Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 24 september 2012, nr. DME/480/2012, tot instelling en bezoldiging van de Adviescommissie Fonds Duurzaam Water

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 4.8 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Gelet op het besluit van 21 maart 2012, nr. DJZ/BR/0311-2012, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, Fonds Duurzaam Water (FDW)1.

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Er is een Adviescommissie Fonds Duurzaam Water (AFDW).

  • 2. De adviescommissie adviseert de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de beoordeling van aanvragen voor subsidie in het kader van het Fonds Duurzaam Water (FDW).

Artikel 2

  • 1. De adviescommissie toetst de beoordeling van aanvragen op kwaliteit en consistentie met de beleidsregels voor het Fonds Duurzaam Water.

  • 2. De toetsing van de adviescommissie resulteert in instemming met of afwijking met de voorgenomen uitkomst van de beoordeling van een aanvraag. In het advies van de commissie worden de argumenten bij een afwijkend oordeel duidelijk aangegeven.

  • 3. Een lid van de adviescommissie neemt niet deel aan de voorbereiding en vaststelling van een advies, indien hij een persoonlijk belang heeft bij het ingediend projectvoorstel.

Artikel 3

  • 1. De adviescommissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en tenminste twee en ten hoogste zes andere leden.

  • 2. De voorzitter en de overige leden van de adviescommissie worden benoemd en ontslagen door de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken voor een door de Staatsecretaris te bepalen tijdvak.

  • 3. De leden van de adviescommissie zijn te allen tijde herbenoembaar.

  • 4. Het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering van de adviescommissie is bereikt bij aanwezigheid van een meerderheid van de benoemde leden. De commissie streeft naar consensus in haar besluitvorming. Indien de stemmen staken dan besluit de voorzitter.

  • 5. De Staatsecretaris kan een waarnemer aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de adviescommissie bij te wonen. De waarnemer heeft geen stemrecht.

Artikel 4

  • 1. Aan de voorzitter van de adviescommissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, ter hoogte van 2,8% van het maximumbedrag van salarisschaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Voor de voorzitter geldt een arbeidsduurfactor van 0,028.

  • 2. Aan de leden van de adviescommissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, ter hoogte van 2,6% van het maximumbedrag van salarisschaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Voor de leden geldt een arbeidsduurfactor van 0,026.

Artikel 5

  • 1. De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken voorziet in het secretariaat van de adviescommissie.

  • 2. De adviescommissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 3. De adviescommissie stelt voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar.

Artikel 6

  • 1. De adviescommissie verstrekt desgevraagd aan de Staatsecretaris de voor de uitoefening van zijn taken benodigde inlichtingen. De Staatsecretaris kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 2. Het beheer door de adviescommissie van archiefbescheiden betreffende de advisering geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, namens deze: de plaatsvervangend directeur-generaal Internationale Samenwerking, C. Rebergen.

Naar boven