Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 oktober 2012, nr. 2012-0000602646, houdende de vergoeding van de voorzitters en overige leden van vijf commissies

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

Aan de voorzitter en de overige leden van de

  • a. Advies- en Arbitragecommissie (AAC),

  • b. Adviescommissie Grondrechten en Functie-uitoefening Ambtenaren (AGFA),

  • c. Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering (CABF),

  • d. Bezwarencommissie Veiligheidsonderzoeken (BVO),

  • e. Garantiewetcommissie (GWC) alsmede aan de secretaris van de GWC,

en in voorkomende gevallen, aan personen die aan de werkzaamheden van een commissie deelnemen, wordt een vergoeding per vergadering toegekend overeenkomstig de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, voor zover zij niet op grond van die wet van de toekenning van een vergoeding zijn uitgesloten.

Artikel 2

De vergoeding, bedoeld in artikel 1, bedraagt 3% van het maximum van schaal 18, genoemd in Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en volgt de algemene salarisontwikkeling van het burgerlijk rijkspersoneel. Aan de voorzitters wordt een vergoeding toegekend ter grootte van 130% van het bedrag, bedoeld in de vorige volzin.

Artikel 3

1. Het Besluit vergoeding voorzitters en overige leden van een zestal commissies wordt ingetrokken.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoeding voorzitters en overige leden van een vijftal commissies.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze: de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, G.J. Buitendijk.

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, postbus 20011, 2500 EA Den Haag, onder overlegging van een kopie van dit besluit.

TOELICHTING

In het Besluit vergoeding voorzitters en overige leden van een zestal commissies (besluit van 4 januari 2010, Staatscourant 2010, nr. 509) was de commissie, genoemd in artikel 3 van het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie, (thans de Commissie Integriteit Overheid) ook opgenomen. Per 1 oktober 2012 zijn er nieuwe commissieleden benoemd voor die commissie. De vergoeding voor de voorzitter en de overige leden van die commissie worden thans in een separaat besluit geregeld.

Het onderhavige besluit heeft daarom nog slechts betrekking op de vijf overige commissies die genoemd werden in het Besluit vergoeding voorzitters en overige leden van een zestal commissies. In de systematiek van de vergoeding van de leden en voorzitters van die vijf commissies, van de personen die aan de werkzaamheden van die commissies deelnemen alsmede van de secretaris van de Garantiewetcommissie, wijzigt dit besluit niets. De hoogte van de vergoeding, bedoeld in artikel 2 van dit besluit bedraagt thans 3% van € 8541,18, zijnde € 256,24 per vergadering. Voor de voorzitters bedraagt de vergoeding per vergadering thans € 333,11 (= 130% van € 256,24).

Evenals in het ingetrokken besluit uit 2010, geldt dat de vergoeding voor secretarissen en adjunct-secretarissen van het merendeel van de commissies niet in dit besluit is geregeld. Bedoelde secretariaten zijn ondergebracht bij de Stichting Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) welke stichting in de salariëring voorziet. Dit gaat alleen niet op voor de secretaris van de Garantiewetcommissie, voor welke functie hier wel in vergoeding is voorzien.

Naast de bovengenoemde vergoeding hebben de leden van de betreffende vijf commissies, waar dat aan orde is, aanspraak op een reiskostenvergoeding op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze: de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, G.J. Buitendijk.

Naar boven