Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 augustus 2012, RUA/A/2012/12738, tot wijziging Rechtspositieregeling lid Raad van bestuur SVB

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Rechtspositieregeling lid Raad van bestuur SVB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De bezoldiging van een lid bedraagt € 152.954,– bruto per jaar.

2. Het vijfde lid vervalt.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Kostenvergoedingen

  • 1. Een lid heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de bepalingen van de voor de SVB geldende CAO.

  • 2. Een lid ontvangt een representatievergoeding overeenkomstig het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel, ter hoogte van het bedrag van de maximale vergoeding op grond van artikel 2 van dat Besluit.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 oktober 2012.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing voor een lid van de Raad van bestuur van de SVB, die voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling benoemd is als lid van de Raad van bestuur van de SVB.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 augustus 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

De wijzigingen hebben betrekking op de bezoldiging en onkostenvergoeding van het lid van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (SVB) met ingang van de benoeming van een nieuw lid van de Raad van bestuur van de SVB. Met deze wijzigingen wordt aangesloten bij de normering van topfunctionarissen, zoals die is opgenomen in het voorstel van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Kamerstukken 2010/2011, 32 600). In dat wetsvoorstel wordt uitgegaan van een bezoldigingsmaximum, dat bestaat uit een bedrag van de bezoldiging vermeerderd met een vast bedrag van belastbare en variabele onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, waaronder bijdragen in de pensioenregeling worden verstaan.

In artikel 2, eerste lid, van de Rechtspositieregeling lid Raad van bestuur SVB is het bedrag van de bezoldiging vastgesteld beneden het bedrag dat op de datum van inwerkingtreding van deze regeling 130% van het salaris van een minister is vermeerderd met de voor een minister geldende vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. Dit is het bedrag dat door de regering is voorgesteld in artikel 2.3 van genoemd wetsvoorstel als bedrag van de maximumbezoldiging. Het bedrag, genoemd in artikel 2, eerste lid, is op grond van artikel 2, tweede lid, ook inclusief de vakantie- en eindejaaruitkering. In artikel 2, vierde lid, is al geregeld dat het bedrag van de bezoldiging, genoemd in het eerste lid, wordt aangepast aan de ontwikkeling van de lonen in de CAO die geldt voor werknemers van de SVB.

De facultatieve toeslag, die was opgenomen in het vijfde lid van artikel 2, is komen te vervallen. (Artikel I, onderdeel A)

De kostenvergoeding in artikel 3 is aangepast. Deze bestaat uit een reis- en verblijfkosten vergoeding conform de regeling die geldt voor de SVB en een representatiekostenvergoeding, waarbij aangesloten wordt bij het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel. De in dat Besluit genoemde maximumvergoeding, waarnaar in artikel 3, tweede lid, wordt verwezen bedraagt € 6.400 bruto. Deze vergoeding wordt inmiddels in regelingen aangeduid als een netto-bedrag, omdat de vergoeding onder de eindheffing (als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964) valt. Het gaat om een vergoeding voor de kosten van voorzieningen die voor eigen rekening komen van het lid en door hem mede worden aangewend ten behoeve van de vervulling van zijn taak.

De tegemoetkoming in de ziektekosten, die geregeld was in artikel 3, vierde lid, kan vervallen, omdat er met de invoering van de Zorgverzekeringswet geen sprake meer is van een regeling voor een vergoeding van ziektekosten. Een CAO kan daartoe nog bepalingen bevatten, maar die krijgen verschillende vormen, waaronder ook het aanbod voor een bepaalde collectieve verzekering. Voor zover de CAO van de SVB daartoe bepalingen bevat zijn die ook van toepassing voor het lid van de Raad van bestuur van de SVB op grond van artikel 8, derde lid, van de Rechtspositieregeling lid Raad van bestuur SVB.

Inwerkingtreding

De wijziging van deze regeling treedt in werking op de dag met ingang waarvan een nieuw lid van de Raad van bestuur van de SVB wordt benoemd. De nieuwe regeling is niet van toepassing voor de leden van de Raad van bestuur van de SVB die voor die datum al benoemd zijn als lid van de Raad van bestuur.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

Naar boven