Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 30 januari 2012, nr. 256281, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op de Verordening van de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die voor EU-vissersvaartuigen beschikbaar zijn en die niet zijn onderworpen aan internationale onderhandelingen of overeenkomsten en de Verordening van de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden die in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde wateren buiten de EU beschikbaar zijn en die zijn onderworpen aan internationale onderhandelingen of overeenkomsten;

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 7 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage, onder vervanging van het opschrift ‘bijlage’ door: bijlage 7.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 januari 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, overeenkomstig het door de staatssecretaris genomen besluit, de directeur-generaal, J.P. Hoogeveen MPA.

BIJLAGE

Totale toegestane visserij-inspanning, uitgedrukt in kW dagen per categorie vistuig en per (gedeelte van de) beheersperiode als bedoeld in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Vistuigcategorieën	Vistuig-categorie code	Visserij-inspanning in de maanden februari 2012 tot en met september 2012	Visserij-inspanning in de maanden oktober 2012 tot en met januari 2013
Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte:
gelijk aan of groter dan 120 mm	TR1 A[1]	124.950	22.050
gelijk aan of groter dan 120 mm	TR1 B[2]	93.726	16.540
gelijk aan of groter dan 100 mm en kleiner dan 120 mm	TR1 C	779.277	137.520
gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm	TR2	1.449.331	483.110
Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte:		Visserij-inspanning in de maanden februari 2012 tot en met januari 2013
gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm	TR3	36.617
Boomkorren (vistuigtype TBB) met een maaswijdte:
gelijk aan of groter dan 120 mm	BT1	999.808
gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm	BT2	22.004.242
Kieuwnetten en warrelnetten (vistuigtype GN)	GN	438.664

1 Het vistuig met de desbetreffende maaswijdte is aan boord van een vissersvaartuig dat is geregistreerd op naam van een ondernemer die deelneemt aan een pilot in het kader van volledig gedocumenteerde visserij als bedoeld in artikel 7 van de verordening interne vangstmogelijkheden en artikel 6 van de verordening externe vangstmogelijkheden.

2 Het vistuig met de desbetreffende maaswijdte is aan boord van een vissersvaartuig dat is geregistreerd op naam van een ondernemer die niet deelneemt aan een pilot in het kader van volledig gedocumenteerde visserij als bedoeld in artikel 7 van de verordening interne vangstmogelijkheden en artikel 6 van de verordening externe vangstmogelijkheden.

TOELICHTING

1 Algemeen

In de Uitvoeringsregeling zeevisserij (hierna: uitvoeringsregeling) zijn onder meer voorschriften opgenomen ter beperking van de visserij-inspanning. Deze voorschriften strekken ter uitvoering van het langetermijnplan voor kabeljauwbestanden zoals dat is neergelegd in Verordening (EG) nr. 1342/2008¹ en voor de desbetreffende beheersperiode nader is uitgewerkt in artikel 8 in samenhang met bijlage IIA van de verordening inzake externe vangstmogelijkheden en artikel 9 in samenhang met bijlage IIA van de verordening inzake interne vangstmogelijkheden.Op grond van deze bepalingen geldt voor vaartuigen van ten minste tien meter een bepaalde hoeveelheid, in kilowattdagen gemeten, visserij-inspanning afhankelijk van het type vistuig dat wordt gebruikt.

Op 16 december 2011 heeft de Raad van de Europese Unie de vangstmogelijkheden (vangstbeperkingen en inspanningsbeperkingen) voor het jaar 2012 vastgesteld. Bij regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 23 december 2011, nr. 251766, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling zeevisserij (Stcrt. nr. 24003) is het voor Nederland voor het jaar 2012 toegekende quotum in de uitvoeringsregeling geïmplementeerd. De onderhavige regeling strekt ertoe om de in bijlage IIA van de verordening interne vangstmogelijkheden en bijlage IIA van de verordening externe vangstmogelijkheden opgenomen visserij-inspanning voor de beheerperiode 1 februari 2012 tot 1 februari 2013 in de uitvoeringsregeling op te nemen.

2 Regeldruk

Deze wijzigingsregeling leidt niet tot een hogere regeldruk. Mogelijke varianten met minder regeldruk zijn niet aan de orde omdat de wijzigingsregeling de uitkomst vormt van de in Europese verordeningen vastgestelde vangstmogelijkheden voor de Nederlandse visserijsector voor 2012 op het gebied van de visserij-inspanning. De vaststelling van het gebruik van de visserij-inspanning vanuit de logboekgegevens van de visserij is ongewijzigd gebleven ten opzicht van 2011. De administratieve lasten blijven daarom ongewijzigd.

3 Artikelsgewijs

Artikel I

In bijlage 7 van de uitvoeringsregeling is de maximale visserij-inspanning voor de verschillende vistuigcategorieën opgenomen in het kader van de verordening (EG) nr. 1342/2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden. In Nederland worden de voor vistuigtypen TR1 en TR2 voor de beheersperiode beschikbare hoeveelheid visserij-inspanning opgedeeld in twee perioden – van 1 februari tot en met september en 1 oktober tot en met januari. Dit om te voorkomen dat de aan Nederland toegewezen visserij-inspanning voor deze vistuigtypen voortijdig wordt opgebruikt en dat derhalve de visserij met die typen vistuigen vroegtijdig moet worden gesloten.

De beschikbare visserij-inspanning wordt binnen de in bijlage 7 gehanteerde vistuigcategorieën gedifferentieerd naar maaswijdte van de gebruikte netten. Binnen het vistuig van het type TR1 wordt onderscheid gemaakt tussen vistuig met netten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 120 mm (aangeduid als TR1 A en TR1 B) en met netten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 100 mm en kleiner dan 120 mm (aangeduid als TR1 C). Binnen het vistuig met netten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 120 mm wordt voorts verschillende inspanning toegekend voor visserij met vaartuigen waarmee wordt deelgenomen aan een pilot in het kader van volledig gedocumenteerde visserij als bedoeld in artikel 7 van de verordening interne vangstmogelijkheden en artikel 6 van de externe vangstmogelijkheden. Dit is bedoeld om vissers aan te sporen deel te nemen aan deze pilot die er onder meer op is gericht de bijvangst van ondermaatse vis te verminderen.

De in dit onderdeel opgenomen wijziging voorziet erin, zoals is toegelicht in paragraaf 1, het aantal beschikbare kilowattdagen voor de te onderscheiden vistuigcategorieën voor de periode van 1 februari 2012 tot 1 februari 2013 te maximeren.

Artikel II

Deze regeling treedt op 1 februari 2012 in werking. De vaststelling van de hieraan ten grondslag liggende EU-regelgeving in de Europese Raad van 16 december 2011 brengt met zich dat niet voldaan kan worden aan de uitgangspunten van het systeem van Vaste Verandermomenten voor wat betreft het uitgangspunt dat de regelgeving minimaal drie maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding wordt gepubliceerd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, overeenkomstig het door de staatssecretaris genomen besluit, de directeur-generaal, J.P. Hoogeveen MPA.

---

1 Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348).