Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 februari 2012, nummer WBN-A 2012/1, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BvvN) en de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN);

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1/9-1-b Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b RWN komt te luiden:

Bijlage 1. Overzicht afstandsbepalingen in de nationaliteitswetgevingen van de staten der Verenigde Naties

Hierna volgt een lijst van landen met vermelding van behoud of verlies van de nationaliteit bij de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap. Bij deze lijst wordt het volgende aangetekend: het betreft hier een momentopname voor zover bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bekend ten tijde van het verschijnen van deze gewijzigde landenlijst. Gebruikers van deze lijst die stuiten op wijzigingen of onjuistheden, wordt verzocht dit schriftelijk aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te melden onder vermelding van het onderwerp: Afstandsverplichting bij de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap.

A = automatisch verlies

B = geen automatisch verlies maar het doen van afstand is mogelijk. Als volgens de vreemde nationaliteitswetgeving het doen van afstand mogelijk is, betekent dit niet dat dit altijd daadwerkelijk door de Nederlandse autoriteiten wordt verlangd. Van de verplichting om de oorspronkelijke nationaliteit te verliezen, bestaan vrijstellingen. Zie daarvoor artikel 9 lid 3 RWN en artikel 6 Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (Stcrt. 2003, 54).

C = geen automatisch verlies; het doen van afstand is niet mogelijk

D = partij bij het Verdrag van Straatsburg

E = partij geweest bij het Tweede Protocol van het Verdrag van Straatsburg

Onbekend = geen automatisch verlies, tot het tegendeel bewezen is Landenlijst april 2012

Let op! Deze lijst geldt zowel bij optie als naturalisatie. De afstandsverplichting bij optie op grond van artikel 6, eerste lid en onder e, RWN is op 1 oktober 2010 ingevoerd. De afstandsverplichting geldt niet voor de overige optiecategorieën. Voor 1 oktober 2010 gold dus bij optie niet de verplichting een bereidheidsverklaring te ondertekenen.

Afghanistan

B

Albanië

B

Algerije

C

Andorra

A

Angola

B

Antigua en Barbuda

B

Argentinië

C, echter in sommige gevallen A.

Tot Argentijn genaturaliseerden verliezen de Argentijnse nationaliteit wel automatisch.

Armenië

B

Australië

B

De Australische nationaliteit ging tot 03.04.2002 automatisch verloren bij naturalisatie tot Nederlander. Het doen van afstand bij naturalisatie wordt gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.11.2002 (zie TBN 2002/3) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Azerbeidzjan

B

Bahama’s

B, echter in sommige gevallen C. Burgers van de Bahama’s die de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt kunnen afstand doen. Burgers van de Bahama’s, die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt, kunnen geen afstand doen.

Bahrein

B

Bangladesh

C

Barbados

B

Belarus (Wit-Rusland)

Zie Wit-Rusland

België

B (sinds 28.04.2008)

Met ingang van 28 april 2008 is België geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg. Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 28 april 2008. Tot 28 april gold A,D (zie TBN 2007/10 en TBN 2008/10). Het doen van afstand wordt bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) gevraagd als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Belize

B

Benin

B

Bhutan

A

Bolivia

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (zie TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Bosnië-Herzegovina

A

Onderdanen van Bosnië-Herzegovina die na 01.01.1998 de Nederlandse nationaliteit hebben gekregen door optie of naturalisatie hebben de nationaliteit van Bosnië-Herzegovina automatisch verloren conform artikel 17 van de Wet betreffende het staatsburgerschap van Bosnië-Herzegovina van 1998 (in werking getreden op 01.01.1998). Als men voor 01.01.1998 de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen valt men onder een uitzonderingscategorie in de wetgeving van Bosnië-Herzegovina waardoor tot 01.01.2013 een dubbele nationaliteit blijft bestaan. (zie TBN 2007/12).

Botswana

A

Brazilië

B

Brunei

A

Bulgarije

B

Burkina Faso

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 (datum inwerkingtreding TBN 2008/10) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Burundi

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.03.2002 (zie TBN 2002/1) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Cambodja

B

Canada

B

Centraal-Afrikaanse Republiek

A

Chili

B

Tot Chileen genaturaliseerden verliezen hun Chileense nationaliteit vanaf 26.08.2005 niet meer automatisch maar moeten, net als Chilenen door geboorte, ook afstand doen.

Het doen van afstand bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.02.2008 (TBN 2007/12) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

China

A

Colombia

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (zie TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Comoren, de

B

Congo (Volksrepubliek)

A

Congo (Democratische Rep., vh Zaïre)

A

Costa Rica

C

Cuba

C (m.i.v. 01.10.2010, zie WBN-A 2011/1)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Cubaanse nationaliteit.

Cyprus

B

Denemarken

A, D

Djibouti

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (zie TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Dominica

B

Dominicaanse Republiek

C

Duitsland

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 28.08.2007 (zie TBN 2007/12) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Geen partij meer bij het verdrag van Straatsburg m.i.v. 22.12.2002.

 

Tot 28.08.2007 ging de Duitse nationaliteit automatisch verloren, tenzij de Duitse autoriteiten, met instemming van de Nederlandse autoriteiten, behoud van de Duitse nationaliteit hadden goedgekeurd.

Ecuador

C

Egypte

Met het oog op de actualiteit van de PIVA voegt de IND aan de kennisgeving aan de Gouverneur dat betrokkene het Nederlanderschap is verleend, een kopie van de toestemmingsverklaring van de Egyptische autoriteiten toe. De Egyptische nationaliteit is verloren gegaan met het verlenen van het Nederlanderschap, mits genaturaliseerd is ná verkregen toestemming.

B

Betrokkene moet zich tot het Egyptische Ministerie van Binnenlandse Zaken wenden om toestemming te krijgen van een andere nationaliteit. Betrokkene moet vóór het moment van verkrijging of verlening van het Nederlanderschap de beoogde toestemming van het Egyptische Ministerie van Binnenlandse Zaken hebben verkregen. Bedoelde toestemming blijkt uit een (gelegaliseerde) verklaring van de Egyptische ambassade.

De verklaring van de Egyptische ambassade legt betrokkene over bij het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van het naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd of ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene na ontvangst van bedoelde verklaring deze inleveren bij het Kabinet van de Gouverneur van Aruba of in sturen naar het IND-kantoor Rijswijk (unit 192) waar zijn naturalisatieverzoek in behandeling is.

Op de optieverklaring of het verzoek om naturalisatie ingediend op of na 01.11.2002 wordt pas beslist als de verklaring van de ambassade is ontvangen. In dit kader kan bij naturalisatie gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot aanhouding uit artikel 9, vierde lid RWN. Bij optie kan gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om de beslistermijn met dertien weken te verlengen (artikel 6, vijfde lid, RWN).

De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie wordt na de verlengingstermijn/laatste aanhoudingstermijn bevestigd of ingewilligd indien nog geen toestemmingsverklaring is ontvangen, mits de betrokkene aan de hand van correspondentie aantoont meermaals bij de Egyptische autoriteiten navraag te hebben gedaan inzake zijn verzoek om een vreemde nationaliteit aan te nemen.

Een afstandsplichtige betrokkene (die niet onder één van de vrijstellingscategorieën voor de verplichting tot het doen van afstand van de oorspronkelijke nationaliteit valt) wordt ook gevraagd een verklaring (model 1.14-1b bij optie en model 2.5 bij naturalisatie) te ondertekenen dat de Egyptische autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Egyptische nationaliteit. Uit artikel 10 van de Egyptische nationaliteitswetgeving blijkt namelijk dat de mogelijkheid bestaat om na de verkregen toestemming om een andere nationaliteit aan te nemen en het hieropvolgende verlies van de Egyptische nationaliteit binnen één jaar na verkrijging van de andere nationaliteit om behoud kan worden gevraagd van de Egyptische nationaliteit. Om de betrokkene duidelijk te maken dat dit niet de bedoeling is, moet model 1.14-1b (bij optie) en model 2.5 (bij naturalisatie) worden getekend.

Op verzoeken ingediend op of ná 05.02.2008 (zie TBN 2007/12) wordt eerst beslist indien model 2.5 is ondertekend.

El Salvador

B, echter in sommige gevallen A.

B: voor Salvadoranen door geboorte.

A: tot Salvadoraan genaturaliseerden verliezen de Salvadoraanse nationaliteit automatisch als zij vijf jaren zonder onderbreking buiten El Salvador verblijven.

Equatoriaal-Guinee

Onbekend

Eritrea

B

Na onderzoek is nu gebleken dat het doen van afstand van de Eritrese nationaliteit mogelijk is op grond van de Eritrese nationaliteitsverordening nr. 21/1992 d.d. 6 april 1992.

Het formulier dat gebruikt moet worden voor een afstandsverzoek, kan alleen worden verkregen bij het ‘Department of Immigration and Nationality executive secretary’. Een kopie van het ingevulde verzoek tot afstand van de Eritrese nationaliteit moet bij naturalisatie en optie naar de IND worden gestuurd.

Nadat individueel onderzoek is verricht door de Eritrese autoriteiten wordt afstand al dan niet toegestaan.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.07.2010 (datum inwerkingtreding WBN-A 2011/1 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Estland

A

Ethiopië

A

Fiji

B

Het doen van afstand van de Fijische nationaliteit is sinds 10.04.2009 mogelijk (Staatsburgerschapverordening 2009).

Het doen van afstand wordt gevraag bij een optieverklaring of naturalisatieverzoek, afgelegd/ingediend op of na 01.04.2012.

A: tot 10.04.2009.

Filippijnen

A, B

Met ingang van 17.9.2003 is de Filippijnse nationaliteitswet gewijzigd. Een Filippijn die door geboorte de Filippijnse nationaliteit bezit, verliest niet automatisch de Filippijnse nationaliteit bij het aannemen van een andere nationaliteit.

De Filippijn kan afstand doen van zijn Filippijnse nationaliteit door het overleggen van een expliciete verklaring aan de Filippijnse autoriteiten.

In andere gevallen dan hierboven omschreven geldt A.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 16.11.2005 (TBN 2005/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Finland

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 19.07.2004 (zie TBN 2004/3) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Frankrijk

B

Met ingang van 05.03.2009 is Frankrijk geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg en het Tweede Protocol. Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 (tot 5 maart 2009 gold ‘A, D, E’) ) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Gabon

B

Gambia

B

Georgië

A

Ghana

B

Het doen van afstand bij naturalisatie wordt gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.10.2001 (zie TBN 2001/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

A: tot 05.01.2001

Grenada

B

Griekenland

C

Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

Zie Verenigd Koninkrijk

Guatemala

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 (datum inwerkingtreding TBN 2008/10) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Guinee

A

Guinee-Bissau

A

Guyana

B

Haïti

A

Honduras

A

Hongarije

B

Ierland

B

India

A

Indonesië

A

Irak

B (m.i.v. 01.04.2012)

Dit houdt in dat de betrokkene bij de indiening van het verzoek of bij het afleggen van de optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) de bereidheidsverklaring moet ondertekenen. Nadat betrokkene Nederlander is geworden moet hij actie ondernemen om afstand te doen van de Iraakse nationaliteit. Het doen van afstand wordt gevraagd bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) of naturalisatieverzoek, afgelegd/ingediend op of na 01.04.2012. Tot 01.04.2012 werd geen afstand gevraagd.

Iran

C (m.i.v. 1 oktober 2010)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Iraanse nationaliteit. Bij een naturalisatieverzoek en bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid en onder e, RWN) ingediend/afgelegd op of na 01.10.2010 hoeft geen bereidheidsverklaring van het doen van afstand meer te worden ondertekend.

Israël

B

Italië

B

Met ingang van 4 juni 2010 is Italië geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg en daarmee ook niet meer bij het Tweede Protocol. Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.07.2010 (datum inwerkingtreding WBN-A 2011/1) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

A,D,E: tot 01.07.2010

Ivoorkust

A

Jamaica

B

Japan

A

Jemen

C

Jordanië

B

Kaapverdië

B

Kameroen

A

Kazachstan

B

Kenya

A

Kirgizië

B

Kiribati

B, echter in sommige gevallen A

Personen van Kiribatische afstamming moeten afstand doen. Personen die de Kiribatische nationaliteit door naturalisatie hebben verkregen, verliezen deze nationaliteit automatisch bij het verkrijgen van een andere nationaliteit.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (datum inwerkingtreding van TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Koeweit

A

Kosovo

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 04.03.2009 (datum inwerkingtreding TBN 2008/10) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Kroatië

B

Laos

B

Lesotho

A

Letland

B

Libanon

B

Betrokkene moet vóór het moment van verkrijging of verlening van het Nederlanderschap toestemming van de Libanese autoriteiten hebben om een andere nationaliteit te verkrijgen en afstand te doen van de Libanese nationaliteit. De toestemming wordt verleend bij Presidentieel decreet. Dit decreet wordt gepubliceerd in de Libanese Staatscourant (in Franse vertaling: Journal officiel).

De stukken waaruit de verkregen toestemming blijkt, legt betrokkene over bij het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van zijn naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd of ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene zo spoedig mogelijk de stukken inleveren bij het Kabinet van de Gouverneur of opsturen naar het IND-kantoor Rijswijk (unit 192). Op de optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt pas beslist nadat de toestemmingsverklaring is ontvangen. In dit kader kan bij naturalisatie gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot aanhouding uit artikel 9, vierde lid, RWN.

Bij optie kan gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om de beslistermijn met dertien weken te verlengen (artikel 6, vijfde lid, RWN).

De optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt het verstrijken van de verlengingstermijn/laatste aanhoudingstermijn bevestigd of ingewilligd als nog geen toestemmingsverklaring is ontvangen, mits de betrokkene aan de hand van correspondentie aantoont meermaals bij de Libanese autoriteiten navraag te hebben gedaan. inzake zijn verzoek om een vreemde nationaliteit aan te mogen nemen en om afstand te doen van de Libanese nationaliteit (TBN 2003/2).

Nadat het Nederlanderschap is verleend of verkregen moet betrokkene dit, ten einde afstand van de Libanese nationaliteit te bewerkstelligen, melden bij de verantwoordelijke autoriteiten in Libanon (burgerlijke stand). Hiervan vindt vervolgens een aantekening plaats in de Libanese burgerlijke stand (civil registration).

Betrokkene moet na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit een origineel en gelegaliseerd uittreksel uit het register van de Libanese burgerlijke stand inleveren bij het Kabinet van de Gouverneur of overleggen aan de IND, waaruit blijkt dat betrokkene afstand heeft gedaan van de Libanese nationaliteit. Genoemde stukken moeten zijn voorzien van een vertaling, gemaakt door een beëdigd vertaler.

Liberia

A

Libië

C

Liechtenstein

B

Litouwen

A

Luxemburg

B

Met ingang van 10.07.2009 is Luxemburg geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg. Het doen van afstand bij naturalisatie dat is ingediend na 10.07.2009 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

A,D, E: tot 10.07.2009

Macedonië

B

Madagaskar

A

Malawi

A

Maldiven

B

Maleisië

B

Mali

B

Malta

B

Marokko

C

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Marokkaanse nationaliteit.

Marshalleilanden

B

Mauritanië

A

Mauritius

B

Mexico

C, echter in sommige gevallen B.

Tot Mexicaan genaturaliseerden kunnen afstand doen van de Mexicaanse nationaliteit.

Micronesië

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (datum inwerkingtreding van TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Moldavië

B

Monaco

A

Mongolië

B

Montenegro

B

Mozambique

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek op of na 22.11.2006 (datum inwerkingtreding van TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Myanmar (Birma)

A

Namibië

A, voor Namibiërs door registratie of naturalisatie

B, voor Namibiërs door geboorte, afstamming of huwelijk. Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.10.2001 (zie TBN 2001/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Nauru

B

Het doen van afstand van de Nauruaanse nationaliteit is met ingang van 30.12.2005 mogelijk (Wet van het staatsburgerschap van Nauru van 2005).

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd aan betrokkene als de optieverklaring/het naturalisatieverzoek is afgelegd/ingediend op of na 01.04.2012.

C: tot 30.12.2005

Nepal

A

Nicaragua

C

Vanaf 19 januari 2000 (wijziging Grondwet) treedt ook geen automatisch verlies meer op voor Nicaraguanen die de Nicaraguaanse nationaliteit niet door geboorte hebben gekregen maar door naturalisatie (zie TBN 2007/12).

Nieuw-Zeeland

B

Niger

A

Nigeria

B, in sommige gevallen A.

Tot Nigeriaan genaturaliseerden verliezen de Nigeriaanse nationaliteit wel automatisch.

Noord-Korea

A

Noorwegen

A, D

Oeganda (Uganda)

A

Oekraïne

B

Ondanks de tekst van artikel 19, eerste lid van de Oekraïense nationaliteitswet, is van de bevoegde Oekraïense autoriteiten vernomen dat in geval van vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit de Oekraïense nationaliteit eerst verloren wordt als door de President van de Oekraïne aan betrokkene een verklaring van verlies is afgegeven. Daarom moet verzoeker na verkrijging of verlening van het Nederlanderschap een verklaring van verlies overleggen, en moet (m.i.v. 01.03.2002) bij naturalisatie en m.i.v. 01.10.2010 bij optie ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) de bereidheidsverklaring (model 2.4 bij naturalisatie en model 1.14-1a bij optie) worden getekend.

Oezbekistan

B

Oman

B

Oostenrijk

A, D

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN m.i.v. 01.10.2010) wordt gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Oostenrijkse autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Oostenrijkse nationaliteit (model 2.5 bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Oost-Timor

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (datum inwerkingtreding van TBN 2006/5) ) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Pakistan

B of C

Afstand is alleen mogelijk voor personen van 21 jaar en ouder. Volgens Pakistaans recht zijn personen jonger dan 21 jaar namelijk minderjarig. Van personen van 18 tot 21 jaar wordt daarom niet gevraagd om afstand te doen.

Het doen van afstand bij naturalisatie wordt alleen gevraagd aan een verzoeker die 21 jaar of ouder is op het moment van de indiening van het naturalisatieverzoek en als het verzoek is ingediend op of na 01.07.2010 (datum inwerkingtreding WBN-A 2011/1). Deze verzoeker moet model 2.4 ondertekenen.

Het doen van afstand bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt alleen gevraagd aan een optant die 21 jaar of ouder is op het moment van het afleggen van de optieverklaring en als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1). Deze optant moet model 1.14-1a ondertekenen.

Palau (Belau)

A

Panama

A

Papoea-Nieuw-Guinea

A

Paraguay

B, in sommige gevallen A.

Tot Paraguayaan genaturaliseerden verliezen de Paraguayaanse nationaliteit wel automatisch.

Peru

B

Polen

B

Portugal

B

Qatar

B

Roemenië

B

Rwanda

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (datum inwerkingtreding van TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Rusland = Russische Federatie

B

Saint Kitts en Nevis

B

Saint Lucia

B

Saint Vincent en de Grenadines

B

Samoa

B

San Marino

B

São Tomé en Principe

A

Saudi-Arabië

Met het oog op de actualiteit van de PIVA voegt de IND aan de kennisgeving aan de Gouverneur dat betrokkene het Nederlanderschap is verleend, een kopie van de toestemmingsverklaring van de Saudische autoriteiten toe. De Saudische nationaliteit is verloren gegaan met het verlenen van het Nederlanderschap, mits genaturaliseerd is ná verkregen toestemming.

B

Betrokkene moet zich tot de Saudische autoriteiten wenden om toestemming tot verkrijging van een andere nationaliteit te krijgen. Betrokkene moet vóór het moment van verkrijging of verlening van het Nederlanderschap de beoogde toestemming van de Saudische autoriteiten hebben verkregen. Bedoelde toestemming blijkt uit een (gelegaliseerde) verklaring van de Saudische autoriteiten. De verklaring van de Saudische autoriteiten legt betrokkene over het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van zijn naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd of ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene na ontvangst van bedoelde verklaring deze inleveren bij het Kabinet van de Gouverneur of in sturen naar het IND-kantoor Rijswijk (unit 192) waar zijn naturalisatieverzoek in behandeling is.

Op de optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt pas beslist als de verklaring van de ambassade is ontvangen. In dit kader kan bij naturalisatie gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot aanhouding uit artikel 9, vierde lid, RWN. Bij optie kan gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om de beslistermijn met dertien weken te verlengen (artikel 6, vijfde lid, RWN).

De optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt na het verstrijken van de verlengingstermijn/laatste aanhoudingstermijn bevestigd of ingewilligd als nog geen toestemmingsverklaring is ontvangen, mits de betrokkene aan de hand van correspondentie aantoont meermaals bij de Saudische autoriteiten navraag te hebben gedaan inzake zijn verzoek om een vreemde nationaliteit aan te nemen.

Senegal

A, in sommige gevallen B.

Personen die actief dienst doen of hebben gedaan, dan wel hiertoe opgeroepen zijn na vrijstelling, hebben voor verlies van hun nationaliteit toestemming van de regering nodig.

Servië

B

Seychellen

B

Sierra Leone

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 (datum inwerkingtreding TBN 2008/10) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Singapore

B

Slovenië

B

Slowakije

B

Soedan (Sudan)

B

Solomoneilanden

A

Somalië

A

Spanje

B

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.10.2003 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Voor de categorieën die zijn vrijgesteld van de afstandsverplichting geldt: A (drie jaar na de naturalisatie indien betrokkene niet de verklaring aflegt tot behoud van de Spaanse nationaliteit.). Een Spanjaard die vóór 09.01.2003 is genaturaliseerd tot Nederlander, en die woonachtig is buiten Spanje, verliest na drie jaar automatisch de Spaanse nationaliteit. Artikel 24 van de Spaanse nationaliteitswet is per 09.01.2003 gewijzigd. Aan Spanjaarden die op of na 09.01.2003 tevens Nederlander zijn geworden, staat Spanje het behoud van de Spaanse nationaliteit toe. De regel van automatisch verlies na drie jaar is nog wel in de wet opgenomen, maar het verlies kan worden voorkomen door tijdig bij de Spaanse autoriteiten een verklaring tot behoud van de Spaanse nationaliteit af te leggen.

Om dubbele nationaliteit te vermijden wordt Spanjaarden die niet in aanmerking komen voor vrijstelling van de afstandsverplichting gevraagd om direct na verkrijging of verlening van het Nederlanderschap op grond van artikel 24, tweede lid van de Spaanse nationaliteitwet afstand te doen van de Spaanse nationaliteit (zie TBN 2003/2).

Sri Lanka

A

Suriname

A

Swaziland

B

Syrië

C

Tadzjikistan

B

Taiwan

B

Het doen van afstand wordt echter niet gevraagd. Taiwan wordt niet erkend door Nederland.

Tanzania

A

Thailand

A en soms B

Het (automatisch) verlies van de Thaise nationaliteit wordt effectief na publicatie hiervan in de Thaise Staatscourant. Blijkens artikel 13 van de Thaise Nationality Act verliest een Thaise vrouw die gehuwd is met een persoon van niet Thaise nationaliteit na haar naturalisatie niet automatisch de Thaise nationaliteit. Zij kan wel afstand doen van de Thaise nationaliteit. Dit wordt in Nederland niet van haar gevraagd aangezien zij valt onder één van de uitzonderingscategorieën (artikel 9 lid 3 RWN).

Voor Thaise vrouwen die getrouwd zijn met een niet Nederlandse partner geldt dat zij hun Thaise nationaliteit automatisch verliezen wanneer zij de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Dit geldt dus ook voor de Thaise die gehuwd is met een Thaise partner.

Togo

B

Tonga

C

Trinidad en Tobago

B

Tsjaad

B

Tsjechië

A, soms B.

Een burger zal de Tsjechische nationaliteit niet verliezen als de andere nationaliteit wordt verkregen in verband met een huwelijk met de inwoner van een ander land, onder de voorwaarde dat het verkrijgen van die andere nationaliteit tijdens de huwelijkse staat (moet zijn) geschied(t).

De Tsjechische nationaliteit wordt tevens niet verloren in het geval de andere nationaliteit van rechtswege wordt verkregen door geboorte.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 16.11.2005 (TBN 2005/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Tunesië

C

Turkije

B

Dit geldt ook voor mannelijke Turkse onderdanen die hun dienstplicht nog niet hebben vervuld.

Turkmenistan

B

Tuvalu

B

Uganda

A

Uruguay

C, echter in sommige gevallen A.

Tot Uruguaan genaturaliseerden verliezen de Uruguaanse nationaliteit wel automatisch.

Vanuatu

A

Vaticaanstad

A

Venezuela

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.11.2002 (zie TBN 2002/3) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

A: tot 29-12-1999

Verenigde Arabische Emiraten

A

Verenigde Staten van Amerika

B

Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

B

Vietnam

B

Wit-Rusland (Belarus)

B

IJsland

Met het oog op de actualiteit van de PIVA voegt de IND aan de kennisgeving aan de Gouverneur dat betrokkene het Nederlanderschap is verleend, een kopie van de toestemmingsverklaring van de IJslandse autoriteiten toe. De IJslandse nationaliteit is verloren gegaan met het verlenen van het Nederlanderschap, mits genaturaliseerd is ná verkregen toestemming.

B

Betrokkene moet vóór het moment van verkrijging of verlening van het Nederlanderschap bij de IJslandse autoriteiten vragen om toestemming om afstand te doen van de IJslandse nationaliteit.

Bedoelde toestemming blijkt uit een (gelegaliseerde) verklaring van de IJslandse autoriteiten. De verklaring van de IJslandse autoriteiten legt betrokkene over bij het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van zijn naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd of ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene na ontvangst van bedoelde verklaring deze inleveren bij het Kabinet van de Gouverneur of op te sturen naar het IND-kantoor Rijswijk (unit 192) waar zijn naturalisatieverzoek in behandeling is.

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 (zie TBN 2006/5) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010 (zie WBN-A 2011/1).

Zaïre (Congo, Democratische Republiek)

Zie Congo, Democratische Republiek

Zambia

A

Zimbabwe

A

Zuid-Afrika

A

Betrokkene wordt gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Zuidafrikaanse autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Zuidafrikaanse nationaliteit (model 1.14-1b bij optie en model 2.5 bij naturalisatie).

Zuid-Korea

A

Zweden

B (m.i.v. 01.07.2002)

A, D: tot 01.07.2002

Zwitserland

B

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2012.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst. In de Landscourant van Aruba zal de zakelijke inhoud worden bekendgemaakt.

’s-Gravenhage, 21 februari 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

TOELICHTING

Algemeen

Per 1 oktober 2010 is voor optie ex artikel 6, eerste lid aanhef en onder e, RWN de afstandsplicht gaan gelden. In deze landenlijst is de tekst voor zoveel mogelijk aan deze situatie aangepast.

De nationaliteitswetgeving van Fiji en Nauru is gewijzigd. Verzoekers afkomstig uit die landen kunnen wel afstand doen. De landenlijst is hierop aangepast.

De Iraakse wetgeving kent een bepaling om afstand te doen van de Iraakse nationaliteit, maar het was onduidelijk hoe dit bewerkstelligd kon worden. Bij Irak staat daarom ook ‘onbekend’ op de landenlijst. Om meervoudige nationaliteit zoveel mogelijk te beperken, is besloten om van een Iraakse verzoeker/optant toch te vragen om na de totstandkoming van verkrijging/verlening van het Nederlanderschap afstand te doen van de Iraakse nationaliteit. De landenlijst wordt hierop aangepast (van ‘onbekend’ naar ‘B’). Dit houdt in dat de betrokkene bij de indiening van het verzoek of bij het afleggen van de optieverklaring de zogenoemde bereidheidsverklaring moet ondertekenen. Nadat betrokkene Nederlander is geworden moet hij actie ondernemen om afstand te doen van de Iraakse nationaliteit.

Voorts zijn er tekstuele wijzigingen aangebracht om de tekst te verduidelijken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

Naar boven