Besluit wijziging opsporingsvergunning E13

Procesverloop:

  • Tullow Netherlands B.V.(hierna: Tullow) en Gas Plus Netherlands B.V. (hierna: Gas Plus) zijn gezamenlijk houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 21 december 2007 met kenmerk ET/EM/7157572 (Staatscourant 14 januari 2008, nr. 9 ) verleende opsporingsvergunning voor een deel van het blok E13 (E13a) van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De vergunning is laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 19 september 2011, kenmerk: ETM/EM/11138194 (Staatscourant 27 september 2011, nr. 17152);

  • bij brief van 18 september 2012, heeft de vergunninghouder een aanvraag ingediend om verlenging van de geldigheidsduur van de opsporingsvergunning tot en met 31 december 2012.

Overwegingen:

  • de vergunninghouder vraagt de verlenging aan om in samenwerking met een derde partij te komen tot een economisch ontwikkelplan van het Epidoot veld;

  • de vergunninghouder heeft, conform het werkprogramma studies en evaluaties uitgevoerd naar het Epidoot veld. Daarbij is gebleken dat, onder andere door hoge kosten van de geplande boring en de marginale reserves, economische ontwikkeling van het veld problematisch is. De vergunninghouder heeft daarom genoemde derde partij verzocht voor het plaatsen van de boring. Die derde partij kan de geplande boring voordeliger uitvoeren en heeft ook ervaring met vergelijkbare complexe boringen. De derde partij is genegen tot samenwerking en heeft inmiddels een kostenraming aangeleverd, die thans bevestigd moet worden voor het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst;

  • evenwel is nog geen concrete boring door de vergunninghouder in blokdeel E13a gepland;

  • op grond van artikel 18, derde lid, van de Mijnbouwwet heeft de Minster van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de bevoegdheid het tijdvak van de vergunning te verlengen, indien het tijdvak onvoldoende is om de activiteiten, waarvoor de vergunning geldt, te voltooien en deze activiteiten zijn verricht in overeenstemming met de vergunning. Hieraan is voldaan. Er is vooralsnog geen reden de om verlenging van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt te weigeren.

  • gelet op de Mijnbouwwet en de aanvraag kan deze aanvraag worden ingewilligd.

Gelet op artikel 18, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

De tekst van Artikel III, artikel 3 van het besluit van de Minister van Economische Zaken van 21 december 2007 met kenmerk ET/EM/ 7157572 wordt vervangen door de volgende tekst: De duur van de na splitsing ontstane vergunning is geldigheid tot en met 31 december 2012.

Artikel 2

Voor 1 december 2012 deelt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mee, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boring zal worden verricht.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: Y. Peters, MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij dit besluit binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/050), Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven