Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 november 2012, IVV/FB/12/14333, tot vaststelling van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie Wet werk en bijstand over het jaar 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 2 van het Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 maart 2010 tot vaststelling van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie Wet werk en bijstand (Stcrt. 5737) worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De arbeidsduurfactor, bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor het jaar 2012 0,10.

  • 4. De arbeidsduurfactor, bedoeld in het tweede lid, bedraagt voor het jaar 2012 0,10.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 november 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

TOELICHTING

Op grond van artikel 74 van de Wet werk en bijstand (WWB) kunnen colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten met een tekort op het budget voor de gebundelde uitkering een verzoek bij de Toetsingscommissie Wet werk en bijstand indienen om in aanmerking te komen voor een aanvullende uitkering. In verband met een toename van de werkzaamheden van de Toetsingscommissie in het lopende jaar 2012 is in deze regeling de arbeidsduurfactor van de voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie voor het jaar 2012 verhoogd.

De toename van de werkzaamheden van de Toetsingscommissie in het jaar 2012 vloeit voort uit de sterke toename van het aantal gemeentelijke verzoeken om een aanvullende uitkering over het budgetjaar 2011.

De toegenomen werkzaamheden vormen aanleiding om voor het jaar 2012 uit te gaan van een hogere arbeidsduurfactor van de voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie. In deze regeling wordt de arbeidsduurfactor eenmalig, voor het jaar 2012, verhoogd van 0,04 naar 0,10. Bij de vaststelling van de arbeidsduurfactor voor het jaar 2012 is uitgegaan van de volgende variabelen:

  • 12 vergaderingen (inclusief voorbereidingstijd en reistijd);

  • advisering over 288 verzoeken om een incidentele aanvullende uitkering (inclusief eventuele advisering in verband met bezwaar- en beroepsprocedures);

  • advisering over 14 verzoeken om een meerjarige aanvullende uitkering (inclusief eventuele advisering in verband met bezwaar- en beroepsprocedures);

  • advisering over 10 voortgangrapportages in het kader van de meerjarige aanvullende uitkering.

De verhoging van de arbeidsduurfactor geldt voor het jaar 2012, waardoor de regeling de facto terugwerkt tot en met 1 januari 2012. De voorzitter en de leden van de Toetsingscommissie zullen voor de reeds gewerkte, verstreken maanden in het jaar 2012 worden nabetaald in de omvang van het verschil tussen de reguliere arbeidsduurfactor van 0,04 en de voor het jaar 2012 bepaalde arbeidsduurfactor van 0,10.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

Naar boven