Verlenging opsporingsvergunning blokdeel L16b

16 maart 2012

Nr. ETM/EM / 11017085

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Cirrus Energy Nederland B.V. (voorheen Oranje-Nassau Energie Nederland B.V., thans: Oranje-Nassau Energie B.V., hierna: ONE) en Dyas B.V. zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (thans: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, hierna: Minister van EL&I) van 1 februari 2006 met kenmerk ET/EM/6004055, (Staatscourant 22 februari 2006, nummer 38) verleende opsporingsvergunning voor een deel van het blok L16 (L16b) van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • bij brief van 24 maart 2010 heeft de vergunninghouder een aanvraag ingediend om wijziging van de opsporingsvergunning L16b. Op 25 januari 2012 heeft de vergunninghouder de aanvraag aangevuld.

Overwegingen:

  • de vergunninghouder vraagt om uitstel van het uitvoeren van het werkprogramma en verlenging van de duur van de opsporingsvergunning L16b, zoals voorgeschreven in de artikelen 3 en 6 van het besluit van 1 februari 2006 met kenmerk ET/EM/6004055. In de aanvraag om wijziging van de opsporingsvergunning L16b is de verwachting uitgesproken een boring te zullen plaatsen vóór 31 december 2013;

  • op grond van artikel 18, derde lid, van de Mijnbouwwet heeft de Minister van EL&I de bevoegdheid het tijdvak van de opsporingsvergunning te verlengen, indien het tijdvak onvoldoende is om de activiteiten waarvoor de vergunning geldt te voltooien en deze activiteiten zijn verricht in overeenstemming met de vergunning. Hieraan is voldaan, zodat er geen reden is om verlenging van het tijdvak te weigeren;

  • op grond van artikel 18, derde lid, in samenhang met artikel 11, derde en vierde lid, van de Mijnbouwwet kan het gebied waarvoor de opsporingsvergunning geldt bij verlenging worden beperkt. Voor een verkleining van het gebied is geen aanleiding aangezien de vergunninghouder in het gehele gebied actief bezig is met mijnbouwwerkzaamheden;

  • gelet op de Mijnbouwwet en de aanvraag kan met deze aanvraag worden ingestemd, onder het stellen van de hierna genoemde voorschriften en beperkingen.

Gelet op artikel 18 van de Mijnbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

Artikel 3 van het besluit met kenmerk ET/EM/6004055 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de aanvraag om wijziging van de opsporingsvergunning L16b van 24 maart 2010 en 25 januari 2012, onder de voorwaarde dat:

  • uiterlijk vóór 31 december 2012 aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie schriftelijk gemotiveerd wordt aangegeven waar een boring zal worden verricht, onder vermelding van tijdstip, plaats, geologische structuur en diepte;

  • uiterlijk vóór 31 december 2013 een boring worden verricht.

Artikel 2

Artikel 6 van het besluit met kenmerk ET/EM/6004055 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 6

De opsporingsvergunning L16b geldt voor het tijdvak dat eindigt op 15 maart 2014.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: P. Jongerius, Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, directie Wetgeving en Juridische Zaken (Alp: X/050), Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef verzonden datum.

Naar boven