De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies en de Regeling OCW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling experimenten prestatiebeloning onderwijs wordt als volgt gewijzigd.
A
In onderdeel a van het vijfde lid van artikel 5 wordt de zinsnede ‘geldt de datum
van een tijdige aanvulling als datum ontvangst van de subsidieaanvraag’ vervangen
door: dient deze aanvulling uiterlijk op 15 mei van het betreffende jaar door DUO
te zijn ontvangen.
B
Het vierde lid van artikel 8 komt als volgt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 maart 2012. Indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 maart 2012, treedt zij
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 31 maart 2012.
TOELICHTING
De Regeling experimenten prestatiebeloning onderwijs is gepubliceerd op 16 november
2011. In de eerste maanden na publicatie is veel tijd gestoken in het bekendmaken
van de regeling en het benaderen van schoolbesturen voor eventuele deelname aan een
experiment. In de praktijk bleek de periode voor het daadwerkelijk opstellen van een
experimentplan in een aantal gevallen te kort te zijn. Besloten is om schoolbesturen
die te weinig voorbereidingstijd bleken te hebben tegemoet te komen door de indieningtermijn
van 1 april met 6 weken te verlengen en te wijzigen in 15 mei. Er is uitvoeringstechnisch
geen bezwaar om deze wijziging ook te laten gelden voor de opvolgende experimenteerperioden.
Uit de Regeling experimenten prestatiebeloning onderwijs bleek niet duidelijk te worden
op basis waarvan de jaarlijkse kosten voor de betrokken onderzoekers wordt vergoed.
De kosten worden op basis van de begroting in het experimentplan jaarlijks vergoed
en maken onderdeel uit van de beschikking die het schoolbestuur ontvangt wanneer er
sprake is van een goedgekeurd experimentplan. Het moet daarbij uiteraard wel gaan
om kosten waarvan mag worden aangenomen dat het om redelijke kosten gaat die naar
algemene maatstaven bezien voor vergoeding in aanmerking komen.
Voorts wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt om ten aanzien van het artikelgewijze
deel van toelichting van Regeling experimenten prestatiebeloning onderwijs, zoals
gepubliceerd in Stcrt. 2011, 21446 van 30 november 2011, enige verbeteringen en aanpassingen aan te brengen.
De eerste alinea bij de toelichting bij artikel 7 dient als volgt te worden gelezen:
Voor de experimenteerperiode 2012–2015 is in totaal 150 miljoen beschikbaar. Dit bedrag
omvat naast de beloningskosten, uitvoeringskosten voor de schoolbesturen en de bekostiging
van de begeleidende onderzoeker (144 miljoen) ook globale uitvoeringskosten zoals
de inhuur door OCW van het CAOP, de wetenschappelijke begeleidingscommissie, de uitvoeringskosten
die DUO maakt en eventueel aanvullend onderzoek (6 miljoen).
De tekst onder het kopje Wetenschappelijke begeleiding in de toelichting bij artikel 8 dient als volgt te worden gelezen:
Wetenschappelijke begeleiding
-
– De vergoedingen voor de wetenschappelijke begeleiding worden door OCW op basis van
de begroting in het experimentplan vastgesteld betaald aan het bevoegd gezag. Het
bevoegd gezag verzorgt de betaling van de onderzoeker prestatiebeloning.
-
– Een samenwerkingsovereenkomst beschrijft de wederzijdse verwachtingen tussen bevoegd
gezag en de onderzoeker prestatiebeloning. Hiertoe stelt CAOP een standaard model
ter beschikking.
In de toelichting bij artikel 10 moet de passage die luidt: De inhuur van onderzoekers voor de effectmeting is niet nodig: het ministerie van
OCW zorgt gedurende de hele looptijd van het experiment voor de inzet van onderzoekers
in verband met de effectmeting. Deze inzet wordt gecoördineerd door het CAOP en in
overleg met de aanvrager zal worden bekeken of gebruik gemaakt kan worden van een,
voor de aanvrager bekende onderzoeker of dat het CAOP een onderzoeker naar voren schuift. worden gelezen als:
Scholen zijn vrij in de keuze van de onderzoeker prestatiebeloning. Als service is
bij het CAOP op te vragen wie voor het betreffende bevoegd gezag het meest in aanmerking
komt. Het CAOP kan vervolgens bemiddelen bij het inschakelen.
Indien de school daarnaast extra ondersteuning wil inhuren in de vorm van derden (situatie
bedoeld in het tweede lid) dan komen deze kosten alleen voor vergoeding in aanmerking
als dit is afgestemd met het CAOP.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
H. Zijlstra.