De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling taken Dienst Wegverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door
een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:
-
z. het op basis van artikel 25b, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 eveneens bij
afwezigheid van deel I bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het voertuig
voordien was ingeschreven langs schriftelijke of elektronische weg de bevestiging
verkrijgen dat de aanvrager het recht heeft om het voertuig in een andere lidstaat
in te schrijven;
-
aa. het als dataprovider verrichten van alle handelingen die noodzakelijk zijn voor de
ontsluiting van data met betrekking tot beperkingen voor het wegtransport op grond
van de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie.
B
In artikel 3, eerste lid, wordt ‘artikel 2, onder a tot en met d, j en p tot en met
r’ vervangen door: artikel 2, onder a tot en met d, j, p tot en met r, u, w en z.
C
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4 Informatie-uitwisseling
De artikelen 5, 8 en 9 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer
en artikel 18 van de Beleidsregel sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer
zijn van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
TOELICHTING
Algemeen
De aanpassing van de Regeling taken Dienst Wegverkeer is nodig in verband met de aanpassingen
met het oog op de implementatie van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen voor
de onder de minister van Infrastructuur en Milieu ressorterende zelfstandige bestuursorganen
(verder: de Kaderwet). Ter uitvoering van de Kaderwet is onder andere de Wegenverkeerswet
1994 aangepast (de wet van 13 september 2012 tot wijziging van een aantal wetten,
houdende regels betreffende zelfstandige bestuursorganen die onder de Minister van
Infrastructuur en Milieu ressorteren en enige wijzigingen ter actualisatie, vereenvoudiging
en verduidelijking (Aanpassingswet zbo's IenM aan de Kaderwet zbo's) (Stb. 2012, 442, verder: de Aanpassingswet)) en zijn de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst
Wegverkeer en de Beleidsregels sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer opgesteld.
Voor een uitgebreidere toelichting op deze operatie wordt verwezen naar de memorie
van toelichting bij het aan bovengenoemde wet ten grondslag liggende wetsvoorstel
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2011/12, nr. 33 250, nr. 3, blz. 1 t/m 6) en de toelichtingen op de hierboven genoemde regeling en beleidsregel.
Administratieve lasten en nalevingskosten
Er is geen sprake van administratieve lasten of nalevingskosten voor burgers of het
bedrijfsleven.
Inwerkingtreding
Vanwege de samenhang met de aanpassingsoperatie treedt de onderhavige datum op hetzelfde
tijdstip in werking: met ingang van 1 januari 2013. Hiermee wordt afgeweken van de
eis van publicatie twee maanden voor het tijdstip van inwerkingtreding. De regeling
heeft echter alleen gevolgen voor de Dienst Wegverkeer en die is door deze afwijkende
publicatiedatum niet geschaad, omdat hij al bekend is met deze datum.
Artikelsgewijze toelichting
Onderdeel A
Afgifte verklaring van geen bezwaar bij ontbreken kentekenbewijs
Op grond van de in onderdeel z van artikel 2 nieuw aan de Dienst Wegverkeer (RDW)
toegewezen taak, krijgt de RDW de bevoegdheid om in gevallen waarin een deel I van
een kentekenbewijs ontbreekt een zogenaamde verklaring van geen bezwaar te vragen
bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het voertuig voordien was ingeschreven.
Het vragen om van een verklaring van geen bezwaar is bijvoorbeeld aan de orde bij
de import en registratie van – gerestaureerde – historische voertuigen. Met een dergelijke
verklaring van geen bezwaar krijgt de RDW de bevestiging dat de aanvrager van een
Nederlands kentekenbewijs het recht heeft om het voertuig in te schrijven. Het vragen
om een verklaring van geen bezwaar vindt plaats op verzoek van de aanvrager van het
Nederlandse kentekenbewijs en eerst nadat de identiteit van het voertuig is vastgesteld.
Inspire-richtlijn
Het nieuwe onderdeel aa is een voortvloeisel uit de Implementatiewet EG richtlijn
infrastructuur ruimtelijke informatie (Inspire-wet). De RDW levert op basis van deze
wet ruimtelijke gegevens met betrekking tot beperkingen voor wegtransport aan het
Inspire-geoportaal. Op grond van artikel 149b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet
1994 registreert en beheert de RDW deze gegevens over de infrastructuur reeds in het
kader van de ontheffingverlening voor exceptionele transporten. Als gevolg van deze
centralisatie lag het in de rede dat niet iedere wegbeheerder afzonderlijk als dataprovider
voor deze gegevens werd aangewezen, maar juist het bestuursorgaan dat die data centraal
registreert en beheert. Tijdens het uitvoeringstraject van de Inspire-wet is daarom
besloten dat de RDW een van de bestuursorganen is, waarop de verplichtingen, bedoeld
in de artikelen 5 en 6 van de Inspire-wet, rusten. In aanvulling hierop wordt deze
taak op grond van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994,
opgenomen in de Regeling taken Dienst Wegverkeer.
Onderdeel B
In dit artikel is aangegeven voor welke andere dan de reeds genoemde taken de RDW
prijzen in rekening kan brengen. Het gaat hier om de taken, bedoeld in de onderdelen
u, w en z. Onderdeel u betreft de aanwijzing van een technische dienst voor het uitvoeren
van een periodieke herkwalificatie als bedoeld in bijlage 3, artikel 4.1.4 van VN/ECE-reglement
110. Voor de toelichting op deze taak wordt verwezen naar de Regeling tot wijziging
van de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met de introductie van vijf nieuwe
taken en de Regeling elektronische tolheffingssystemen in verband met de vaststelling
eisen tot registratie EETS-aanbieders (Stcrt. 2012, nr. 21482). In onderdeel w gaat het om de mogelijkheid om een prijs te berekenen voor de taak
van de RDW op het gebied van de beoordeling van een voertuig op zijn technische kenmerken
in het kader van de procedure tot aanwijzing voor toelating tot de weg van een motorrijtuig
als bedoeld in artikel 20b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en in onderdeel
z ten slotte betreft het de taak van de RDW betreffende de afgifte van verklaringen
van geen bezwaar bij het ontbreken van een kentekenbewijs. Voor ene toelichting wordt
verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op onderdeel A.
Onderdeel C
De derde wijziging betreft de aanpassing van artikel 4. In dit artikel was een aantal
artikelen uit het Informatiestatuut Dienst Wegverkeer van overeenkomstige toepassing
verklaard, maar in het kader van de hierboven bedoelde aanpassingsoperatie is in de
Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer een aantal besluiten ingetrokken,
waaronder dit Informatiestatuut. Verwezen wordt thans naar de overeenkomende artikelen
in de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer en de Beleidsregel
sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.