Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2012, 18827 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2012, 18827 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu maakt ingevolge artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer bekend dat een ieder gedurende vier weken na dagtekening van deze Staatscourant schriftelijk zijn zienswijze naar voren kan brengen over onderstaand ontwerp van een algemene maatregel van bestuur.
Adres: Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Directoraat Milieu en Internationaal
Directie Klimaat, Lucht en geluid
Postbus 20951
2500 EZ Den Haag
Besluit van .......... tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht en tot intrekking van het Wijzigingsbesluit Besluit handel in emissierechten ten behoeve van de intrekking van het stelsel van handel in NOx-emissierechten (intrekking handel in NOx-emissierechten)
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. IenM/BSK-2012/1213, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 8.40, 8.41 en 8.42 van de Wet milieubeheer en artikel 2.22, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van , nr. );
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. IenM/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd:
stikstofmonoxide en stikstofdioxide, uitgedrukt als stikstofdioxide;.
B
In artikel 3.7 vervalt het tweede lid en worden het derde tot en met het zesde vernummerd tot het tweede tot en met het vijfde lid.
C
In artikel 6.20 wordt onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
4. Op het in werking hebben van een stookinstallatie die voor 1 januari 2014 is geplaatst of in gebruik is genomen en waarop titel 16.3 van de wet van toepassing was, zijn de op grond van de artikelen 3.10 tot en met 3.10j en 6.20 tot en met 6.20c geldende emissiegrenswaarden en meetmethoden voor stikstofoxiden (NOx) tot de datum, genoemd in het tweede of derde lid, niet van toepassing. Het bevoegd gezag kan voor deze stookinstallaties tot de genoemde data bij maatwerkvoorschrift emissiegrenswaarden en meetmethoden voor stikstofoxiden (NOx) in het rookgas van de stookinstallatie vaststellen, indien de lokale luchtkwaliteit dat vergt.
Het Besluit handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervallen de volgende begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen voor NOx-procesinstallatie en NOx-verbrandingsinstallatie.
2. Het tweede en derde lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid, vervallen.
B
In artikel 5, eerste lid, eerste volzin, artikel 7, aanhef, en artikel 10, eerste en tweede lid, wordt ‘artikel 16.5, eerste lid’ vervangen door: artikel 16.5.
C
Hoofdstuk 3 en de bijlagen II, III en IV vervallen.
In artikel 5.12, eerste lid, aanhef, van het Besluit omgevingsrecht, wordt ‘artikel 16.5, eerste lid, van de Wet milieubeheer’ vervangen door: artikel 16.5 van de Wet milieubeheer.
Het Besluit van 13 april 2005 tot wijziging van het Besluit handel in emissierechten (invoering van een systeem van handel in emissierechten met het oog op het beperken van de emissies van stikstofoxiden in de lucht bij grote industriële inrichtingen)(Stb. 2005, 196) wordt ingetrokken.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma
Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de intrekking van het systeem van handel in NOx-emissierechten (hierna: wetsvoorstel intrekken NOx-emissiehandelssysteem) (Kamerstukken II 2012/13, .. ..., nr. 1 tot en met 3) strekt ertoe het in titel 16.3 Wet milieubeheer opgenomen systeem van handel in emissierechten voor stikstofoxiden (hierna: NOx) in te trekken. Het onderhavige besluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht en tot intrekking van het Wijzigingsbesluit Besluit handel in emissierechten, heeft tot doel de onderliggende, op het NOx-emissiehandelsysteem betrekking hebbende, op niveau van algemene maatregel van bestuur geregelde uitvoeringsregels in te trekken. Bij het opstellen van dit wijzigingsbesluit is expliciet aandacht geschonken aan overgangsrecht in verband met het na intrekking van het handelssysteem van toepassing worden van NOx-emissie-eisen op middelgrote stookinstallaties.
Voor een uitgebreide toelichting op de aanleiding en de noodzaak van het intrekken van het NOx-emissiehandelssysteem, wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel.
In het voorliggende wijzigingsbesluit worden drie algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) gewijzigd, namelijk het Activiteitenbesluit milieubeheer, waarbij is uitgegaan van het Activiteitenbesluit zoals die komt te luiden na 1 januari 2013, het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht. Daarnaast wordt één AMvB ingetrokken, namelijk het Wijzigingsbesluit Besluit handel in emissierechten (beperken emissies stikstofoxiden in de lucht bij grote industriële inrichtingen).
In het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn de emissiegrenswaarden en meetmethoden voor de emissie van NOx door middelgrote stookinstallaties opgenomen. Inrichtingen die deelnamen aan het NOx-emissiehandelssysteem behoefden ingevolge artikel 3.7, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, niet te voldoen aan deze NOx-emissie-eisen voor middelgrote stookinstallaties. Echter, op grond van artikel I, onderdeel B, van het onderhavige wijzigingsbesluit, vervalt artikel 3.7, tweede lid, van het Activiteitenbesluit. Dit heeft als gevolg, dat deze NOx-emissieconcentratiewaarden en meetmethoden ook gaan gelden voor middelgrote stookinstallaties binnen inrichtingen die – tot aan de intrekking van het systeem – meededen met het NOx-handelssysteem.
In artikel I, onderdeel C, van dit wijzigingsbesluit is evenwel in artikel 6.20, vierde lid, (nieuw) van het Activiteitenbesluit milieubeheer geregeld, dat voor stookinstallaties die voor 1 januari 2014 (de datum waarop het NOx-handelssysteem wordt ingetrokken) zijn geplaatst of gekocht en onder titel 16.3 van de Wet milieubeheer vielen, een overgangstermijn opgenomen. Deze stookinstallaties dienen vanaf 2017, of, indien het betreft een stookinstallatie in de exclusieve economische zone (hierna: EEZ) of in de glastuinbouw waarbij de CO2 voor bemesting wordt gebruikt, vanaf 2019, aan de emissie-eisen te voldoen. Dit volgt uit de in het nieuwe vierde lid van artikel 6.20 opgenomen verwijzing naar het eerste of derde lid van artikel 6.20. Middelgrote stookinstallaties die na 1 januari 2014 zijn geplaatst of in gebruik zijn genomen, vallen niet onder het overgangsrecht en dienen per direct aan de NOx-emissie-eisen te voldoen.
Met betrekking tot de eisen die gaan gelden voor middelgrote stookinstallaties binnen inrichtingen die onder het NOx-emissiehandelsysteem vielen, dient volledigheidshalve verwezen te worden naar de bij het wetsvoorstel intrekken NOx-emissiehandelssysteem behorende memorie van toelichting, waar uitgebreid is ingegaan op eventuele compensatie van nadelige gevolgen van het intrekken van het handelssysteem.
In hoofdstuk 8 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel intrekken NOx-emissiehandelssysteem is ingegaan op de uitvoering en handhaving. Aangezien het voorliggende wijzigingsbesluit een verdere uitvoering betreft van het wetsvoorstel, wordt voor een toelichting op de gevolgen van het wijzigingsbesluit volstaan met een verwijzing naar de memorie van toelichting.
Voor de uitvoering en handhaving van de regels die ingevolge de wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor de middelgrote stookinstallaties gaan gelden die onder titel 16.3 vielen, kan worden verwezen naar dat de regels van dat besluit.
In hoofdstuk 7 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel intrekken NOx-emissiehandelssysteem is ingegaan op de financiële gevolgen van het stopzetten van dat systeem voor de (rijks)overheid en het bedrijfsleven. Daarnaast is in dit hoofdstuk ook ingegaan op de gevolgen voor het milieu. Ook hier geldt, dat aangezien het voorliggende wijzigingsbesluit een verdere uitvoering betreft van het wetsvoorstel, voor een toelichting op de gevolgen van het wijzigingsbesluit grotendeels kan worden volstaan met een verwijzing naar de memorie van toelichting.
In de memorie van toelichting was echter reeds aangegeven, dat bij de vaststelling van de bij het wetsvoorstel behorende algemene maatregel van bestuur een precieze berekening zal worden gemaakt van de te verwachten kosten en milieuresultaten van het van toepassing worden van de emissie-eisen voor bestaande middelgrote stookinstallaties.
De bedrijfs- en milieueffecten daarvan zijn bepaald op basis van een onderzoek van ECN naar de effecten van het intrekken van NOx-emissiehandel. 1. Dit onderzoek bevat een gedetailleerde uitleg over de gebruikte aannamen en onzekerheden.
In hoofdstuk 2 van deze toelichting is reeds aangegeven, dat stookinstallaties die voor 2014 zijn geplaatst en in gebruik zijn genomen en onder NOx-emissiehandel vielen, per 1 januari 2017 (installaties op land) of 1 januari 2019 (installaties in de EEZ of in de glastuinbouw) aan de NOx-emissieeisen die in het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn opgenomen moeten voldoen.
Het toepassen van de emissiegrenswaarden vanaf 2017 of 2019 maakt aanpassingen nodig aan ongeveer 218 bestaande installaties op land en 62 bestaande installaties in de EEZ en glastuinbouw. Op land wordt vanaf 2017 door aanpassing van bestaande installaties een emissiereductie bereikt van ongeveer 0,58 kiloton per jaar tegen kosten van ongeveer 4,3 miljoen euro per jaar. In de EEZ en glastuinbouw zal vanaf 2019 door aanpassing van bestaande installaties een aanvullende emissiereductie worden bereikt van ongeveer 0,55 kiloton per jaar tegen kosten van ongeveer 4,7 miljoen euro per jaar. Bij deze berekening is er van uitgegaan, dat de olie- en gaswinning afneemt in omvang.2
Dit betekent, dat er sprake is van een toename van inhoudelijke nalevingkosten van 4,3 miljoen euro per jaar vanaf 2017 tot 2019. Vanaf 2019 bedraagt de toename 9 miljoen euro per jaar.
Hier staat tegenover dat het intrekken van de NOx-emissiehandel ook belangrijke financiële voordelen heeft. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is reeds aangegeven, dat het intrekken van de NOx-emissiehandel een besparing oplevert van 6 miljoen euro aan administratieve lasten en 1 miljoen euro aan bestuurlijke lasten. Bovendien is er nog een additionele kostenbesparing (uitgespaarde of bespaarde investeringskosten in nieuwe technieken) die, afhankelijk van het internationale ambitieniveau inzake de reductie van NOx-emissies, kan oplopen tot 45 miljoen euro per jaar (in het geval van 5 kiloton onnodige NOx-emissiereductie voor een prijs van 9 euro per kilo).
Naar aanleiding van de voorpublicatie van het ontwerpwijzigingsbesluit (Stcrt. 2012, ....) zijn .... inspraakreacties ontvangen.
(PM)
Op grond van het wetsvoorstel intrekken NOx-emissiehandelssysteem zijn de in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer opgenomen definities die verband houden met de handel in NOx-emissierechten, zoals ‘stikstofoxiden’, komen te vervallen. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is reeds aangegeven dat het begrip ‘stikstofoxiden’ volledigheidshalve echter zal worden gedefinieerd in het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Op grond van dit onderdeel vervalt artikel 3.7, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, waardoor de emissiegrenswaarden en meetmethoden voor stikstofoxiden (NOx) gaan gelden voor middelgrote stookinstallaties binnen inrichtingen die onder het NOx-emissiehandelssysteem vielen.
In onderdeel C is overgangsrecht opgenomen voor middelgrote stookinstallaties binnen inrichtingen die onder het NOx-emissiehandelssysteem vielen en die zijn geplaatst en in gebruik zijn genomen voor 1 januari 2014. In het algemene deel van deze toelichting is hierover reeds uitgebreid gesproken.
In artikel II en III worden het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht zodanig gewijzigd, dat de uitvoeringsregels ten behoeve van de NOx-emissiehandel komen te vervallen en verwijzingen worden aangepast.
In dit artikel wordt het Besluit van 13 april 2005 tot wijziging van het Besluit handel in emissierechten (invoering van een systeem van handel in emissierechten met het oog op het beperken van de emissies van stikstofoxiden in de lucht bij grote industriële inrichtingen) waarin nog een bepaling houdende overgangsrecht staat inzake een vergunningaanvraag, ingetrokken. Het overgangsrecht heeft geen toegevoegde waarde meer na intrekking van het NOx-emissiehandelssysteem.
Dit besluit treedt in werking op het moment dat het wetsvoorstel intrekken NOx-emissiehandelssysteem in werking treedt. Geplande inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2014.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-18827.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.