Rectificatie winningsvergunning D18a, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Per brief van 13 oktober 2011 heeft GDF SUEZ E&P Nederland B.V. (hierna: GDF) een aanvraag ingediend voor het winnen van koolwaterstoffen, ingevolge artikel 10 van de Mijnbouwwet voor een deel van blok D18, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart, hierna genoemd blokdeel D18a.

  • Naar aanleiding van deze aanvraag is bij beschikking van 28 augustus 2012, kenmerk DGETM-EM/12074928, aan GDF een vergunning voor het winnen van koolwaterstoffen verleend (Staatscourant 2 oktober 2012 nr. 19757).

Overwegingen:

  • GDF SUEZ E&P Nederland B.V., TAQA Offshore B.V., Wintershall Noordzee B.V. en Faroe Petroleum B.V. zijn houder van de opsporingsvergunning voor een deel van blok D18 genoemd blokdeel D18a (kenmerk: 379/III/766/EMK);

  • GDF heeft mede namens TAQA Offshore B.V., Wintershall Noordzee B.V. en Faroe Petroleum B.V. een winningsvergunning aangevraagd;

  • in bovengenoemde beschikking is abusievelijk alleen aan GDF vergunning verleend;

  • artikel 1 komt derhalve te luiden: ‘Aan GDF Suez E&P Nederland B.V., TAQA Offshore B.V., Wintershall Noordzee B.V. en Faroe Petroleum B.V. wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.’;

  • er wordt een nieuw artikel 2 toegevoegd, welke komt te luiden: ‘GDF SUEZ E&P Nederland B.V. wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleend.’;

  • de artikelen 2,3 en 4 worden vernummerd in respectievelijk artikel 3,4 en 5.

Gelet op de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11, eerste tot en met het vierde lid, 13, eerste lid, 15, vierde lid, onder a, 17, 93 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede de artikelen 1.3.3, 1.3.6 en 1.3.7 en van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

De voorschriften en beperkingen verbonden aan het besluit van 28 augustus 2012, kenmerk DGETM-EM/12074928, worden vervangen door de volgende voorschriften en beperkingen.

Artikel 1

Aan GDF SUEZ E&P Nederland B.V., TAQA Offshore B.V., Wintershall Noordzee B.V. en Faroe Petroleum B.V. wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

GDF SUEZ E&P Nederland B.V. wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleend.

Artikel 3

De vergunning geldt voor een deel van blok D18, welk blok is aangegeven op de kaart die als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling is gevoegd, genaamd blokdeel D18a.

Het blokdeel D18a wordt begrensd door de breedtecirkels door het punt B en door het punt C, door de lengtecirkel tussen de punten B en C en door de grens van het Nederlands deel van het Continentaal Plat tussen de intersecties van deze grens met de breedtecirkels door het punt B en door het punt C. Deze intersecties zijn gelegen nabij het punt A en nabij het punt D.

De coördinaten van deze punten zijn:

A

54° 10' 00,000’ N.B.

02° 48' 59,410’ O.L.

B

54° 10' 00,000’ N.B

02° 57' 50,000’ O.L.

C

54° 06' 34,000’ N.B

02° 57' 50,000’ O.L.

D

54° 06' 34,000’ N.B

02° 49' 50,410’ O.L.

De ligging van bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

De oppervlakte van blokdeel D18a bedraagt 58,48 km2

Artikel 4

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot 20 jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 5

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: P. Jongerius, Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven