Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 5 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/227835, tot wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer onder meer in verband met de implementatie van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling taken Dienst Wegverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • z. het op basis van artikel 25b, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 eveneens bij afwezigheid van deel I bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het voertuig voordien was ingeschreven langs schriftelijke of elektronische weg de bevestiging verkrijgen dat de aanvrager het recht heeft om het voertuig in een andere lidstaat in te schrijven;

  • aa. het als dataprovider verrichten van alle handelingen die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van data met betrekking tot beperkingen voor het wegtransport op grond van de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie.

B

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘artikel 2, onder a tot en met d, j en p tot en met r’ vervangen door: artikel 2, onder a tot en met d, j, p tot en met r, u, w en z.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Informatie-uitwisseling

De artikelen 5, 8 en 9 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer en artikel 18 van de Beleidsregel sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

De aanpassing van de Regeling taken Dienst Wegverkeer is nodig in verband met de aanpassingen met het oog op de implementatie van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen voor de onder de minister van Infrastructuur en Milieu ressorterende zelfstandige bestuursorganen (verder: de Kaderwet). Ter uitvoering van de Kaderwet is onder andere de Wegenverkeerswet 1994 aangepast (de wet van 13 september 2012 tot wijziging van een aantal wetten, houdende regels betreffende zelfstandige bestuursorganen die onder de Minister van Infrastructuur en Milieu ressorteren en enige wijzigingen ter actualisatie, vereenvoudiging en verduidelijking (Aanpassingswet zbo's IenM aan de Kaderwet zbo's) (Stb. 2012, 442, verder: de Aanpassingswet)) en zijn de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer en de Beleidsregels sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer opgesteld. Voor een uitgebreidere toelichting op deze operatie wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het aan bovengenoemde wet ten grondslag liggende wetsvoorstel (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011/12, nr. 33 250, nr. 3, blz. 1 t/m 6) en de toelichtingen op de hierboven genoemde regeling en beleidsregel.

Administratieve lasten en nalevingskosten

Er is geen sprake van administratieve lasten of nalevingskosten voor burgers of het bedrijfsleven.

Inwerkingtreding

Vanwege de samenhang met de aanpassingsoperatie treedt de onderhavige datum op hetzelfde tijdstip in werking: met ingang van 1 januari 2013. Hiermee wordt afgeweken van de eis van publicatie twee maanden voor het tijdstip van inwerkingtreding. De regeling heeft echter alleen gevolgen voor de Dienst Wegverkeer en die is door deze afwijkende publicatiedatum niet geschaad, omdat hij al bekend is met deze datum.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel A

Afgifte verklaring van geen bezwaar bij ontbreken kentekenbewijs

Op grond van de in onderdeel z van artikel 2 nieuw aan de Dienst Wegverkeer (RDW) toegewezen taak, krijgt de RDW de bevoegdheid om in gevallen waarin een deel I van een kentekenbewijs ontbreekt een zogenaamde verklaring van geen bezwaar te vragen bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het voertuig voordien was ingeschreven. Het vragen om van een verklaring van geen bezwaar is bijvoorbeeld aan de orde bij de import en registratie van – gerestaureerde – historische voertuigen. Met een dergelijke verklaring van geen bezwaar krijgt de RDW de bevestiging dat de aanvrager van een Nederlands kentekenbewijs het recht heeft om het voertuig in te schrijven. Het vragen om een verklaring van geen bezwaar vindt plaats op verzoek van de aanvrager van het Nederlandse kentekenbewijs en eerst nadat de identiteit van het voertuig is vastgesteld.

Inspire-richtlijn

Het nieuwe onderdeel aa is een voortvloeisel uit de Implementatiewet EG richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie (Inspire-wet). De RDW levert op basis van deze wet ruimtelijke gegevens met betrekking tot beperkingen voor wegtransport aan het Inspire-geoportaal. Op grond van artikel 149b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 registreert en beheert de RDW deze gegevens over de infrastructuur reeds in het kader van de ontheffingverlening voor exceptionele transporten. Als gevolg van deze centralisatie lag het in de rede dat niet iedere wegbeheerder afzonderlijk als dataprovider voor deze gegevens werd aangewezen, maar juist het bestuursorgaan dat die data centraal registreert en beheert. Tijdens het uitvoeringstraject van de Inspire-wet is daarom besloten dat de RDW een van de bestuursorganen is, waarop de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de Inspire-wet, rusten. In aanvulling hierop wordt deze taak op grond van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994, opgenomen in de Regeling taken Dienst Wegverkeer.

Onderdeel B

In dit artikel is aangegeven voor welke andere dan de reeds genoemde taken de RDW prijzen in rekening kan brengen. Het gaat hier om de taken, bedoeld in de onderdelen u, w en z. Onderdeel u betreft de aanwijzing van een technische dienst voor het uitvoeren van een periodieke herkwalificatie als bedoeld in bijlage 3, artikel 4.1.4 van VN/ECE-reglement 110. Voor de toelichting op deze taak wordt verwezen naar de Regeling tot wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met de introductie van vijf nieuwe taken en de Regeling elektronische tolheffingssystemen in verband met de vaststelling eisen tot registratie EETS-aanbieders (Stcrt. 2012, nr. 21482). In onderdeel w gaat het om de mogelijkheid om een prijs te berekenen voor de taak van de RDW op het gebied van de beoordeling van een voertuig op zijn technische kenmerken in het kader van de procedure tot aanwijzing voor toelating tot de weg van een motorrijtuig als bedoeld in artikel 20b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en in onderdeel z ten slotte betreft het de taak van de RDW betreffende de afgifte van verklaringen van geen bezwaar bij het ontbreken van een kentekenbewijs. Voor ene toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op onderdeel A.

Onderdeel C

De derde wijziging betreft de aanpassing van artikel 4. In dit artikel was een aantal artikelen uit het Informatiestatuut Dienst Wegverkeer van overeenkomstige toepassing verklaard, maar in het kader van de hierboven bedoelde aanpassingsoperatie is in de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer een aantal besluiten ingetrokken, waaronder dit Informatiestatuut. Verwezen wordt thans naar de overeenkomende artikelen in de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer en de Beleidsregel sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven