen landbouwgrond worden sloten die
zijn gelegen tussen percelen landbouwgrond en die niet breder zijn dan 4 meter overeenkomstig
door de Europese Commissie aanvaarde meetmethoden gerekend tot de volledig gebruikte
oppervlakte van de desbetreffende percelen, waarbij de breedte van de sloot voor de
helft aan elk van de aan weerskanten van de sloot gelegen percelen wordt toegerekend.
-
2. Bij de constatering van de oppervlakte van percelen landbouwgrond worden sloten die
zijn gelegen in een perceel landbouwgrond en die elk niet breder zijn dan 2 meter
overeenkomstig door de Europese Commissie aanvaarde meetmethoden gerekend tot de volledig
gebruikte oppervlakte van het desbetreffende perceel.
-
3. Bij de constatering van de oppervlakte van percelen landbouwgrond worden windhagen
die zijn gelegen op een perceel landbouwgrond waarop fruitteelt plaatsvindt en die
elk niet breder zijn dan 2 meter overeenkomstig de door de Europese Commissie aanvaarde
meetmethoden gerekend tot de volledig gebruikte oppervlakte van het desbetreffende
perceel.
-
4. De minimumoppervlakte, bedoeld in artikel 13, negende lid, van verordening 1122/2009,
van sloten bedraagt 0,01 hectare.
E
Artikel 55, zoals dat komt te luiden bij inwerkingtreding van Artikel I, onderdeel
H, van de regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
van 1 maart 2012, nr. 258509, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun
2006 (Stcrt. 2012, nr. 4602), wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tiende lid wordt ‘sloten als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van verordening
1122/2009’ vervangen door: sloten of windhagen als bedoeld in artikel 34, tweede lid,
van verordening 1122/2009.
2. Het dertiende lid komt te luiden:
3. Het veertiende lid vervalt.
F
Na artikel 55e, zoals dat komt te luiden bij inwerkingtreding van Artikel I, onderdeel
J, van de regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
van 1 maart 2012, nr. 258509, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun
2006 (Stcrt. 2012, nr. 4602), wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 55f
-
1. Landbouwers die vragen om toepassing van artikel 15b of artikel 15c, verstrekken
de benodigde informatie uiterlijk op 15 mei 2012 op een daartoe door DR vastgesteld
formulier.
-
2. Landbouwers die vragen om toepassing van artikel 15b, verstrekken daarbij ten genoegen
van de minister de benodigde informatie ten behoeve van de vaststelling van het relevante
jaar of de relevante jaren.
-
3. Landbouwers die vragen om toepassing van artikel 15c, verstrekken daarbij de gegevens
als bedoeld in artikel 26, tweede en derde lid, van verordening 1120/2009, respectievelijk
de gegevens als bedoeld in artikel 27, tweede en derde lid, van verordening 1120/2009.
-
4. Met expliciete toestemming van de verkoper mag een koper het verzoek en de gegevens,
bedoeld in artikel 26, derde lid, van verordening 1120/2009, indienen op een daartoe
door DR vastgesteld formulier.
H
Onderdeel 9 van bijlage 1 komt te luiden:
9. Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009 van 21 oktober 2009, artikel 55)
|
9.1
|
Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009)
|
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
|
Artikel 20, eerste en derde lid
|
Het verbod om een niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken, voorhanden
of in voorraad te hebben.
|
Gezondheid
|
9.2
|
Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009)
|
Verordening (EG) 1107/2009
|
Artikel 55
|
De verplichting om gewasbeschermingsmiddelen op juiste wijze, volgens de goede gewasbeschermingspraktijken
en de gebruiksvoorschriften te gebruiken.
|
Gezondheid
|
9.3
|
Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009)
|
Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden
|
Artikel 26, eerste en tweede lid
|
De verplichting om te beschikken over een gewasbeschermingsplan en de voorschriften
met betrekking tot goede gewasbeschermingspraktijken en geïntegreerde bestrijding
toe te passen. Deze verplichting geldt niet voor biologische landbouwers
|
Gezondheid
|
I
Bijlage 6 komt te luiden:
BIJLAGE 6: DIERVRIENDELIJK PRODUCEREN, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 38J, VIJFDE LID
|
Sector
|
Dierenwelzijnsstandaard
|
Maximaal in aanmerking komende kosten/bedrijf
|
1.
|
Vleeskuikens
|
Bovenwettelijk
|
€ 5.000
|
2.
|
Vleeskuikens
|
Uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 10.000
|
3.
|
Leghennen
|
Bovenwettelijk
|
€ 5.000
|
4.
|
Leghennen
|
Uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 10.000
|
5.
|
Leghennen
|
Zeer omvangrijk uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 20.000
|
6.
|
Vleeskalveren voor witvlees
|
Bovenwettelijk
|
€ 5.000
|
7.
|
Vleeskalveren voor witvlees
|
Uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 10.000
|
8.
|
Vleeskalveren voor rosévlees
|
Bovenwettelijk
|
€ 5.000
|
9,
|
Vleeskalveren voor rosévlees
|
Uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 10.000
|
10.
|
Vleesrunderen
|
Bovenwettelijk
|
€ 1.500
|
11.
|
Vleesrunderen
|
Uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 1.500
|
12.
|
Varkens
|
Bovenwettelijk
|
€ 5.000
|
13.
|
Varkens
|
Uitgebreid bovenwettelijk
|
€ 2.000
|
J
Punt 4 van Bijlage 9 vervalt.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking op 1 april 2012, met uitzondering van Artikel I, onderdeel
J, dat terugwerkt tot en met 25 november 2011.
TOELICHTING
§ 1. Wijzigingen
Deze regeling wijzigt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De wijzigingen betreffen:
-
– de opname van windhagen in de steunwaardige oppervlakte van fruitpercelen;
-
– een wijziging van enkele procedures voor het verhogen van de bedrijfstoeslag in 2012
vanwege de ontkoppeling;
-
– een uitbreiding van de subsidiabele niveaus met het niveau uitgebreid bovenwettelijk
voor de sector vleesrunderen en een verlaging van het forfaitaire steunbedrag voor
het niveau bovenwettelijk voor de sector vleesrunderen in de maatregel Diervriendelijk
produceren;
-
– een wijziging van de verwijzingen naar de bepalingen van de Wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden in onderdeel 9 van bijlage 1 (de beheerseisen).
In de navolgende paragrafen worden deze wijzigingen nader toegelicht.
§ 2. Windhagen
Op grond van artikel 34, tweede lid, tweede alinea, van verordening (EG) nr. 1122/2009
kunnen bepaalde elementen worden beschouwd als onderdeel van de oppervlakte van het
landbouwperceel, op voorwaarde dat zij niet meer dan 2 meter breed zijn. Op grond
van deze bepaling kunnen landbouwers hun windhagen vanaf 1 januari 2012 meetellen
bij een voor areaalsteun in aanmerking komend deel van het fruitperceel. Windhagen
maken van oudsher deel uit van de goede landbouwmethoden voor de fruitteelt, aangezien:
-
• windhagen de verwaaiing (drift) van bestrijdingsmiddelen voorkomen,
-
• windhagen voorkomen dat er schade ontstaat in het oppervlaktewater of op naastliggende
percelen als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,
-
• windhagen belangrijk zijn voor de beschutting van fruitbomen waardoor de opbrengst
verbetert, en
-
• windhagen géén beschermde houtopstanden zijn; hun functie is volledig ondergeschikt
aan de fruitteelt. Gelijktijdig met de aanplanting van fruitbomen worden de windhagen
geplant en na beëindiging van de fruitteelt op het perceel verwijderd.
Om wetstechnische redenen wordt artikel 66 ingetrokken en regelt het nieuwe artikel
21c de maximale omvang van de uitbreiding van het landbouwperceel met sloten en windhagen.
Op grond van deze wijziging kunnen landbouwers het oppervlak van fruitpercelen uitbreiden
met het oppervlak van sloten en windhagen, behorende tot het oppervlak van een fruitperceel,
met een afzonderlijk maximum van 2 meter breedte voor elk type element. De sloot en
de windhaag op het fruitperceel mogen naast elkaar liggen. Op grond van het nieuwe
artikel 55, dertiende lid, kunnen landbouwers door middel van de verzamelaanvraag
verzoeken om het steunwaardige oppervlak van een fruitperceel uit te breiden met het
oppervlak van daarop of daaromheen gelegen nieuwe windhagen. Voor de uitbreiding van
landbouwpercelen met het oppervlak van sloten verandert er verder niets. Aangezien
de landbouwer zijn steunwaardige landbouwpercelen pas na 1 april 2012 hoeft te identificeren
op de verzamelaanvraag, is het niet nodig om terugwerkende kracht te verlenen aan
deze wijzigingen. De administratieve lasten van het identificeren van de windhagen
zijn nihil (Artikel I, onderdelen A, D, F, punt 1, en I).
§ 3. Ontkoppeling
Er vinden wijzigingen plaats in enkele procedures voor het verhogen van de bedrijfstoeslag
in 2012 vanwege de ontkoppelde steun voor de productie en verwerking van zetmeelaardappelen,
de productie van zaaizaad van vezelvlas, de verwerking van vezelvlas of hennep en
voor de verwerking van gedroogde voedergewassen.
De aanpassing van artikel 55, dertiende lid, leidt ertoe dat landbouwers die op 15
mei 2012 in het bezit zijn van toeslagrechten, niet bij de minister kenbaar hoeven
te maken dat zij in aanmerking wensen te komen voor meer bedrijfstoeslag. De minister
verhoogt ambtshalve de waarde van de toeslagrechten die zij op 15 mei 2012 in eigendom
hebben, met dien verstande dat de minister ambtshalve nieuwe toeslagrechten toewijst
indien de waarde van een toeslagrecht hoger zou worden dan € 5.000. Gelet op de gemiddelde
waarde van toeslagrechten en de gemiddelde perceelsoppervlakten van akkerbouwbedrijven
is het onwaarschijnlijk dat er landbouwbedrijven zijn die in de omstandigheid verkeren
dat zij kunnen vragen om toewijzing van toeslagrechten op grond van artikel 64, tweede
lid, vijfde alinea, van verordening (EG) nr. 73/2009. Ingevolge deze bepaling kan
de minister nieuwe speciale toeslagrechten toekennen aan landbouwers die over geen
of onvoldoende subsidiabele hectaren beschikken om al hun aanspraken op bedrijfstoeslag
te verzilveren en die alleen beschikken over gehuurde toeslagrechten. Nieuwe speciale
toeslagrechten zijn te verzilveren zonder aangifte van subsidiabele hectaren landbouwgrond.
Op grond van artikel 30, van verordening (EG) nr. 73/2009, controleert de minister
of er geen onregelmatigheden ten grondslag liggen aan de toedeling van een zeer hoge
bedrijfstoeslag, of de toedeling van nieuwe speciale toeslagrechten, waardoor er nog
maar marginale landbouwactiviteiten verricht worden om toch een zeer hoge bedrijfstoeslag
te ontvangen.
Landbouwers die op 15 mei 2012 nog geen toeslagrechten in eigendom hebben, vragen
door middel van een in te dienen verzamelaanvraag om meer bedrijfstoeslag (artikel
55, dertiende lid).
Met de aanpassing van artikel 15c is geregeld dat landbouwers hun aanspraken op toe
te wijzen bedrijfstoeslag ook kunnen verhuren. Landbouwers die vanwege overmacht een
beroep willen doen op de alternatieve toewijzing van toeslagrechten en landbouwers
die vanwege verhuur of overdracht van een landbouwonderneming het recht op verhoging
van de waarde van hun bedrijfstoeslag willen overdragen aan de nieuwe eigenaar of
huurder, maken dit kenbaar door middel van een door Dienst Regelingen vastgesteld
formulier. De landbouwer verstrekt de onderscheiden informatie uiterlijk op 15 mei
2012 aan DR (artikel 55f). Aanvragen die na deze datum zijn toegestuurd, zijn niet-ontvankelijk
en in dat geval blijft de aanspraak op toeslagrechten toekomen aan de beoogde verkoper
of verhuurder, voor zover deze nog steeds een actieve landbouwer is. Indien de beoogde
verkoper of verhuurder geen actieve landbouwer meer is, vervalt de aanspraak op bedrijfstoeslag
ten gunste van de nationale reserve. Landbouwers die aanspraken op bedrijfstoeslag
als gevolg van de ontkoppeling hebben verhandeld, vermelden onder andere de relevante
productie-eenheden bij de desbetreffende aanvraag tot toekenning van bedrijfstoeslag.
Verkoopcontracten in de zetmeelaardappelsector bevatten om die reden de tussen dezelfde
verkoper en dezelfde koper over te dragen productieaandelen in de verwerkingsfabriek.
Te laat ingediende aanvragen tot uitbetaling van toeslagrechten leiden tot een verlaging
van de betaling van bedrijfstoeslag. Aanvragen die meer dan 25 kalenderdagen te laat
zijn ingediend, leiden niet tot de toewijzing van nieuwe toeslagrechten waardoor de
aanspraak op toekomstige bedrijfstoeslag in zijn geheel verdwijnt (artikel 24 van
verordening (EG) nr. 1122/2009).
Op verzoek van de sectororganisaties wordt de berekening voor de integratie in de
bedrijfstoeslag van de gekoppelde steun voor de verwerking van gedroogde voedergewassen
later vastgesteld (artikel 15). De aanspraken van landbouwers worden gerelateerd aan
de totale hoeveelheid gedroogde voedergewassen die uit de levering van de landbouwer
is voortgekomen. Het Hoofdproductschap Akkerbouw en de drogerijen inventariseren deze
gegevens, zodat de minister de exacte berekening op een later moment kan publiceren.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de berekende administratieve lasten van de
ontkoppeling1 (Artikel I, onderdelen C, F, punt 2 en 3, H en L).
§ 4. Overige wijzigingen
De wijziging van bijlage 6, behorend bij de maatregel Diervriendelijk produceren,
betreft een uitbreiding van de subsidiabele niveaus met het niveau uitgebreid bovenwettelijk
voor de sector vleesrunderen. Hiernaast is het forfaitaire steunbedrag voor het niveau
bovenwettelijk voor de sector vleesrunderen naar beneden bijgesteld op basis van een
nieuwe berekening van de omschakelingskosten door de WUR-LR.
De wijziging van onderdeel 9 van bijlage 1 betreft een wetgevingstechnische wijziging.
Op 26 november 2011 is de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden gewijzigd in verband
met de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en intrekking van de Richtlijnen
79/119/EEG en 91/414/EEG. De verwijzingen naar de Wet gewasbeschermingsmiddelen en
biociden en naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 zijn hierop in de bijlage 1 aangepast.
§ 5. Administratieve lasten
De administratieve lasten worden niet verhoogd met de voorgestelde wijzigingen.
§ 6. Vaste Verandermoment
Deze regeling treedt in werking per 1 april 2012. De publicatie is daarmee te laat
om in overeenstemming te zijn met de uitgangspunten van de vaste verandermomenten
voor regelgeving. Gelet op het belang van de wijzigingen voor het bedrijfsleven en
de naderende datum voor de landbouwtelling en gecombineerde opgave per 1 april is
er echter voor gekozen om de regeling thans te publiceren en in werking te laten treden
op de hiervoor genoemde datum in plaats van uitstel van publicatie en inwerkingtreding
tot aan het volgende vaste verandermoment (publicatie 1 mei 2012 en inwerkingtreding
1 juli 2012).
De wijziging van onderdeel 9 van bijlage 1 werkt terug tot en met 25 november. De
terugwerkende kracht is geoorloofd nu de wijzigingen slechts een technisch karakter
hebben en derhalve geen inbreuk maken op aanspraken van landbouwers die voor de GLB-subsidies
in aanmerking komen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.