De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie,
Gelet op de artikelen 84b, tweede lid, 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
TOELICHTING
In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen per 1 januari 2012 vastgesteld. Dat heeft enerzijds
te maken met de toevoeging van extra middelen ten behoeve van de verdere inkorting van carrièrelijnen en de invoering van
de landelijke functiemix in het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland en anderzijds in verband met een efficiencykorting
sectorraden. De regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar
2011 wordt als gevolg hiervan gelijktijdig ingetrokken.
Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2012 over de definitieve kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
2012 (incl. sociale werkgeverslasten) kunnen deze bedragen per 1 januari 2012 nog wijzigen. In het voorjaar van 2012 wordt
hierover meer duidelijkheid verstrekt.
De desbetreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.
Maatregelen per 1 januari 2012.
Specifiek voor de personeelscategorie leraren zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2012:
-
− In het kader van het Convenant LeerKracht van Nederland sectoren primair- en voortgezet onderwijs zijn ook voor 2012 extra middelen beschikbaar voor de verdere inkorting
van de carrièrelijnen en de landelijke functiemix die in het kalenderjaar 2012 via de reguliere bekostiging worden verstrekt.
Met ingang van 1 januari 2012 worden de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen
(€ 34,3 mln.) kunnen worden aangewend voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van de carrièrelijnen en de landelijke
functiemix in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen komen bovenop de middelen die al in 2009, 2010 en
2011 in de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt. Naast deze middelen is via een afzonderlijke regeling
in 2009, 2010 en 2011 aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s.
Ook voor het kalenderjaar 2012 is hiervoor een aparte regeling gepubliceerd.
Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2012:
Uitbetaling
Met het overzicht financiële beschikkingen van december 2011 wordt de personele bekostiging voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld.
Deze vaststelling wordt herzien nadat de nieuwe bedragen voor 2012 in de Staatscourant zijn gepubliceerd. Afhankelijk van
besluitvorming over de kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in 2012, kunnen deze nieuwe bedragen daarna nog wijzigen.
In onderstaande tabel zijn de verschillende gpl-bedragen opgenomen:
Overzicht landelijke gemiddelde personeelslast (gpl) bedragen kalenderjaar 2012 (oud) en (nieuw).
Soort bedrag
|
Bedrag per 1 januari 2012 (oud)1
|
Bedrag per 1 januari 2012 (nieuw)
|
Schoolsoortgroep 1
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 80.932,82
€ 72.227,97
|
€ 80.858,52
€ 72.701,93
|
Schoolsoortgroep 2
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 96.593,97
€ 81.916,36
|
€ 96.505,30
€ 82.453,90
|
Schoolsoortgroep 3
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 95.562,92
€ 77.914,45
|
€ 95.475,19
€ 78.425,72
|
Schoolsoortgroep 4
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 92.826,54
€ 74.149,81
|
€ 92.741,33
€ 74.636,38
|
OOP alle groepen:
|
€ 42.436,79
|
€ 42.397,83
|
Administratieve lasten
Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen
van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. De scholen hoeven geen aanvraag
in te dienen voor de (gewijzigde) bekostiging en de regeling veroorzaakt dan ook geen administratieve lasten. De bekostiging
wordt ambtshalve verstrekt.
Vaste Verandermomenten
Deze regeling voorziet in het vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2012. Bij het
toepassen van een vaste inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijn van ten minste twee maanden – volgens het uitgangspunt
van kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten, zoals verwoord in Kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 29 515, nr. 181, – zou inwerkingtreding pas op 1 maart 2012 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling voor 1 januari 2012.
Nu de regeling verandering wenst te brengen in de gpl-bedragen voor het gehele kalenderjaar 2012, is het maatschappelijk onwenselijk,
van invoering per 1 januari 2012 af te wijken. Eerdere publicatie was namelijk niet mogelijk omdat de definitieve bijstellingen
in het najaar bekend zijn geworden. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking met
als invoeringsdatum 1 januari 2012.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 en 3
De gpl-bedragen voor alle categorieën worden per 1 januari 2012 opnieuw vastgesteld.
Dit heeft te maken met de maatregelen zoals die onder de kop Maatregelen per 1 januari 2012 zijn toegelicht.
De gpl-bedragen voor de categorieën directie en onderwijsondersteunend personeel dalen licht (–0,09%) ten opzichte van de
gpl-bedragen per 1 januari 2012 als gevolg van de efficiencykorting sectorraden.
De gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren stijgen echter per 1 januari 2012 met 0,66%. Deze verhoging betreft het
saldo van de efficiencykorting sectorraden (–0,09%) en de toevoeging van de extra middelen voor de verdere inkorting van de
carrièrelijnen en landelijke functiemix (+0,75%). Hetzelfde geldt voor de aanvullende bekostiging voor de personeelscategorie
leraren.
In het Convenant LeerKracht van Nederland is afgesproken dat de voortgang van de prestatieafspraken voor de functiemix jaarlijks zal worden gemonitord.
Hiervoor is in het convenant vastgelegd dat tijdige, volledige en accurate levering van de (wettelijk) verplichte personeelsgegevens
door individuele instellingen aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een voorwaarde is voor het ontvangen van convenantsmiddelen.
Deze gegevens zijn nodig voor het verdelen van de middelen en het monitoren van de ontwikkeling van de functiemix en daaraan
verbonden uitgaven door scholen. De meting van de tussendoelen is bepaald op 1 oktober 2011. Op www.functiemix.nl kan de ontwikkeling
van de functiemix/salarismix op schoolniveau bekeken worden (door te zoeken op schoolnaam, brinnummer, bestuursnummer of gemeente).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.