Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 23 oktober 2012, nr. IENM/BSK-2012/208074, houdende wijziging van de Waterregeling (ondergrens vergunningplicht onttrekkingen grondwater; wijziging kaarten 2013.1)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3.1, eerste en tweede lid, juncto artikel 3.3 en de artikelen 6.10a, tweede lid, 6.12, tweede lid, onderdeel e, en 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In paragraaf 3 van hoofdstuk 6 wordt voor artikel 6.4 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.3a

Artikel 6.10a, eerste lid, van het besluit is niet van toepassing op het onttrekken van grondwater ten behoeve van:

  • a. een bronbemaling of proefbemaling, indien de hoeveelheid te onttrekken grondwater minder bedraagt dan 100 m3 per uur en in totaal niet meer bedraagt dan 100.000 m3;

  • b. beregening, bevloeiing of veedrenking, indien de hoeveelheid te onttrekken grondwater minder bedraagt dan 60 m3 per uur;

  • c. andere handelingen dan bedoeld onder a of b, indien de hoeveelheid te onttrekken grondwater minder bedraagt dan 10 m3 per uur.

B

In artikel 6.5, tweede lid, wordt ‘bijlage C van het Waterleidingbesluit’ vervangen door: bijlage 4 van de Drinkwaterregeling.

C

In bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A, behorend bij deze regeling:

kaart:

kaartnummer:

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

016

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

081

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

244

D

In bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) wordt de kaart met onderstaand nummer vervangen door de hieronder genoemde kaart met gelijk nummer, opgenomen in bijlage B, behorend bij deze regeling:

kaart:

kaartnummer:

Beheer waterkwantiteit

081

E

De kaart in bijlage VIII (Aanwijzing van de stroomvoerende delen van de rijkswateren (bijlage bij artikel 6.13 van de Waterregeling)) wordt vervangen door de kaart, opgenomen in bijlage C, behorend bij deze regeling.

ARTIKEL II

  • 1. Voor zover voor een op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling bestaand werk of bestaande handeling, welk of welke op dat tijdstip niet strijdig was met de daarvoor krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften, als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van een in bijlage II of III van de Waterregeling opgenomen beheergrens een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft ten aanzien van dat werk of die handeling de watervergunningplicht buiten toepassing.

  • 2. Het eerste lid blijft van toepassing totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt die op zichzelf beschouwd grond vormt voor een watervergunningplicht.

  • 3. In het geval, bedoeld in het tweede lid, geldt de watervergunningplicht voor het gehele samenstel van werken of handelingen.

ARTIKEL III

Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling een aanvraag om een watervergunning als bedoeld in artikel 6.10a, eerste lid, van het Waterbesluit is gedaan voor een onttrekking welke op grond van artikel 6.3a van de Waterregeling, als gewijzigd door deze regeling, is vrijgesteld van de watervergunningplicht, en daarvoor op dat tijdstip nog geen van kracht zijnde en onherroepelijke watervergunning was verleend, wordt de aanvraag als melding in de zin van artikel 6.11, eerste lid, van het Waterbesluit aangemerkt.

ARTIKEL IV

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. Artikel I, onderdeel A, werkt terug tot en met 1 juli 2012.

  • 3. Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 juli 2011.

  • 4. Artikel I, onderdeel E, werkt terug tot en met 1 oktober 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen A en B met de kaarten, die ter inzage worden gelegd op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en tevens raadpleegbaar zijn op en te downloaden van www.waterwet.nl.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

BIJLAGE A, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C, VAN DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE WATERREGELING (ONDERGRENS VERGUNNINGPLICHT ONTTREKKINGEN GRONDWATER; WIJZIGING KAARTEN 2013.1)

Deze bijlage ligt ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en is tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl.

BIJLAGE B, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL D, VAN DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE WATERREGELING (ONDERGRENS VERGUNNINGPLICHT ONTTREKKINGEN GRONDWATER; WIJZIGING KAARTEN 2013.1)

Deze bijlage ligt ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en is tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl.

BIJLAGE C, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDER E, VAN DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE WATERREGELING (ONDERGRENS VERGUNNINGPLICHT ONTTREKKINGEN GRONDWATER; WIJZIGING KAARTEN 2012.1) (KAART BIJLAGE VIII AANWIJZING VAN DE STROOMVOERENDE DELEN VAN DE RIJKSWATEREN (BIJLAGE BIJ ARTIKEL 6.13 VAN DE WATERREGELING))

Detailkaarten liggen ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en zijn tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl (bij: Kaarten beleidslijn grote rivieren).

TOELICHTING

Algemeen

De voorliggende Regeling tot wijziging van de Waterregeling (ondergrens vergunningplicht onttrekkingen grondwater; wijziging kaarten 2013.1) omvat de volgende wijzigingen:

  • invoering van ondergrenzen voor de watervergunningplicht voor onttrekkingen van grondwater in het beheergebied van Rijkswaterstaat (RWS);

  • correctie van een onjuiste verwijzing in artikel 6.5 van de Waterregeling (Wtr) naar bijlage C van het met de inwerkingtreding van de Drinkwaterwet op 1 juli 2011 ingetrokken Waterleidingbesluit;

  • vervanging van vijf kaarten in de bijlagen II, III en VIII van de Wtr.

De wijziging heeft beperkt positieve gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven en mogelijk ook voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten van de Waterregeling. Voor grondwateronttrekkingen in beheergebieden van RWS worden jaarlijks naar schatting 20 watervergunningen verleend. Invoering van de ondergrenzen leidt naar verwachting tot circa 10 minder vergunningen per jaar, waarmee een reductie van AL van naar schatting netto circa € 100.000 – afhankelijk van de onderzoekslasten – op jaarbasis wordt bereikt (netto omdat tegenover de lastenreductie staan de lasten in verband met de meldingen). Er is voorts geen besparing op leges omdat RWS geen leges heft. De mogelijke beperking van bestuurlijke en uitvoeringslasten kan (mede vanwege de zeer beperkte aantallen) moeilijk worden gekwantificeerd omdat tegenover het vervallen van de vergunning het behandelen van meldingen en het handhaven van de toepasselijke algemene regels staat.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (nieuw artikel 6.3a Wtr)

Sinds 1 juli 2012 is de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (voor deze: RWS) bevoegd gezag voor grondwateronttrekkingen en infiltraties die plaatsvinden in de gebieden waar Rijkswaterstaat het waterkwantiteitsbeheer voert. In de nota van toelichting bij het Besluit van 16 april 2012 tot wijziging van het Waterbesluit en enkele andere besluiten (aanpassingen van ondergeschikt belang) (Stb. 179) is aangekondigd dat op grond van het tweede lid van artikel 6.10a van het Waterbesluit een bepaling in de Waterregeling zou worden opgenomen om te voorkomen dat ook voor kleinschalige grondwateronttrekkingen een vergunning zou zijn vereist. Met dit nieuwe artikel wordt dat geregeld. Zoals in de genoemde toelichting bij het Waterbesluit is vermeld, wordt aangesloten bij de ondergrens die ook door waterschappen wordt gehanteerd voor de vergunningplicht voor grondwateronttrekkingen. Waterschappen onderscheiden in hun keur (of de daarop gebaseerde algemene regels) verschillende typen grondwateronttrekkingen met ieder een eigen ondergrens. Deze systematiek is overgenomen. De belangrijkste grondwateronttrekkingen die in het beheergebied van RWS zullen plaatsvinden zijn naar verwachting bronbemalingen (ook wel bouwputbemalingen genoemd) en agrarische onttrekkingen. De ondergrens voor dergelijke onttrekkingen verschilt per waterschap. Aangezien grondwateronttrekkingen in het beheergebied van RWS langs de grote rivieren naar verwachting het meest zullen voorkomen, zijn de grenzen overgenomen die door de waterschappen langs de grote rivieren worden gehanteerd. Er is afgezien van definities van de termen bronbemaling, proefbemaling, beregening, bevloeiing en veedrenking. In de praktijk zijn deze begrippen gemeengoed, zodat het definiëren daarvan overbodig is.

Artikel I, onderdeel B (correctie artikel 6.5 Wtr)

Dit onderdeel bevat de eerdergenoemde correctie van een onjuiste verwijzing in artikel 6.5 van de Waterregeling (Wtr) naar bijlage C van het met de inwerkingtreding van de Drinkwaterwet op 1 juli 2011 ingetrokken Waterleidingbesluit.

Artikel I, onderdelen C en D (vervanging kaarten in bijlagen II en III Wtr)

Dit betreft de volgende bijlagen van de Wtr:

  • bijlage II Wtr, met de kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling);

  • bijlage III Wtr, met de kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling).

De nieuwe kaarten van bijlagen II en III bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer. De wijzigingen in de grenzen zijn veroorzaakt door:

  • verbeteringen van de eerste versie van de kaarten;

  • vastlegging van de met andere bevoegde gezagen (waterschappen) afgesproken aanpassingen van de beheergrenzen.

De (nieuwe) kaarten, bedoeld in de bijlagen II en III, zijn digitaal te raadplegen op en te downloaden van www.waterwet.nl.

Artikel I, onderdeel E (wijziging kaart bijlage VIII Wtr)

De kaart in bijlage VIII Wtr (aanwijzing van stroomvoerende delen rijkswateren), behorend bij artikel 6.13 Wtr, is gewijzigd krachtens artikel I, onderdeel E. Aanleiding tot de wijziging is het Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 10 juli 2012, nr. IENM/BSK-2012/129764, tot wijziging van de Beleidsregels grote rivieren (BGR). Met dat besluit is het beheerregime van delen van het benedenriviergebied gewijzigd van ‘stroomvoerend’ in ‘bergend’. Omdat ook op de kaart in bijlage VIII van de Wtr de stroomvoerende delen van het rivierbed worden weergegeven, is deze kaart overeenkomstig de wijziging van de BGR aangepast. Het betreft hier specifiek de aanwijzing van rijkswateren of delen daarvan waarvoor de vrijstelling van artikel 6.12, tweede lid, van het Waterbesluit van de watervergunningplicht voor het permanent afmeren van woonboten en andere drijvende objecten niet geldt. Als van die vrijstelling uitgezonderde wateren zijn krachtens artikel 6.13 Wtr de stroomvoerende delen van de wateren, bedoeld in bijlage VIII Wtr aangewezen. In die stroomvoerende delen geldt de genoemde watervergunningplicht dus onverkort. Bij deze aangewezen stroomvoerende delen geldt dus het verbod van het eerste lid van artikel 6.12 Waterbesluit (om zonder vergunning als bedoeld in artikel 6.5 van de Waterwet gebruik te maken van een oppervlaktewaterlichaam of een bijbehorend kunstwerk in beheer bij het Rijk, niet zijnde de Noordzee, door (….) werken te maken of te behouden, vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen etc.) krachtens het tweede lid van dat artikel dus onverkort voor het permanent afmeren van woonschepen of andere drijvende objecten in rijkswateren.

Artikel II (overgangsbepaling)

Dit artikel omvat de gebruikelijke overgangsbepaling bij wijziging van beheergrenzen voor ten tijde van het van kracht worden van deze regeling bestaande werken en handelingen. Deze worden niet watervergunningplichtig enkel door de wijziging van de beheergrenzen krachtens deze regeling. Voorwaarde is wel dat deze werken of handelingen op het tijdstip direct voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan de krachtens de Waterwet gestelde regels en voorschriften voldeden (zoals zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften, meldingsplichten, informatieplichten enz.). Indien nadien een zodanige wijziging plaatsvindt dat deze zelfstandig grond vormt voor een watervergunningplicht dient voor de handeling of het werk als geheel een watervergunning te worden aangevraagd.

Artikel III (overgangsbepaling)

Krachtens artikel IV, tweede lid, werkt de vrijstelling van de watervergunningplicht voor onttrekkingen van grondwater beneden de daarvoor bepaalde ondergrens terug tot en met 1 juli 2012 (zijnde de datum van het van kracht worden van die vergunningplicht). In verband daarmee worden aanvragen gedaan op of na 1 juli 2012 die op 1 januari 2013 nog niet hebben geleid tot een van kracht zijnde en onherroepelijke vergunning aangemerkt als een melding in de zin van artikel 6.11 van het Waterbesluit. De verplichtingen van dat artikel zijn onverkort van toepassing.

Artikel IV (inwerkingtreding)

De systematiek van de vaste verandermomenten wordt niet gevolgd (met name niet de periode van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding), vanwege de hoge publieke en private nadelen die kunnen ontstaan bij vertraging en vanwege het grotendeels reparatoire karakter van een deel van de wijzigingen. Verder uitstel van invoering zou hoge onderzoekslasten bij kleinschalige onttrekkingen met zich brengen en tot (verdere) rechtsonzekerheid leiden in verband met de verwijzing naar het (ingetrokken) Waterleidingbesluit en het nog niet gesynchroniseerd zijn van de kaart in bijlage VIII van de Waterregeling met de eerdergenoemde wijziging van de BGR per 1 oktober 2012. Met het oog daarop werkt de wijziging van de kaart in bijlage VIII Wtr (artikel I, onderdeel E) terug tot en met die datum.

Ook wordt terugwerkende kracht verleend aan:

  • artikel I, onderdeel A (vrijstelling gaat werken vanaf hetzelfde moment als waarop de watervergunningplicht voor de onttrekkingen van kracht is geworden, te weten 1 juli 2012);

  • artikel I, onderdeel B (correctie onjuiste verwijzing naar Waterleidingbesluit vindt plaats met terugwerkende kracht zodat er geen misverstand over kan ontstaan dat degene die infiltreert op de juiste wijze de kwaliteit van het te infiltreren water heeft gemeten enz.).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

Naar boven