De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister van Economische
zaken,
Gelet op artikel 2, vierde lid en artikel 4, van het Besluit informatievoorziening
WPO/WEC, artikel 18, vijfde lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O., artikel 2.5.3,
tweede lid, artikel 2.5.4, tweede lid, juncto artikel 2.5.10 van de Wet educatie en
beroepsonderwijs; en artikel 2.14 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk
onderzoek;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
De Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt aangepast enerzijds vanwege verschillende
toezeggingen die voormalig staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft gedaan aan de Tweede
Kamer en anderzijds omwille van een tweetal administratief-technisch gewenste aanpassingen
inzake de opstelling en indiening van het jaarverslag.
Naar aanleiding van de motie van Kamerlid Van der Ham (Kamerstukken II, 2011-2012,
31 288, nr. 156) over de transparantie bij onderwijsinstellingen van besteding van middelen, heeft
de vorige staatssecretaris Halbe Zijlstra in zijn brief aan de Tweede Kamer aangekondigd
dat hij inzicht in de declaraties van bestuurders van het voorafgaande jaar zou vragen
via de jaarverslaggeving (Kamerstukken II, 2011/12, 31 288, nr. 208). Tevens heeft hij de Tweede Kamer toegezegd de instellingen via de jaarverslaggeving
gegevens te zullen vragen over de hoogte van het profileringsfonds (Aanhangsel Handelingen
II 2011/12, nr. 983). Beide aanpassingen beperken zich tot de sector hoger onderwijs.
Daarnaast is, als gevolg van de toegenomen complexiteit van concernverhoudingen en
bestuursconstructies, een nadere aanduiding gewenst van het niveau waarop de jaarverslaggeving
wordt opgesteld en ingediend. Dat is het niveau, dat direct optreedt als bevoegd gezag
van de onderwijsinstelling en de onderwijsinstelling direct aanstuurt. Ingeval sprake
is van een groepsverhouding, leidend tot consolidatie van jaarcijfers van meerdere
bevoegde gezagsorganen, brengt de instelling een zodanige segmentatie aan in de gegevens,
dat inzicht wordt gegeven in de kostenstructuur van de onderscheiden organisatorische
eenheden. Daarbij blijft eveneens het gestelde in de alinea’s 308 tot en met 310 van
RJ660 Onderwijsinstellingen van toepassing, die eveneens handelen over de in de jaarverslaggeving
aan te brengen segmentatie.
Door deze nadere aanduiding van het niveau waarop de jaarverslaggeving moet worden
opgesteld en ingediend kan voldoende inzicht in het financiële beheer bij de onderwijsinstelling
en op de financiële positie worden verkregen.
Tot slot, in de praktijk bleek dat de toepassing van de zogeheten FSR-tabel, bestemd
voor de verantwoording van geoormerkte aanvullende subsidies afkomstig van de rijksoverheid,
niet afdoende was geregeld, omdat niet alle departementen het zogeheten SiSa-convenant
hebben ondertekend. Dit voorschrift is daarom in de verantwoordingsjaren 2010 en 2011
niet gehandhaafd. Na een uitgebreid afstemmingsoverleg wordt het verantwoordingsvoorschrift
nu aangepast.
Artikelsgewijs
Onderdeel A
Vanwege de invoering van nieuwe onderdelen is de lettering van de onderscheiden onderdelen
van artikel 3 aangepast.
Het nieuwe onderdeel d
Het nieuwe onderdeel d geeft het niveau aan waarop de jaarverslaggeving wordt opgesteld
en bij het Ministerie wordt ingediend. Kern van het voorschrift is dat de jaarverslaggeving
wordt opgesteld op het niveau van de rechtspersoon dat de onderwijsinstelling in stand
houdt.
Het nieuwe onderdeel h
Dit nieuwe onderdeel h schrijft voor dat, ingeval sprake is van een geconsolideerde
jaarrekening van meerdere bevoegde gezagsorganen, een zodanige segmentatie wordt aangebracht
in de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening, dat inzicht wordt gegeven in
de prestaties van het bevoegd gezag, dat de onderwijsinstelling in stand houdt. De
in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voorgeschreven segmentatie binnen de jaarrekening
van een tot de groep behorend bevoegd gezagsorgaan, zorgt vervolgens voor het vereiste
inzicht op sectorniveau.
Wijziging onderdeel i (nieuw)
Deze aanpassing geeft aan dat het gebruik van de FSR-tabel zich beperkt tot de subsidieverstrekkingen,
waarbij het gebruik van de FSR-tabel nadrukkelijk is voorgeschreven in de betreffende
subsidieregelgeving of subsidiebeschikking.
Onderdeel B
Artikel 3a wordt vernummerd tot artikel 4. Het tweede lid wordt aangepast en er wordt
een derde lid toegevoegd.
Artikel 4, tweede lid.
Deze aanpassing behelst een verruiming van de opgaven aangaande het profileringsfonds.
Er wordt een opgave verlangd van de uitkeringen uit het profileringsfonds uitgesplitst
naar EER- en niet EER-studenten, alsmede een opgave van de hoogte van het profileringsfonds.
Artikel 4, derde lid
Voor de opgave van de declaraties van bestuurders is een model als bijlage 2 aan de
regeling toegevoegd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker.