Regeling van de minister van Veiligheid en Justitie van 20 december 2012, nr. 334461, houdende indexering van de griffierechten en aanmaningsbedragen van de Algemene wet bestuursrecht (Regeling indexering griffierechten en aanmaningsbedragen Awb 2013)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 11:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7.67., van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

ARTIKEL I

De in de Algemene wet bestuursrecht genoemde bedragen worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4:113, eerste lid, wordt ‘€ 14’ vervangen door: € 15.

B

Artikel 8:41, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 42’ vervangen door: € 44.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 156’ vervangen door: € 160.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 310’ vervangen door: € 318.

C

Artikel 8:109, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 115’ vervangen door: € 118.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 232’ vervangen door: € 239.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 466’ vervangen door: € 478.

ARTIKEL II

In artikel 7.67. van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt ‘€ 42’ vervangen door: € 44.

ARTIKEL III

  • 1. In de volgende gevallen wordt het griffierecht geheven zoals dit gold vóór de inwerkingtreding van deze regeling:

    • a. beroep tegen een voor dat tijdstip bekendgemaakt besluit;

    • b. hoger beroep, verzet of beroep in cassatie tegen een voor dat tijdstip bekendgemaakte uitspraak.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt voor een beroep wegens niet tijdig beslissen het griffierecht geheven dat geldt op de dag waarop het beroepschrift wordt ontvangen.

  • 3. Op het in rekening brengen van een vergoeding voor een aanmaning ter zake van een verplichting tot betaling van een geldsom aan een bestuursorgaan die is ontstaan voor het tijstip van inwerkingtreding van deze regeling, blijft de regeling zoals die gold voor dat tijdstip van toepassing.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

ARTIKEL V

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indexering griffierechten en aanmaningsbedragen Awb 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 december 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

Algemeen

Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanpassing bestuursprocesrecht, onlangs aangenomen door de Eerste Kamer (Kamerstukken I 2011/12, 32 450, A) in werking. Door deze wet is een nieuw artikel 11:2 toegevoegd aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van het eerste lid van dit artikel worden alle bij of krachtens de Algemene wet bestuursrecht vastgestelde bedragen jaarlijks bij regeling van de minister van Veiligheid en Justitie aangepast aan de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex. Daarbij worden bedragen rekenkundig afgerond op hele euro’s.

Deze indexeringen werden voorheen jaarlijks bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. De laatste keer is dit gebeurd bij Besluit van 10 november 2011 tot indexering van de griffierechten bestuursrechtelijke wetten 2012 (Stb. 2011, 528).

Onderhavige regeling strekt er in hoofdzaak toe de griffierechten in de Algemene wet bestuursrecht te verhogen. Het gaat hier om de bedragen die worden genoemd in artikel 8:41, tweede lid en 8:109, eerste lid van de Awb. De griffierechten worden verhoogd met het percentage waarmee de consumentenprijsindex (CPI) vanaf 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2012 is gestegen.

Volgens huidige berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedragen de consumentenprijsindexcijfers totalen (alle huishoudens) voor juli 2012: 112,10. Gedurende de periode van 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2012 is de consumentenprijsindex derhalve met 2,6% gestegen (112,10 : 109,23 * 100 = 102,62 – 100 = 2,6%). Derhalve worden de griffierechten in dit besluit met 2,6% verhoogd. De bedragen die op deze wijze worden verkregen worden rekenkundig afgerond op hele euro’s.

Deze regeling strekt er ook toe de aanmaningskosten en het grensbedrag genoemd in artikel 4:113, eerste lid, van de Awb te indexeren. Dit bedrag kan op grond van artikel 11:2, tweede lid worden gewijzigd, voor zover de CPI daartoe aanleiding geeft. De CPI geeft aanleiding de aanmaningskosten van € 14 te indexeren. Voor het verhogen van de kostenvergoeding van € 6 geeft de CPI geen aanleiding.

Gedurende de periode van 1 juli 2009 (inwerkingtreding artikel 4:113, Awb) tot en met 31 juli 2012 is de consumentenprijsindex met 5,88% gestegen (112,10 : 105,87 * 100 = 105,88 – 100 = 5,88%). Derhalve wordt de hoge kostenvergoeding in artikel 4:113, eerste lid, in dit besluit met 5,88% verhoogd. Het bedrag dat op deze wijze wordt verkregen is rekenkundig afgerond op hele euro’s.

Overgangsrecht

In artikel II is het overgangsrecht opgenomen. Uitgangspunt voor het overgangsrecht inzake het griffierecht is dat indien op de dag waarop deze regeling in werking treedt een besluit of uitspraak is bekendgemaakt, het tarief van toepassing is zoals dat gold vóór deze regeling. Wordt vervolgens hoger beroep (of beroep in cassatie) ingesteld, dan wordt daarvoor het nieuwe recht berekend. Voor beroepschriften die een beroep bij niet tijdig beslissen betreffen, geldt in afwijking van het algemene uitgangspunt, dat het griffierecht wordt geheven dat geldt op de dag waarop het beroepschrift wordt ontvangen.

De betalingsverplichting ontstaat door het vaststellen van een beschikking (art. 4:86 Awb) of van rechtswege (art. 4:88 Awb). Als de betalingsverplichting is ontstaan voor het tijdstip van inwerkingtreding va n dit besluit, blijven de oude bedragen gelden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven