De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 4.4, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, 4, zesde en
zevende lid, 5, vierde en vijfde lid, en 11 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen,
20, tweede lid, van richtlijn nr. 89/106/EEG van de Raad van de Europese Unie, 3.63
van het Bouwbesluit 2012 en 110g van de Wet geluidhinder;
Besluit:
HOOFDSTUK 1 MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Artikel 1
In artikel 1, onder b, van het Besluit instelling Overlegplatform Bouwregelgeving
wordt ‘Bouwbesluit 2003’ vervangen door: Bouwbesluit 2012.
HOOFDSTUK 2 MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU
Artikel 1
In de artikelen 3 en 5 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen wordt ‘Bouwbesluit
2003’ vervangen door: Bouwbesluit 2012.
Artikel 2
In artikel 1 van de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening
wordt in de definitie van erkende kwaliteitsverklaring ‘artikel 1.6 van het Bouwbesluit
2003’ vervangen door: artikel 1.8 van het Bouwbesluit 2012.
Artikel 3
De regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 25 november 2011, nr. IENM/BSK-2011/157723,
houdende wijziging van de Regeling omgevingsrecht (Stcrt. 2011, 21436), wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 1.1 wordt in de omschrijving van het begrip gebruiksoppervlakte ‘2003’ vervangen door: 2012.
B
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 2.2, zesde lid, aanhef, ‘een bouwveiligheidsplan
met de volgende onderdelen’ vervangen door: gegevens en bescheiden over veiligheid
en het voorkomen van hinder tijdens het bouwen, met de volgende onderdelen.
C
Artikel I, onderdeel H, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt ‘de artikelen 7.11 en 7.12’ vervangen door: de artikelen 7.13
en 7.14.
2. In onderdeel 2 wordt ‘artikel 6.26’ vervangen door: artikel 7.3, en wordt ‘vijfde
lid’ vervangen door: zesde lid.
D
Artikel II komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip bedoeld in artikel 9.4, eerste lid,
van het Bouwbesluit 2012.
Artikel 4
Het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 3.6, onderdeel c, wordt ‘artikel 3.2 van het Bouwbesluit 2003’ vervangen
door: de artikelen 3.2 en 3.3 van het Bouwbesluit 2012.
2. In artikel 5.1 wordt ‘Bouwbesluit 2003’ vervangen door: Bouwbesluit 2012.
HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 1
-
1. Deze regeling treedt, met uitzondering van hoofdstuk 3, artikel 3, in werking op
het tijdstip, bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012.
-
2. Hoofdstuk 3, artikel 3, van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag
voorafgaand aan het tijdstip, bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit
2012.
Artikel 2
Deze regeling wordt aangehaald als Aanpassingsregeling Bouwbesluit 2012
's-Gravenhage, 27 maart 2012
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.W.E. Spies.
TOELICHTING
I Algemeen
In verschillende ministeriële regelingen wordt verwezen naar het Bouwbesluit 2003,
de Regeling Bouwbesluit 2003 en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken. Naar verwachting
worden per 1 april 2012 het Bouwbesluit 2003, de Regeling Bouwbesluit 2003 en het
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken ingetrokken en treden het Bouwbesluit 2012
en de Regeling Bouwbesluit 2012 in werking. De onderhavige regeling strekt tot technische
aanpassing van de in ministeriële regelingen opgenomen verwijzingen naar het Bouwbesluit
2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003. In de desbetreffende regelingen zijn daarvoor
in vrijwel alle gevallen verwijzingen naar de relevante, vergelijkbare, paragrafen
of artikelen van het Bouwbesluit 2012 of de Regeling Bouwbesluit 2012 opgenomen. Deze
zullen in de artikelsgewijze toelichting niet afzonderlijk worden genoemd. In het
artikelsgewijze deel zal uitsluitend worden ingegaan op de bijzonderheden die voor
die regeling van toepassing zijn.
Omdat dit besluit uitsluitend aanpassingen van verwijzingen en redactionele wijzigingen
bevat, heeft deze regeling geen administratieve lasten of bedrijfseffecten tot gevolg.
II Artikelsgewijs
Hoofdstuk 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Artikel 3, onderdeel C
De indieningsvereisten genoemd onder artikel 2.2, zesde lid, van de Regeling omgevingsrecht
(Mor) hebben betrekking op afdeling 8.1 van het Bouwbesluit 2012. Zoals de titel van
deze afdeling aangeeft, dienen de bepalingen in deze afdeling om te voorkomen dat
onveilige situaties en/of hinder ontstaan tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden.
De nieuwe aanhef voor artikel 2.2, zesde lid, van de Mor sluit beter aan op de eisen
in afdeling 8.1. Hiermee wordt bovendien benadrukt dat de aan te leveren gegevens
en bescheiden moeten worden gezien in relatie tot de voorschriften met betrekking
tot het voorkomen van hinder (zoals geluidhinder).
Artikel 3, onderdeel D
Deze wijziging is nodig omdat de wijziging van de Regeling omgevingsrecht anders niet
op de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 april 2012 in werking kan treden.
Hoofdstuk 3 Slotbepalingen
Artikel 1
In het tweede lid is de inwerkingtreding van de wijziging van de Regeling omgevingsrecht
opgenomen. Dit is een dag voor de inwerkingtreding van de in het eerste lid opgenomen
inwerkingtreding van de andere onderdelen van deze regeling zodat de uiteindelijke
wijziging van de voorschriften met betrekking tot de indieningsvereisten voor het
aanvragen van een omgevingsvergunning tegelijk met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit
2012 plaatsvindt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.W.E. Spies.