Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 november 2012, nr. WJZ / 12350769, tot opheffing van besmette en bufferzone Sprongenloet

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 17 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 11 en bijlage II van de Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 november 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, J.C. Verdaas.

TOELICHTING

1. Doel en inhoud van de regeling

Met deze regeling wordt het afgebakende gebied Sprongenloet in de gemeente Westland opgeheven. Dit afgebakende gebied was ingesteld in verband met vondsten van de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis) in 2007 en in 2009. Op grond van EU-regelgeving (Beschikking 2008/840/EG van de Commissie van 7 november 2008, vervangen door Uitvoeringsbesluit 2012/138/EU van de Commissie van 1 maart 2012 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen (PbEU 2008, L 300 en PbEU 2012, L 64, hierna genoemd: uitvoeringsbesluit) moeten lidstaten bij de vondst van een Oost-Aziatische boktor een gebied afbakenen bestaande uit een besmette zone en een bufferzone. De afbakening van een gebied kan worden opgeheven wanneer na verder onderzoek blijkt te zijn voldaan aan de voorwaarden voor het niet hoeven afbakenen van een gebied.

In dat licht zijn in maart 2012 de naar aanleiding van eerdere vondsten van de Oost-Aziatische boktor afgebakende gebieden in Maasland, Delft, Krimpen aan de IJssel, Hoofddorp en Boskoop opgeheven (Stcrt. 2012, 3688). Omdat de uitbraak in het Westland (vondst eind 2007, aanvullende vondst in 2009) iets groter in omvang was in vergelijking met de vondsten in voornoemde gebieden, is begin 2012 besloten om dit afgebakende gebied vooralsnog te handhaven en opheffing nader te overwegen na uitvoering van een intensieve survey, om zeker te zijn dat de boktor daadwerkelijk niet meer aanwezig is in het gebied. Inmiddels is deze intensieve survey afgerond en er zijn daarbij geen symptomen van de boktor aangetroffen. Daarom wordt met deze regeling nu ook het afgebakende gebied Westland opgeheven.

2. Regeldrukeffecten

Het intrekken van het afgebakende gebied Westland heeft tot gevolg dat voor bedrijven in het gebied die waardplanten verhandelen, de plantenpaspoortplicht voor een aantal gevoelige planten komt te vervallen. Ook vervalt de verplichting om gedurende twee jaar lang, twee maal per jaar een controle op boktorsymptomen te laten uitvoeren. In principe leidt dit tot administratieve lastenverlichting. Omdat er voor zover bekend in het afgebakende gebied Westland geen bedrijven zijn die waardplanten verhandelen, zal deze regeling in de praktijk geen effect hebben op de administratieve lasten.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Daarmee wordt niet aangesloten bij een vast inwerkingtredingsmoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). De reden hier is dat de bedrijven in de boomkwekerijsector gebaat zijn bij een spoedige inwerkingtreding vanwege exportbelangen en het kunnen geven van garanties aan derde landen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, J.C. Verdaas.

Naar boven