TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling voorziet in de vaststelling van taken van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen,
opgedragen door de Minister van Infrastructuur en Milieu. Hiermee wordt uitvoering
gegeven aan artikel 4aa, derde lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 (de
wet). Tevens voorziet de regeling in een aantal voorwaarden waaraan bij de uitvoering
van de opgedragen taken door het CBR moet worden voldaan. Voor een volledig beeld
van de taken van het CBR zij verwezen naar artikel 4aa, eerste lid van de wet en de
memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor de Aanpassingswet zbo’s IenM aan
de Kaderwet zbo’s1.
Het CBR is sedert 2005 belast met examinerende en toezichthoudende taken voor de vakbekwaamheid
van beroepen in de sector transport en logistiek. Deze taken zijn destijds op verzoek
van de sociale partners van de sector, na afstemming met het toenmalige ministerie
van Verkeer en Waterstaat, bij het CBR als centrale en onafhankelijke instelling belegd
door middel van een overeenkomst tussen het CBR en de sociale partners van de sector
waarin een bedrijfsfusie is overeengekomen (activa-passiva transactie) van de Stichting
Examenhuis logistiek & transport met het CBR. Voor deze bundeling van taken bij het
CBR is gekozen om binnen de kaders van de vrijheid van onderwijs zorg te dragen voor
een kwalitatief hoogwaardige en transparante toetreding tot beroepen in de sector.
Deze transparantie is essentieel om te voorkomen dat werknemers en werkgevers geconfronteerd
worden met diploma’s/certificaten die niet of onvoldoende aansluiten bij de beroepspraktijk.
Door het beleggen van de taken bij het CBR wordt een objectieve en onafhankelijke
toetsing van de vakbekwaamheid van medewerkers in de sector Transport en Logistiek
geborgd.
Aangezien de sector Transport en Logistiek een dynamische sector is, kan het in de
toekomst nodig zijn om ook voor andere beroepen examens te ontwikkelen en af te nemen.
In dat geval kan het CBR voorstellen de onderhavige regeling aan te passen.
De onderhavige regelgeving heeft geen consequenties voor burgers of bedrijfsleven
en heeft geen gevolgen voor administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten.
Artikel 1 Taken CBR
Onderdeel a
De in onderdeel a van artikel 1 aan het CBR opgedragen taken betreffen de ontwikkeling,
afname en het actueel houden van examens strekkende tot de beoordeling van de vakbekwaamheid
voor de genoemde beroepen in de sector transport en logistiek die zowel het personen-
en goederenvervoer over de weg betreft als logistieke functies.
Voor de directiechauffeur wordt een theorie- en praktijkexamen voor directiechauffeur
1 en een praktijkexamen voor directiechauffeur 2 (verhoogde rijvaardigheid) afgenomen.
Deze examens worden vaak genoemd als voorwaarden bij aanbestedingen op het vlak van
directievervoer.
Voor het beroep van huisartsenchauffeur neemt het CBR de praktijkexamens af op het
vlak van de verhoogde rijvaardigheid van huisartsenchauffeurs als onderdeel van het
door het Sociaal Fonds Taxi uit te geven ‘Certificaat Huisartsenchauffeur’.
Voor goederenchauffeurs en buschauffeurs neemt het CBR examens af in aanvulling op
de wettelijke rijbewijs en vakbekwaamheidexamens. Het gaat hier om de examens Touringcarvervoer
Nationaal en Internationaal voor het personenvervoer. Deze examens vormen een verplicht
onderdeel van het Keurmerk Touringcarbedrijf. Tevens wordt voor het begeleiden van
exceptioneel transport een theorie-examen afgenomen, alsook een theorie-examen voor
de vakbekwaamheid voor de behandeling van gevaarlijke stoffen, en rijvaardigheidsanalyses,
waarbij de rijstijl van de beroepschauffeur nader wordt geanalyseerd.
In de verhuisbranche neemt het CBR theorie- en praktijkexamens af voor assistentverhuizer,
inboedelverhuizer, voorman inboedelverhuizer, taxateur inboedelverhuizer, projectverhuizer,
voorman projectverhuizer en projectleider projectverhuizingen.
Voor taxichauffeurs neemt het CBR examens af in aanvulling op de wettelijke examens.
Deze vinden ofwel plaats in opdracht van het Sociaal Fonds Taxi als onderdeel van
de CAO (theorie-examen voor de toetsing van sociale vaardigheden en praktijkexamen
voor het vervoer van specifieke doelgroepen, zoals rolstoelvervoer), ofwel in opdracht
van gemeenten als onderdeel van gemeentelijke aanvullende eisen op wettelijke examens.
Voor dit laatste is de Gemeente Amsterdam een voorbeeld. Daar wordt een theorie- en
praktijkexamen als voorwaarde gesteld voor de ontheffing voor verharde lijnbusbanen
en lijnbusstroken.
Voor bestuurders van interne of logistieke transportmiddelen neemt het CBR theorie-
en praktijkexamens af voor het gebruik van de volgende transportmiddelen: terminaltrekker,
containerheftruck, reachstacker, heftruck/reachtruck. Bij de heftruck/reachtruck is
sprake van twee niveaus, een vakbekwaamheidcertificaat (waarbij het theorie- en praktijkexamen
wordt afgenomen door het CBR) en een veiligheidscertificaat (waarbij het theorie-
en praktijkexamen wordt afgenomen door een daartoe gecertificeerde opleidingsinstituut
onder toezicht van het CBR). Bij de andere transportmiddelen wordt het theorie- en
praktijkexamen afgenomen door het CBR. Met deze certificaten wordt door werkgevers
invulling gegeven aan de in de wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden neergelegde
instructieplicht van werkgevers.
Chauffeurs van sierteeltproducten moeten beschikken over een diploma Sierteeltvervoer
in aanvulling op de wettelijke vakbekwaamheidseisen voor beroepschauffeurs. Dit certificaat
wordt behaald middels een theorie-examen.
Het vervoer van bederfelijke goederen stelt bijzondere eisen aan de chauffeur, ook
tijdens het laden en lossen. De taken van het CBR bestaan uit toetsing op het gebied
van productkennis en voedselveiligheid en koeltechniek met een aanvullende, optionele,
mogelijkheid op het vlak van sierteeltvervoer.
Dit is een aanvullend diploma op de wettelijke vakbekwaamheidseisen voor beroepschauffeurs.
Voor personen die betrokken zijn bij de administratieve afhandeling van goederen die
in de Europese Unie ingevoerd worden of vanuit de Europese Unie uitgevoerd worden,
neemt het CBR een theorie-examen af.
Naast de ontwikkeling en afname van examens omvatten de in artikel 1, onder a, opgesomde
taken van het CBR ook het zorgdragen voor het actueel houden van de in artikel 1,
genoemde stelsel van examens dat leidt tot een bepaalde kwalificatie (kwalificatieschema’s)
bijvoorbeeld door in te spelen op veranderende maatschappelijke ontwikkelingen en
wijzigingen in wet- en regelgeving. Tevens omvatten de in artikel 1, onder a, opgesomde
taken de afhandeling van administratieve handelingen op verzoek van de examenkandidaten
zoals afhandeling van vrijstellingsverzoeken en verzending van duplicaatdiploma’s.
Onderdeel b
Door het CBR wordt tevens toezicht gehouden op activiteiten die onderdeel uitmaken
van de kwalificatiestructuur van de in artikel 1, onder a, genoemde beroepen. Voorbeeld
hiervan is het toezicht houden op examinering door erkende opleidingsinstituten voor
het schema veiligheidscertificaat reachtruck en heftruck. Het certificaat is vooral
bedoeld voor medewerkers die incidenteel op de heftruck of reachtruck rijden. Het
certificaat heeft een geldigheidsduur van vijf jaar.
Alleen erkende opleidingsinstituten mogen opleiden voor het certificaat. De instructeur
is dan ook degene die na afloop van de cursus het theorie- en praktijkexamen afneemt,
onder toezicht van het CBR door middel van aselecte steekproeven. In het jaar dat
het certificaat afloopt, dient een verlengingsexamen afgelegd te worden (eveneens
bestaande uit een theorie- en een praktijkexamen). Het CBR draagt ook zorg voor
de erkenning van opleidingsinstituten die zorg dragen voor de opleiding van directiechauffeurs
en de aanvraag van examens directiechauffeur. Deze erkende opleidingsinstituten verzorgen
tevens de permanente educatie van directiechauffeurs, die plaats vindt op vrijwillige
basis. Het CBR draag zorg voor registratie van de opleidingsdagen van de directiechauffeurs.
Onderdelen c en d
De in onderdelen c en d van artikel 1 aan het CBR opgedragen taken betreffen het in
stand houden en beheren van een ICT-systeem waarmee rijscholen namens hun leerlingen
online examens bij het CBR kunnen reserveren alsmede het informeren van rijscholen
over relevante ontwikkelingen. De in dit onderdeel opgedragen taken omvatten tevens
het onderhouden van een financiële administratie. Tot nu toe hebben rijscholen en
het CBR inschrijvingsovereenkomsten afgesloten die afspraken bevatten over
-
– de registratie van rijscholen bij het CBR;
-
– de toegang tot het reserveringssysteem TOP-online waarmee kandidaten geregistreerd
en ingepland worden voor theorie- en praktijkexamens, informatievoorziening;
-
– het verstrekken van digitale maandelijks overzichten van alle financiële transacties
van een rijopleider aan de rijopleiders;
-
– het digitaal verstrekken van ‘De Reflector’, een nieuwsbrief waarin 11x per jaar alle
rijopleiders door CBR worden geïnformeerd over relevante ontwikkelingen in de sector;
-
– de organisatie van regionale bijeenkomsten tijdens welke rijopleiders worden geïnformeerd
over nieuwe ontwikkelingen in de sector;
-
– de organisatie van een grote landelijke conferentie één keer in de vijf jaar ten behoeve
van de sector van rijopleidingen waaraan rijopleiders kosteloos kunnen deelnemen;
-
– de vermelding van bedrijfsgegevens en slagingspercentages van rijopleiders op www.rijschoolgegevens.nl;
-
– de eenmalige betaling van entreegeld (de hoogte daarvan hangt af van de hoedanigheid
waarin de rijschool zich bij het CBR laat registreren) en de betaling van een jaarlijkse
bijdrage.
De omvorming van het CBR tot publiekrechtelijk zbo geeft aanleiding om te bezien hoe
de werkafspraken tussen het CBR en de rijscholen vormgegeven moeten worden. In het
eerste kwartaal van 2013 zal overleg gevoerd worden tussen het CBR, de rijschoolbranche
en IenM zodat met ingang van 1 juli 2013 een geëigende verankering van deze werkafspraken
in werking kan treden. Tot die tijd vormen de onderdelen c en d van artikel 1 de basis
voor de hiervoor genoemde en in de inschrijvingsovereenkomst beschreven werkzaamheden
van het CBR en de heffing van de bijdragen van de rijscholen. Daarna vervallen deze
onderdelen (zie artikel 4).
Artikel 2 Voorwaarden
Voor de tarieven van de in artikel 4aa, eerste en derde lid, onder a, van de wet bedoelde
taken is in artikel 4am van de wet het principe van kostendekkendheid neergelegd en
toegelicht in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van de Aanpassingswet
zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo’s2. Dit principe wordt ook gehanteerd bij de in artikel 1 van deze regeling aan het
CBR opgedragen taken. In het kader van de omvorming van het CBR tot publiekrechtelijk
zelfstandig bestuurorgaan (per 1 januari 2013) is er in overleg met de branche voor
gekozen om voor de beroepen in het taakcluster transport en logistiek in één keer
te komen tot kostendekkendheid. Dit geldt voor zowel voor de productgroepen Praktijk
als Theorie (schriftelijk).
Artikel 3 Wijziging van andere regelingen
In de brief van de toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal over zijn voornemens hoe de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
(zbo’s) bij de onder hem ressorterende zbo’s geïmplementeerd zal worden, is aangegeven
dat bij een aantal zbo’s de zbo-status wordt beëindigd en dat hun taken worden gebundeld
met taken van andere zbo’s3. Daartoe zijn vanaf 1 januari 2008 de uitvoerende activiteiten en het personeel van
de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) bij het CBR ondergebracht. Met de wijziging
van de in artikel 3 genoemde regelingen wordt deze praktijk nu geformaliseerd.
Dit betreft de verschillende theorie-examens voor aankomende ondernemers in het vervoer
van goederen of personen over de weg (busvervoer, taxivervoer, goederenvervoer) op
basis waarvan een bewijs van vakbekwaamheid kan worden afgegeven. Vakbekwaamheid is
een onderdeel van de voorwaarden voor de verstrekking van de vergunning door de NIWO,
naast bijvoorbeeld kredietwaardigheid en betrouwbaarheid.
De examens wegvervoer goederen betreffen bedrijfsmanagement, calculatie, financieel
management, internationaal goederen, personeelsmanagement goederen en wegvervoer goederen.
De examens personenvervoer taxi betreffen bedrijfsmanagement, calculatie, financieel
management, personeelsmanagement taxi en wegvervoer taxi.
De examens personenvervoer bus betreffen bedrijfsmanagement, calculatie, financieel
management, internationaal bus, personeelsmanagement bus en wegvervoer bus.
Ook worden de examens voor ondernemers die actief zijn in het vervoer van afvalstoffen
(VIHB) ontwikkeld en afgenomen. Bedrijven die zich in Nederland bezighouden met het
inzamelen, vervoeren, verhandelen en/of bemiddelen van bedrijfsafval of gevaarlijke
afvalstoffen moeten in het bezit zijn van een getuigschrift van vakbekwaamheid. Het
getuigschrift is nodig om bij de NIWO een verzoek in te dienen voor plaatsing op de
landelijke lijst van Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars (afgekort
als VIHB-lijst). Opname in deze lijst is verplicht.
Artikel 4 Wijziging artikel 1
Zoals in de toelichting op artikel 1, onderdelen c en d, aangegeven vervallen deze
onderdelen met ingang van 1 juli 2013.
Artikel 5 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt tegelijkertijd met de Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwet
zbo’s met ingang van 1 januari 2013 in werking. Van de in het systeem van vaste verandermomenten
opgenomen minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding
wordt afgeweken. Deze regeling heeft alleen gevolgen voor het CBR en dat is door deze
afwijkende publicatiedatum niet geschaad, omdat het al bekend is met deze datum.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen