Rectificatie van WBV 2012/24

In de Staatscourant van 19 november 2012, nr. 23880, is het Besluit van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 1 november 2012, nummer WBV 2012/24, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000, gepubliceerd.

Abusievelijk is onder Artikel I, sub A (paragraaf C24/24 Het asielbeleid ten aanzien van Somalië) in de tekst onder subparagraaf 3.1.2 Reer Hamar/Benadiri een oude alinea blijven staan. De tekst van de subparagraaf wordt daarom opnieuw gepubliceerd.

Subparagraaf 3.1.2 Reer Hamar/Benadiri komt te luiden:

3.1.2 Reer Hamar/Benadiri

In brede zin wordt de term Reer Hamar gebruikt als synoniem voor Benadiri. Naast de Reer Hamar zelf (in enge zin), kunnen hier ook onder vallen: Reer Brava, Reer Merka en de Ashraf die onder de Benadiri leven en als Benadiri zouden kunnen worden gezien, Ashraf in Bay en Bakool worden niet onder de Reer Hamar (Benadiri) in brede zin geplaatst. Andere minderheden uit het zuiden van Somalië, zoals Bantu, Bajuni en Midgan, vallen niet onder de Reer Hamar (Benadiri) in brede zin.

Risicogroep

Bij de beoordeling van asielaanvragen van Reer Hamar (in brede zin) is het volgende van belang. De positie van de Reer Hamar is zodanig dat deze bevolkingsgroep moet worden gezien als een risicogroep in de zin van C14/3.6. Dit houdt in dat een individueel lid van deze bevolkingsgroep eerder in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, aanhef en onder a, Vw, omdat eerder wordt geconcludeerd dat de ondervonden gebeurtenissen voldoende zwaarwegend zijn.

De asielzoeker zal de aard van de vervolgingsgronden op de gebruikelijke wijze aannemelijk moeten maken. Hierbij staat het criterium centraal dat de gebeurtenissen die betrokkene heeft ondervonden of vreest, verband houden met zijn persoon én met zijn etnische afkomst. Indien er sprake is van geloofwaardige en individualiseerbare verklaringen kan reeds met geringe indicaties aannemelijk worden gemaakt dat deze problemen leiden tot een gegronde vrees voor vervolging.

Groepen die systematisch bloot staan aan schending van artikel 3 EVRM

De Reer Hamar (in brede zin) kunnen worden aangemerkt als een groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen.

Ten aanzien van een vreemdeling afkomstig uit Somalië die zich beroept op het behoren tot deze groep zal het individualiseringsvereiste zich ertoe beperken dat de vreemdeling aannemelijk dient te maken dat hij tot deze groep behoort. Nadere hem persoonlijk betreffende feiten en omstandigheden behoeven vervolgens niet te worden aangetoond om te komen tot het oordeel dat hij bij terugkeer zal worden blootgesteld aan een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM.

Naar boven