Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 25 september 2012, nr. IENM/BSK-2012/190689, houdende wijziging van artikel 2 van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (vervallen bepaling maximaal gewicht onverpakt consumentenvuurwerk)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 9.2.2.1, derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, zevende lid, van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

TOELICHTING

Artikel 2, zevende lid, van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk is ontleend aan de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004. De betrokken bepaling is bij Regeling van de toenmalige Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 oktober 2006 (Stcrt. 2006, 202) aan de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 toegevoegd. Deze toevoeging hield destijds verband met het feit dat in het Vuurwerkbesluit zoals dat toen luidde, was bepaald dat aan een particulier niet meer dan 10 kilogram consumentenvuurwerk afgeleverd mag worden. Om te voorkomen dat een detaillist bij de aflevering van een enkel stuk vuurwerk noodgedwongen de hiervoor bedoelde bepaling uit het Vuurwerkbesluit zou overtreden, was in artikel 6, vijfde lid, van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 bepaald dat een consumentenvuurwerkartikel het brutogewicht van 10 kilogram niet mag overschrijden. In artikel 2, zevende lid, van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk werd in plaats van ‘brutogewicht van een consumentenvuurwerkartikel’ gesproken over ‘gewicht van onverpakt consumentenvuurwerk’.

Als gevolg van de wijziging van het Vuurwerkbesluit die met ingang van 1 juli 2012 in werking is getreden (Stb. 2012, 127), is de maximumhoeveelheid consumentenvuurwerk die per levering aan een particulier ter beschikking mag worden gesteld, verhoogd van 10 kilogram naar 25 kilogram. De reden voor deze verhoging is onder meer geweest dat in de evaluatie1 van het Vuurwerkbesluit naar voren is gekomen dat de eis betreffende de maximale hoeveelheid consumentenvuurwerk van 10 kilogram die bij een aflevering aan een particulier mag worden meegegeven niet meer hanteerbaar is. Vuurwerk is in de loop van de tijd zwaarder geworden. Sommige vuurwerkartikelen benaderen qua onverpakt gewicht al de 10 kilogram. Voor een goede stabiliteit van een vuurwerkartikel kan het zelfs noodzakelijk zijn om de grens van 10 kilogram per artikel te overschrijden. Mede uit het oogpunt van veiligheid is het daarom gewenst dat de eis dat het onverpakt gewicht van een consumentenvuurwerkartikel maximaal 10 kilogram bedraagt, vervalt.

Om bovenstaande redenen is artikel 2, zevende lid, van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk geschrapt.

Deze regeling brengt geen lasten met zich voor burgers en bedrijfsleven, noch leidt dit besluit tot een verhoging van de uitvoeringslasten, aangezien deze regeling slechts voorziet in het schrappen van een eis met betrekking tot consumentenvuurwerk.

Er is in deze regeling afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten omdat de vuurwerkbranche gebaat is met inwerkingtreding van deze regeling op een tijdstip dat geruime tijd ligt voor de komende jaarwisseling.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.


X Noot
1

Evaluatie Vuurwerkbesluit en Transportregelgeving Ministerie van VROM, Ministerie van V&W, 18 januari 2008

Naar boven