Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland

Bedrijfstakeigenregelingen 2012/2015

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 maart 2012 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland inzake Bedrijfstakeigenregelingen

UAW Nr. 11294

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: de Koninklijke Vereniging Federatie van Ondernemers in de Schilders-, Onderhouds-, Metaalconserverings- en Glasbranche (FOSAG);

Partij(en) ter andere zijde: FNV Bouw en CNV Vakmensen.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland inzake Bedrijfstakeigenregelingen1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 8 lid 5 komt te luiden:

  • ‘5. De bijdragen zijn als volgt vastgesteld:

    Doel

    Per dag

    Over het PRIS-loon

    Over het loon Wfsv

       

    Werkgever

    Werknemer

    Werkgever

    Werknemer

    O&O regelingen

     

     

    met ingang van week 9 van 2012

         

    1,5%

     

    Aanvullingsregelingen

     

     

    met ingang van week 9 van 2012

           

    1,2%

    Individuele budgetrekening

       

     

    van week 1 2012 t/m week 8 2013

     

    0,2%

         

    m.i.v. week 9 2013

     

    0,4%

         

    Collectieve ongevallen verzekering

    € 0,15 (ook voor UTA)’

           

Artikel 10 lid 4 en 5 komen te luiden:

  • ‘4. De verlofwaarde-percentages zijn:

    – werknemers van 18 jaar en ouder

    26,941

    – 17 jaar

    29,267

    – 16 jaar

    30,771

    Met ingang van 1 januari 2012 bedraagt het verlofwaarde-percentage na 130 dagen ziekte:

    – werknemers van 18 jaar en ouder

    24,691

    – 17 jaar

    25,143

    – 16 jaar

    25,376

    Deze percentages zijn gedurende de eerste 52 weken dat de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid niet kan werken verschuldigd over 100% van het bij werken geldende PRIS-loon. Na 52 weken van arbeidsongeschiktheid is de bijdrage verschuldigd over 70% van het bij werken geldende PRIS-loon. Perioden van arbeidsongeschiktheid worden samengeteld als ze elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

  • 5. Het bestuur stelt - na overleg met cao-partijen - de hoogte vast van de door de werkgever verschuldigde bijdrage in de administratiekosten van het Vakantiefonds en van de bijdrage ter financiering van het extra verlof oudere werknemers. De bijdragen zijn als volgt vastgesteld:

    – administratiekosten

    € 1,10 per werknemer per dag;

    – extra verlof oudere werknemers

    € 2,60 per werknemer per dag.

    Deze bijdragen zijn niet meer verschuldigd vanaf het moment dat de werknemer gedurende 52 weken als gevolg van arbeidsongeschiktheid zijn werk niet heeft verricht. Daarbij worden perioden van arbeidsongeschiktheid samengeteld als ze elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.’

Artikel 13 lid 4 komt te luiden:

  • ‘4. De hoogte van de in lid 2 bedoelde bijdrage wordt door het bestuur van het VUT-fonds vastgesteld. Met ingang van 2 januari 2012 is de hoogte van de bijdrage 1,11% voor UTA-personeel en 1,30% voor de overige werknemers.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 20 maart 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes.


X Noot
1

Stcrt. 2011, nr. 1932; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 december 2011 (Stcrt. 2011, nr. 22168).

Naar boven