Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 27 maart 2012, nr. 263549, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op:

  • verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);

  • verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel lll van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU L 316);

  • verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU L 316);

  • de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1, eerste lid, onderdeel d, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. windhaag:

windhaag op een perceel waarop fruitteelt plaatsvindt, die tevens fungeert als vanggewas als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel hh, van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij.

B

In artikel 15 wordt ‘volgens de berekening, opgenomen in bijlage 9, punt 4’ vervangen door: volgens een nader door de minister vast te stellen berekening.

C

In artikel 15c wordt ‘artikel 26 van verordening 1120/2009’ vervangen door: artikel 26 of artikel 27 van verordening 1120/2009.

D

Na artikel 21b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21c

  • 1. Bij de constatering van de oppervlakte van percelen landbouwgrond worden sloten die zijn gelegen tussen percelen landbouwgrond en die niet breder zijn dan 4 meter overeenkomstig door de Europese Commissie aanvaarde meetmethoden gerekend tot de volledig gebruikte oppervlakte van de desbetreffende percelen, waarbij de breedte van de sloot voor de helft aan elk van de aan weerskanten van de sloot gelegen percelen wordt toegerekend.

  • 2. Bij de constatering van de oppervlakte van percelen landbouwgrond worden sloten die zijn gelegen in een perceel landbouwgrond en die elk niet breder zijn dan 2 meter overeenkomstig door de Europese Commissie aanvaarde meetmethoden gerekend tot de volledig gebruikte oppervlakte van het desbetreffende perceel.

  • 3. Bij de constatering van de oppervlakte van percelen landbouwgrond worden windhagen die zijn gelegen op een perceel landbouwgrond waarop fruitteelt plaatsvindt en die elk niet breder zijn dan 2 meter overeenkomstig de door de Europese Commissie aanvaarde meetmethoden gerekend tot de volledig gebruikte oppervlakte van het desbetreffende perceel.

  • 4. De minimumoppervlakte, bedoeld in artikel 13, negende lid, van verordening 1122/2009, van sloten bedraagt 0,01 hectare.

E

Artikel 55, zoals dat komt te luiden bij inwerkingtreding van Artikel I, onderdeel H, van de regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 1 maart 2012, nr. 258509, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 (Stcrt. 2012, nr. 4602), wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tiende lid wordt ‘sloten als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van verordening 1122/2009’ vervangen door: sloten of windhagen als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van verordening 1122/2009.

2. Het dertiende lid komt te luiden:

  • 13. Landbouwers die geen toeslagrechten in eigendom hebben op 15 mei 2012 vragen om toepassing van de artikelen 12 tot en met 15, door het indienen van de verzamelaanvraag waarin zij tevens verzoeken om de uitbetaling van bedrijfstoeslag.

3. Het veertiende lid vervalt.

F

Na artikel 55e, zoals dat komt te luiden bij inwerkingtreding van Artikel I, onderdeel J, van de regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 1 maart 2012, nr. 258509, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 (Stcrt. 2012, nr. 4602), wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 55f

  • 1. Landbouwers die vragen om toepassing van artikel 15b of artikel 15c, verstrekken de benodigde informatie uiterlijk op 15 mei 2012 op een daartoe door DR vastgesteld formulier.

  • 2. Landbouwers die vragen om toepassing van artikel 15b, verstrekken daarbij ten genoegen van de minister de benodigde informatie ten behoeve van de vaststelling van het relevante jaar of de relevante jaren.

  • 3. Landbouwers die vragen om toepassing van artikel 15c, verstrekken daarbij de gegevens als bedoeld in artikel 26, tweede en derde lid, van verordening 1120/2009, respectievelijk de gegevens als bedoeld in artikel 27, tweede en derde lid, van verordening 1120/2009.

  • 4. Met expliciete toestemming van de verkoper mag een koper het verzoek en de gegevens, bedoeld in artikel 26, derde lid, van verordening 1120/2009, indienen op een daartoe door DR vastgesteld formulier.

G

Artikel 66 vervalt.

H

Onderdeel 9 van bijlage 1 komt te luiden:

9. Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009 van 21 oktober 2009, artikel 55)

9.1

Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009)

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Artikel 20, eerste en derde lid

Het verbod om een niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken, voorhanden of in voorraad te hebben.

Gezondheid

9.2

Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009)

Verordening (EG) 1107/2009

Artikel 55

De verplichting om gewasbeschermingsmiddelen op juiste wijze, volgens de goede gewasbeschermingspraktijken en de gebruiksvoorschriften te gebruiken.

Gezondheid

9.3

Gewasbescherming (Verordening (EG) 1107/2009)

Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Artikel 26, eerste en tweede lid

De verplichting om te beschikken over een gewasbeschermingsplan en de voorschriften met betrekking tot goede gewasbeschermingspraktijken en geïntegreerde bestrijding toe te passen. Deze verplichting geldt niet voor biologische landbouwers

Gezondheid

I

Bijlage 6 komt te luiden:

BIJLAGE 6: DIERVRIENDELIJK PRODUCEREN, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 38J, VIJFDE LID

 

Sector

Dierenwelzijnsstandaard

Maximaal in aanmerking komende kosten/bedrijf

1.

Vleeskuikens

Bovenwettelijk

€ 5.000

2.

Vleeskuikens

Uitgebreid bovenwettelijk

€ 10.000

3.

Leghennen

Bovenwettelijk

€ 5.000

4.

Leghennen

Uitgebreid bovenwettelijk

€ 10.000

5.

Leghennen

Zeer omvangrijk uitgebreid bovenwettelijk

€ 20.000

6.

Vleeskalveren voor witvlees

Bovenwettelijk

€ 5.000

7.

Vleeskalveren voor witvlees

Uitgebreid bovenwettelijk

€ 10.000

8.

Vleeskalveren voor rosévlees

Bovenwettelijk

€ 5.000

9,

Vleeskalveren voor rosévlees

Uitgebreid bovenwettelijk

€ 10.000

10.

Vleesrunderen

Bovenwettelijk

€ 1.500

11.

Vleesrunderen

Uitgebreid bovenwettelijk

€ 1.500

12.

Varkens

Bovenwettelijk

€ 5.000

13.

Varkens

Uitgebreid bovenwettelijk

€ 2.000

J

Punt 4 van Bijlage 9 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2012, met uitzondering van Artikel I, onderdeel J, dat terugwerkt tot en met 25 november 2011.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

TOELICHTING

§ 1. Wijzigingen

Deze regeling wijzigt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De wijzigingen betreffen:

  • de opname van windhagen in de steunwaardige oppervlakte van fruitpercelen;

  • een wijziging van enkele procedures voor het verhogen van de bedrijfstoeslag in 2012 vanwege de ontkoppeling;

  • een uitbreiding van de subsidiabele niveaus met het niveau uitgebreid bovenwettelijk voor de sector vleesrunderen en een verlaging van het forfaitaire steunbedrag voor het niveau bovenwettelijk voor de sector vleesrunderen in de maatregel Diervriendelijk produceren;

  • een wijziging van de verwijzingen naar de bepalingen van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in onderdeel 9 van bijlage 1 (de beheerseisen).

In de navolgende paragrafen worden deze wijzigingen nader toegelicht.

§ 2. Windhagen

Op grond van artikel 34, tweede lid, tweede alinea, van verordening (EG) nr. 1122/2009 kunnen bepaalde elementen worden beschouwd als onderdeel van de oppervlakte van het landbouwperceel, op voorwaarde dat zij niet meer dan 2 meter breed zijn. Op grond van deze bepaling kunnen landbouwers hun windhagen vanaf 1 januari 2012 meetellen bij een voor areaalsteun in aanmerking komend deel van het fruitperceel. Windhagen maken van oudsher deel uit van de goede landbouwmethoden voor de fruitteelt, aangezien:

  • windhagen de verwaaiing (drift) van bestrijdingsmiddelen voorkomen,

  • windhagen voorkomen dat er schade ontstaat in het oppervlaktewater of op naastliggende percelen als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,

  • windhagen belangrijk zijn voor de beschutting van fruitbomen waardoor de opbrengst verbetert, en

  • windhagen géén beschermde houtopstanden zijn; hun functie is volledig ondergeschikt aan de fruitteelt. Gelijktijdig met de aanplanting van fruitbomen worden de windhagen geplant en na beëindiging van de fruitteelt op het perceel verwijderd.

Om wetstechnische redenen wordt artikel 66 ingetrokken en regelt het nieuwe artikel 21c de maximale omvang van de uitbreiding van het landbouwperceel met sloten en windhagen. Op grond van deze wijziging kunnen landbouwers het oppervlak van fruitpercelen uitbreiden met het oppervlak van sloten en windhagen, behorende tot het oppervlak van een fruitperceel, met een afzonderlijk maximum van 2 meter breedte voor elk type element. De sloot en de windhaag op het fruitperceel mogen naast elkaar liggen. Op grond van het nieuwe artikel 55, dertiende lid, kunnen landbouwers door middel van de verzamelaanvraag verzoeken om het steunwaardige oppervlak van een fruitperceel uit te breiden met het oppervlak van daarop of daaromheen gelegen nieuwe windhagen. Voor de uitbreiding van landbouwpercelen met het oppervlak van sloten verandert er verder niets. Aangezien de landbouwer zijn steunwaardige landbouwpercelen pas na 1 april 2012 hoeft te identificeren op de verzamelaanvraag, is het niet nodig om terugwerkende kracht te verlenen aan deze wijzigingen. De administratieve lasten van het identificeren van de windhagen zijn nihil (Artikel I, onderdelen A, D, F, punt 1, en I).

§ 3. Ontkoppeling

Er vinden wijzigingen plaats in enkele procedures voor het verhogen van de bedrijfstoeslag in 2012 vanwege de ontkoppelde steun voor de productie en verwerking van zetmeelaardappelen, de productie van zaaizaad van vezelvlas, de verwerking van vezelvlas of hennep en voor de verwerking van gedroogde voedergewassen.

De aanpassing van artikel 55, dertiende lid, leidt ertoe dat landbouwers die op 15 mei 2012 in het bezit zijn van toeslagrechten, niet bij de minister kenbaar hoeven te maken dat zij in aanmerking wensen te komen voor meer bedrijfstoeslag. De minister verhoogt ambtshalve de waarde van de toeslagrechten die zij op 15 mei 2012 in eigendom hebben, met dien verstande dat de minister ambtshalve nieuwe toeslagrechten toewijst indien de waarde van een toeslagrecht hoger zou worden dan € 5.000. Gelet op de gemiddelde waarde van toeslagrechten en de gemiddelde perceelsoppervlakten van akkerbouwbedrijven is het onwaarschijnlijk dat er landbouwbedrijven zijn die in de omstandigheid verkeren dat zij kunnen vragen om toewijzing van toeslagrechten op grond van artikel 64, tweede lid, vijfde alinea, van verordening (EG) nr. 73/2009. Ingevolge deze bepaling kan de minister nieuwe speciale toeslagrechten toekennen aan landbouwers die over geen of onvoldoende subsidiabele hectaren beschikken om al hun aanspraken op bedrijfstoeslag te verzilveren en die alleen beschikken over gehuurde toeslagrechten. Nieuwe speciale toeslagrechten zijn te verzilveren zonder aangifte van subsidiabele hectaren landbouwgrond. Op grond van artikel 30, van verordening (EG) nr. 73/2009, controleert de minister of er geen onregelmatigheden ten grondslag liggen aan de toedeling van een zeer hoge bedrijfstoeslag, of de toedeling van nieuwe speciale toeslagrechten, waardoor er nog maar marginale landbouwactiviteiten verricht worden om toch een zeer hoge bedrijfstoeslag te ontvangen.

Landbouwers die op 15 mei 2012 nog geen toeslagrechten in eigendom hebben, vragen door middel van een in te dienen verzamelaanvraag om meer bedrijfstoeslag (artikel 55, dertiende lid).

Met de aanpassing van artikel 15c is geregeld dat landbouwers hun aanspraken op toe te wijzen bedrijfstoeslag ook kunnen verhuren. Landbouwers die vanwege overmacht een beroep willen doen op de alternatieve toewijzing van toeslagrechten en landbouwers die vanwege verhuur of overdracht van een landbouwonderneming het recht op verhoging van de waarde van hun bedrijfstoeslag willen overdragen aan de nieuwe eigenaar of huurder, maken dit kenbaar door middel van een door Dienst Regelingen vastgesteld formulier. De landbouwer verstrekt de onderscheiden informatie uiterlijk op 15 mei 2012 aan DR (artikel 55f). Aanvragen die na deze datum zijn toegestuurd, zijn niet-ontvankelijk en in dat geval blijft de aanspraak op toeslagrechten toekomen aan de beoogde verkoper of verhuurder, voor zover deze nog steeds een actieve landbouwer is. Indien de beoogde verkoper of verhuurder geen actieve landbouwer meer is, vervalt de aanspraak op bedrijfstoeslag ten gunste van de nationale reserve. Landbouwers die aanspraken op bedrijfstoeslag als gevolg van de ontkoppeling hebben verhandeld, vermelden onder andere de relevante productie-eenheden bij de desbetreffende aanvraag tot toekenning van bedrijfstoeslag. Verkoopcontracten in de zetmeelaardappelsector bevatten om die reden de tussen dezelfde verkoper en dezelfde koper over te dragen productieaandelen in de verwerkingsfabriek.

Te laat ingediende aanvragen tot uitbetaling van toeslagrechten leiden tot een verlaging van de betaling van bedrijfstoeslag. Aanvragen die meer dan 25 kalenderdagen te laat zijn ingediend, leiden niet tot de toewijzing van nieuwe toeslagrechten waardoor de aanspraak op toekomstige bedrijfstoeslag in zijn geheel verdwijnt (artikel 24 van verordening (EG) nr. 1122/2009).

Op verzoek van de sectororganisaties wordt de berekening voor de integratie in de bedrijfstoeslag van de gekoppelde steun voor de verwerking van gedroogde voedergewassen later vastgesteld (artikel 15). De aanspraken van landbouwers worden gerelateerd aan de totale hoeveelheid gedroogde voedergewassen die uit de levering van de landbouwer is voortgekomen. Het Hoofdproductschap Akkerbouw en de drogerijen inventariseren deze gegevens, zodat de minister de exacte berekening op een later moment kan publiceren. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de berekende administratieve lasten van de ontkoppeling1 (Artikel I, onderdelen C, F, punt 2 en 3, H en L).

§ 4. Overige wijzigingen

De wijziging van bijlage 6, behorend bij de maatregel Diervriendelijk produceren, betreft een uitbreiding van de subsidiabele niveaus met het niveau uitgebreid bovenwettelijk voor de sector vleesrunderen. Hiernaast is het forfaitaire steunbedrag voor het niveau bovenwettelijk voor de sector vleesrunderen naar beneden bijgesteld op basis van een nieuwe berekening van de omschakelingskosten door de WUR-LR.

De wijziging van onderdeel 9 van bijlage 1 betreft een wetgevingstechnische wijziging. Op 26 november 2011 is de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden gewijzigd in verband met de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en intrekking van de Richtlijnen 79/119/EEG en 91/414/EEG. De verwijzingen naar de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 zijn hierop in de bijlage 1 aangepast.

§ 5. Administratieve lasten

De administratieve lasten worden niet verhoogd met de voorgestelde wijzigingen.

§ 6. Vaste Verandermoment

Deze regeling treedt in werking per 1 april 2012. De publicatie is daarmee te laat om in overeenstemming te zijn met de uitgangspunten van de vaste verandermomenten voor regelgeving. Gelet op het belang van de wijzigingen voor het bedrijfsleven en de naderende datum voor de landbouwtelling en gecombineerde opgave per 1 april is er echter voor gekozen om de regeling thans te publiceren en in werking te laten treden op de hiervoor genoemde datum in plaats van uitstel van publicatie en inwerkingtreding tot aan het volgende vaste verandermoment (publicatie 1 mei 2012 en inwerkingtreding 1 juli 2012).

De wijziging van onderdeel 9 van bijlage 1 werkt terug tot en met 25 november. De terugwerkende kracht is geoorloofd nu de wijzigingen slechts een technisch karakter hebben en derhalve geen inbreuk maken op aanspraken van landbouwers die voor de GLB-subsidies in aanmerking komen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven