Bekendmaking wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor de houtverwerkende industrie

Gezien de op 5 september 2012 ontvangen aanvraag van Syntrus Achmea namens de Nederlandse Emballage- en Palletindustrie Vereniging, de Nederlandse Vereniging van Klompenfabrikanten, de Vereniging van Nederlandse Borstelfabrikanten, de Vereniging HAS en HNF BOUW en CNV Vakmensen, dat de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie, ingevolge de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, wordt gewijzigd voor de in de aanvraag bedoelde groepen van personen in de bedrijfstak voor de Houtverwerkende Industrie;

Overwegende, dat genoemde organisaties zijn te beschouwen als een vertegenwoordiging van het georganiseerde bedrijfsleven in genoemde bedrijfstak, en naar het oordeel van de Minister een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen vertegenwoordigen;

Gelet op de artikelen 10, eerste lid en 16 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Gezien het overleg met De Nederlandsche Bank;

Besluit:

  • I. Wijzigt zijn besluit van 2 november 1995, nr. 94/4667, Stcrt. 1995 nr. 215 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 april 2012, Stcrt 2012, nr. 8739) waarin werd overgegaan tot het verplicht stellen van de deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie.

    De verplichtstelling tot deelneming komt na wijziging te luiden als volgt:

    "De deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie is

    verplichtgesteld voor alle werknemers tot de eerste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd

    wordt bereikt, die in dienst zijn van ondernemingen in de bedrijfstak, met uitzondering van bestuurders van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, met dien verstande dat voor werknemers die hun 20ste verjaardag nog niet hebben bereikt, slechts een risicodekking voor overlijden en arbeidsongeschiktheid geldt.

    Hierbij worden verstaan onder ondernemingen in de bedrijfstak:

    • A. Ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van de vervaardiging, assemblage, import en groothandel van artikelen van hout of kunststof danwel hetgeen binnen het kader van deze ondernemingen ter vervanging van deze grondstof dient, waaronder begrepen:

      • 1. huishoudelijke artikelen (met uitzondering van groothandel);

      • 2. speelgoederen; waaronder educatieve materialen;

      • 3. sportartikelen;

      • 4. gereedschappen en onderdelen daarvan;

      • 5. technische artikelen ten behoeve van industrie, ambacht, bedrijf, beroep en instellingen;

      • 6. gebogen en gedraaide, gekartelde, geperste, gelijmde en geverfde producten;

      • 7. looprekken, kinderstoelen, lectuurbakken;

      • 8. naaidozen, etagères, thermometers, barometers, borstelhangers, eenvoudige boekenplanken, etensdragers, dienbladen, souvenirartikelen, sigarenkisten, sierdozen en andere houten kleinverpakkingen;

      • 9. lucifers en potloden;

      • 10. decoratieve producten voor de particuliere tuin;

      • 11. fineer;

      • 12. andere producten van hout of hetgeen ter vervanging daarvan dient, met uitzondering van:

        • a. meubelen en onderdelen daarvan;

        • b. producten voor de bouwnijverheid (timmerwerk);

        • c. triplex en meubelplaat;

        • d. parket- en hardhoutvloeren;

        • e. houtvezelplaten;

        • f. producten van de ondernemingen die zijn aangesloten bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Kunststof- en Rubberindustrie.

      Met uitzondering van de volgende ondernemingen:

      • ondernemingen vallend onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO in de Metalektro 2010/2011, besluit d.d. 25 mei 2010, bijvoegsel Stcrt 2010, nr 8109 en/of de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro 2010/2011, besluit d.d. 25 mei 2010, bijvoegsel Stcrt 2010, nr. 8114;

      • ondernemingen vallend onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf 2011/2013, besluit d.d. 29 augustus 2011, bijvoegsel Stcrt 2011, nr. 11220.

    • B.

      • 1. Ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van de vervaardiging, het herstellen, assemblage, import en groothandel van emballage en pallets van hout of van kunststof, danwel van hetgeen binnen het kader van deze ondernemingen tot vervanging van hout of kunststof als grondstof dient, met uitzondering van de volgende ondernemingen:

        • ondernemingen waarin hoofdzakelijk het bedrijf wordt uitgeoefend van de grafkistenindustrie;

        • ondernemingen vallend onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het Kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf 2011/2012, besluit d.d. 18 maart 2011, bijvoegsel Stcrt 2011, nr. 3054;

        • ondernemingen die zijn aangesloten bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Kunststof- en Rubberindustrie;

        • ondernemingen vallend onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO in de Metalektro 2010/2011, besluit d.d. 25 mei 2010, bijvoegsel Stcrt 2010, nr 8109 en/of de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro 2010/2011, besluit d.d. 25 mei 2010, bijvoegsel Stcrt 2010, nr. 8114;;.

        • ondernemingen vallend onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf 2011/2013, besluit d.d. 29 augustus 2011, bijvoegsel Stcrt 2011, nr. 11220.

      • 2. Ondernemingen en/of afdelingen van een onderneming waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van de vervaardiging, het herstellen, assemblage, import en groothandel van houten draag- en/of sierklompen en/of van houten sandalen.

    • C. Ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van de vervaardiging, assemblage, groothandel en import van borstels, kwasten, borstelvezels en borstelhaar van de borstel- en kwastenindustrie en/of -assemblage en het borstelvezel- en haarbereidingsbedrijf.

    • D. Ondernemingen, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het vervaardigen en/of assembleren van geheel of gedeeltelijk houten vaten, kuipwerk en/of bakken - niet dienende voor verpakking - en aanverwante technische houtwaren, ook als deze artikelen binnen het kader van deze ondernemingen van een andere grondstof dan van hout vervaardigd zijn.

    • E Deze verplichtstelling geldt niet voor werknemers die werkzaam zijn op een afdeling van een onderneming die valt onder een andere algemeen verbindend verklaarde CAO dan de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de Houtverwerkende Industrie, besluit d.d. 27 mei 2011, bijvoegsel Stcrt 2011, nr. 7995.

    • F. Deze verplichtstelling is niet van toepassing op de werknemers van Bruynzeel Potlodenfabriek te Bergen op Zoom."

  • II. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

's-Gravenhage, 15 oktober 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven