Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 25 september 2012, nr. WJZ/12097603, tot wijziging van de Beleidsregels cumulatietoets in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels cumulatietoets steun in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden.

  • 2. Het opgaveformulier wordt voorzien van een accountantsverklaring indien op grond van artikel 3, derde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie een accountantsverklaring is vereist.

B

Artikel 4, derde lid, vervalt.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de cumulatietoets voor een productie-installatie die op grond van punt 5.1 van het milieusteunkader voor een nadere beoordeling is aangemeld bij de Europese Commissie, uitgevoerd aan de hand van de rekenmethodiek die in de goedkeurende beschikking van de Europese Commissie is gehanteerd.

D

In de artikelen 6, 7, derde lid, 8, 10, onderdelen a en b en 12, derde lid, onderdelen a en b wordt de zinsnede ‘MWh of Nm3’ telkens vervangen door: MWh, Nm3 of GJ.

E

In de aanhef van artikel 10 wordt de zinsnede ‘de waarde van SDE-subsidie’ vervangen door: de waarde van de maximale SDE-subsidie.

F

Na artikel 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

Bij de berekening van de waarde van de geprognosticeerde SDE-subsidie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • a. indien het afgesloten productiejaren betreft: de netto contante waarde per datum aanvang project van de werkelijke productie in MWh, Nm3 of GJ die per jaar voor subsidie in aanmerking komt en per jaar vermenigvuldigd met het basisbedrag minus de voor de betreffende kalenderjaren vastgestelde correctiebedragen;

  • b. indien het nog niet afgesloten productiejaren betreft: de netto contante waarde per datum aanvang project van de maximale productie in MWh, Nm3 of GJ die voor subsidie in aanmerking komt en per jaar vermenigvuldigd met het basisbedrag minus de geprognosticeerde elektriciteitsprijs, gasprijs of energieprijs voor warmte. De geprognosticeerde elektriciteitsprijs, gasprijs of energieprijs voor warmte worden gebaseerd op de meest recent vastgestelde correctiebedragen, waarbij voor toekomstige jaren rekening gehouden kan worden met inflatie.

G

Artikel 12, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘elektriciteitsprijs en gasprijs’ vervangen door: elektriciteitsprijs, gasprijs of energieprijs voor warmte.

2. In onderdeel b wordt de zinsnede ‘de basiselektriciteitsprijs of de basisgasprijs’ vervangen door: de geprognotiseerde elektriciteitsprijs, gasprijs of energieprijs voor warmte.

H

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

  • 1. Er is sprake van overstimulering indien [Netto investering + Return on Capital + Exploitatiesaldo] < [ geprognosticeerde SDE subsidie + andere exploitatiesubsidies + verkoopinkomsten energie] of indien [Netto investering + Return on Capital] < [maximale SDE subsidie + andere exploitatiesubsidies].

  • 2. In afwijking van het eerste lid is er voor de categorieën elektriciteit uit biomassa, afvalverbranding en hernieuwbaar gas sprake van overstimulering indien [Netto investering + Return on Capital + Exploitatiesaldo] < [geprognosticeerde SDE subsidie + andere exploitatiesubsidies + verkoopinkomsten energie].

ARTIKEL II

De bij de Beleidsregels cumulatietoets steun in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie behorende bijlage wordt vervangen door de bij deze beleidsregels bijhorende bijlage.

ARTIKEL III

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 september 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL II, VAN DE BELEIDSREGEL VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE VAN 25 SEPTEMBER 2012, NR. WJZ/12097603, TOT WIJZIGING VAN DE BELEIDSREGELS CUMULATIETOETS IN HET KADER VAN HET BESLUIT STIMULERING DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE

Bijlage behorende bij artikel 2, derde lid, van de Beleidsregels cumulatietoets in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie

Opgaveformulier MSK toets en investeringskosten

(opgaveformulier behorend bij de Beleidsregels cumulatietoets in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie)

Deel I

Projectgegevens :

Projectnummer: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Aanvragernaam: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Type installatie: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Technologie: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Energiebron: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Nominaal vermogen: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

«WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Gerealiseerde datum ingebruikname: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Startdatum subsidie: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Einddatum subsidie: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Totaal gecommitteerd bedrag: «WORDT INGEVULD DOOR AGNL»

Deel II(Zelf invullen)

Financieringsgegevens :

A: Heeft u naast SDE en EIA nog andere steun? Ja/nee. Zo nee, ga naar deel V (ondertekening)

B: Investeringskosten : € .....

Indien het verleende SDE-subsidiebedrag hoger is dan € 125.000 dan dient u een specificatie van de investeringskosten voorzien van een accountantsverklaring bij te voegen. Het model accountantsverklaring + controleprotocol is als bijlage aan dit formulier toegevoegd.

Het model accountantsverklaring + controleprotocol is te vinden op www.agentschapnl.nl/sde.

C Welk deel van de financiering wordt uit eigen vermogen gedaan? : ..... %

Toelichting:

 
 
 
 

Maakt u gebruik van een leaseconstructie? :.....Ja / Nee

Zo ja, geef een beschrijving van de aard van deze constructie :

 
 
 
 
Deel III(Zelf invullen)

Subsidiegegevens :

Geniet u naast de SDE-subsidie voor deze installatie ook nog steun op grond van een van onderstaande of overige steunmaatregelen, of heeft u die reeds genoten dan wel zult u die nog genieten.

Regeling

     

Meldings-/Subsidiebedrag

         

EIA

 

Ja / Nee

 

€ .....

EIA meldingsnummer(s)

 

.....

   
         
         
         
         
         

MIA/ VAMIL

 

Ja / Nee

 

€ .....

         

MIA/ VAMIL meldingsnummer

 

.....

   
         

TWA (regeling tijdelijke willekeurige afschrijving)

 

Ja / Nee

   
         

Groenfinanciering

 

Ja / Nee

 

€ .....

         

DEN, ROB, EOS, UKR of andere subsidies

 

Ja / Nee

 

€ .....

 Projectnummer DEN,ROB, EOS en/of UKR

       
         

Overige rijks, EU, provinciale, gemeentelijke subsidies .....

 

Ja / Nee

 

€ .....

Naam en projectnummer subsidieregeling(en)

       
         
         
Deel IV

Exploitatiegegevens

A Is aan u SDE-subsidie verleend in de categorie elektriciteit uit biomassa of afvalverbranding of hernieuwbaar gas?

Ja / Nee

Indien ja, dan dient u een overzicht van de exploitatiegegevens als bijlage te verstrekken. U kunt daarbij eventueel gebruikmaken van het ‘model exploitatieoverzicht’. Deze is te vinden op de website www.agentschapnl.nl/sde.

Indien nee, ga dan verder met vraag B

B Voor de exploitatiekosten worden de exploitatiekosten gebruikt zoals vermeld in het ‘ECN-model onrendabele topberekening’ behorende bij de basisprijs die van toepassing is voor de producent. Wilt u op grond van artikel 12, eerste lid, onder b van de Beleidsregels afwijken van de forfaitaire waarden uit de onrendabele topberekening van ECN.

Ja / Nee

Indien ja, dan dient u deze afwijkingen in de exploitatiekosten te onderbouwen.

Deel V

Ondertekening :

Aldus naar waarheid ingevuld

Naam ondertekenaar .....

Plaats .....

Datum .....

Handtekening .....

TOELICHTING

I. Algemeen

Om de productie van elektriciteit, gas en warmte uit hernieuwbare energiebronnen te stimuleren, kunnen producenten subsidie aanvragen op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie. Dit besluit sluit niet uit dat een producent naast SDE ook andere subsidie kan ontvangen. De Beleidsregels cumulatietoets steun in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (Stcrt. 2011, nr. 22069) geven rekenregels die de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in een dergelijk geval uitvoert om te kunnen beoordelen of een subsidieontvanger door de cumulatie van subsidies teveel subsidie ontvangt. Deze beleidsregels dienen op het punt van de rekenregels voor grote productie-installatie worden aangepast. Tevens wordt een aantal kleinere aanpassingen doorgevoerd.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A

In artikel 3, tweede lid, is opgenomen dat het opgaveformulier voorzien wordt een accountantsverklaring over de investeringskosten indien het verleende subsidiebedrag hoger is dat 125.000 euro. In de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie is opgenomen dat de subsidie-ontvanger een jaar na de ingebruikname van zijn productie-installatie een accountantsverklaring aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie moet zenden indien de investeringskosten meer dan 125.000 euro bedragen. De beleidsregels worden met deze grens gelijkgetrokken. Indien op grond van de Algemene uitvoeringsregeling geen accountantsverklaring is vereist, hoeft het opgaveformulier ook niet van een accountantsverklaring te worden voorzien.

Artikel I, onderdelen B en C

In het tweede lid van artikel 4 wordt een verwijzing naar artikel 3, vierde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie opgenomen. Als een producent naast SDE alleen steun op grond van artikel 3.42 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 ontvangt, hoeft de producent geen overzicht van de daadwerkelijke investeringskosten in te dienen. In dat geval voert de minister ook geen cumulatietoets uit.

Productie-installaties met een opgesteld vermogen van meer dan 125 MWe moeten op grond van het milieusteunkader aan de Europese Commissie worden gemeld. In de melding moet voor het project aangetoond worden dat de totale subsidie niet hoger is dan noodzakelijk. Indien in de beschikking van de Europese Commissie een andere rekenmethodiek is opgenomen, is het onwenselijk als bij de cumulatietoets die op een later moment door de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt uitgevoerd, wordt afgeweken van de door de Europese Commissie gehanteerde rekenmethodiek. Om deze reden wordt in artikel 5 opgenomen dat de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in een dergelijk geval van de rekenregels die in de beleidsregels zijn opgenomen kan afwijken en de rekenmethodiek van de Europese Commissie hanteert. Hiermee wordt voorkomen dat een subsidie-ontvanger op een later moment wordt geconfronteerd met een verlaging van de SDE-subsidie, terwijl de omstandigheden ten opzichte van de melding aan de Europese Commissie niet zijn veranderd. Benadrukt wordt dat dit alleen geldt in het geval van ongewijzigde omstandigheden; indien de subsidie-ontvanger na de goedkeuring door de Europese Commissie andere steun geniet, zal deze nieuwe steun worden meegenomen in de cumulatietoets en wordt de SDE-subsidie gekort indien uit de cumulatietoets blijkt er sprake is van overstimulering. De cumulatietoets zal in dit geval echter worden uitgevoerd conform de door de Europese Commissie goedgekeurde rekenmethodiek. Omdat bij de melding en goedkeuring van deze projecten de specifieke financiële omstandigheden van het project een grote rol spelen, is het niet mogelijk in de beleidsregels een set van regenregels voor deze grote projecten op te nemen. Volstaan moet worden met de mogelijkheid af te wijken van de rekenregels van de beleidsregels en in plaats daarvan de gehanteerde rekenmethodiek te hanteren.

In artikel 4, derde lid, is opgenomen dat op deze projecten altijd een cumulatietoets wordt toegepast. Deze bepaling is bij nader inzien overbodig. Grote projecten worden doorgerekend op het moment van aanmelding bij de Europese Commissie, ook als zij geen andere steun dan SDE-subsidie en eventueel energie-investeringsaftrek ontvangen. Als uit de opgave die de subsidie-ontvanger een jaar na de ingebruikname van zijn productie-installatie blijkt dat hij nog altijd geen andere steun geniet, is er geen reden om met betrekking tot deze productie-installatie een cumulatietoets uit te voeren. Hier zal geen ander resultaat uit voortvloeien dan uit de reeds gedane berekening al is gekomen. Het derde lid vervalt derhalve.

Artikel I, onderdeel D

In 2012 kan voor het eerst op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie subsidie voor de opwekking van duurzame warmte worden verleend. Voor zover er in de beleidsregels de productie in MWh of NM3 wordt aangeduid, wordt daaraan toegevoegd de productie uitgedrukt in GJ warmte.

Artikel I, onderdelen E, F, G en H

In de artikelen 10 tot en met 14 worden de rekenregels van de cumulatietoets beschreven. Er wordt berekend of en in welke mate de opbrengsten uit de SDE-subsidie, overige exploitatiesubsidies en verkoopinkomsten energie groter zijn dan de netto investeringskosten plus een return on capital plus exploitatiesaldo, waarbij op grond van artikel 109, lid A, van het milieusteunkader ook nog geldt dat [Netto investering + Return on Capital] groter moet zijn dan [maximale SDE subsidie + andere exploitatiesubsidies]. De maximale SDE-subsidie is de maximale subsidiabele productie vermenigvuldigd met het basisbedrag minus de basis energieprijs. Deze laatste voorwaarde is niet van toepassing voor installaties die hernieuwbare energie opwekken met biomassa of afval, omdat op grond van artikel 109, lid C, van het milieusteunkader lidstaten exploitatiesteun voor het opwekken van hernieuwbare energie uit biomassa mogen aanvaarden die de investeringskosten overstijgt, wanneer de lidstaten kunnen aantonen dat de totale kosten van de ondernemingen na afschrijving van de installaties, nog steeds hoger liggen dan de marktprijs van de energie.

In artikel 10a worden uitgangspunten voor de geprognosticeerde SDE-subsidie vastgelegd. Bij de berekening van de geprognosticeerde SDE-subsidie voor nog niet afgesloten jaren wordt niet gerekend met de basisenergieprijs, maar met de verwachte energieprijs. De geprognosticeerde elektriciteitsprijs, gasprijs of energieprijs voor warmte worden gebaseerd op de meest recent vastgestelde correctiebedragen voor de elektriciteitsprijs, gasprijs of energieprijs voor warmte. Afhankelijk van de verwachte inflatie, kunnen de geprognosticeerde elektriciteitsprijs, gasprijs en energieprijs voor warmte worden gecorrigeerd voor inflatie. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor de uitkomst van de cumulatietoets bij projecten waarbij de totale productie gelijk is aan de subsidiabele productie. De totale opbrengst blijft immers gelijk aan de maximale subsidiabele productie vermenigvuldigd met het basisbedrag. De wijzigingen hebben wel gevolgen voor de situatie waarbij de productie groter is dan de subsidiabele productie. Als gevolg van deze aanpassing wordt de additionele productie die niet voor subsidie in aanmerking komt doorgerekend tegen de verwachte marktprijs voor energie in plaats van de basis energieprijs. Dit verkleint de kans dat de SDE-subsidie aan het eind van de subsidiabele periode alsnog gekort moeten worden als gevolg van een eerdere doorrekening met een te lage verkoopopbrengst uit energie.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

Naar boven