ARTIKEL I
De Regeling LNV-subsidies wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 2:42, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:
B
Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In de definitie van `energie-extensief’ wordt ‘25 Nm’ vervangen door: 15 Nm3.
2. In de definitie van `energie-intensief’ wordt ‘25 Nm’ vervangen door: 15 Nm3.
3. In hoofdstuk 1, vervallen paragraaf 3 (klimaatcomputer) en paragraaf 4 (meerinvestering
kasdek met antireflectie gecoat kasdekglas)
ARTIKEL II
Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan hoofdstuk 2, titel 4, wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
§ 5. Investeringen op het terrein van energiebesparing
Artikel 25q
-
1. Aanvragen tot verlening van een subsidie voor een investering in:
-
a. een eerste energiescherm als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 1, onderdeel
A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld
in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 1, onderdeel B, van de regeling;
-
b. een tweede energiescherm als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 2, onderdeel
A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld
in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 2, onderdeel B, van de regeling;
-
c. een warmtebuffersysteem als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 5, onderdeel
A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld
in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 5, onderdeel B, van de regeling;
-
d. verticale ventilatoren als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 6, onderdeel
A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld
in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 6, onderdeel B, van de regeling;
-
e. energieclusters als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7, onderdeel A, van
de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in
bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7, onderdeel B, van de regeling;
-
f. een hogedruk vernevelingssysteem ten behoeve van kaskoeling als bedoeld in bijlage
2, hoofdstuk 1, paragraaf 8, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend
door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 8,
onderdeel B, van de regeling;
-
g. een gevelscherm als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 9, onderdeel A, van
de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in
bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 9, onderdeel B, van de regeling;
-
h. een energiebesparend ventilatiesysteem met voorverwarming en/of warmteterugwinning
als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 10, onderdeel A, van de regeling
kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk
1, paragraaf 10, onderdeel B, van de regeling;
-
i. diffuus glas als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk1, paragraaf 11, onderdeel A van de
regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage
2, hoofdstuk 1, paragraaf 11, onderdeel B van de regeling;
-
j. een biomassa gestookte ketelinstallatie als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf
12, onderdeel A, van de regeling kan worden ingediend door glastuinbouwondernemingen
als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 12, onderdeel B, van de regeling;
-
k. de aansluiting op een energie- of CO2netwerk als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 13, onderdeel A, van de regeling
kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk
1, paragraaf 13, onderdeel B, van de regeling.
-
2. De aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 12 oktober 2012 tot en met
9 november 2012.
-
3. De Minister rangschikt de aanvragen overeenkomstig artikel 1:5 van de regeling.
-
4. Per glastuinbouwonderneming of samenwerkingsverband kan slechts één aanvraag voor
subsidieverlening worden ingediend. De aanvraag kan meerdere investeringen als bedoeld
in het eerste lid bevatten.
-
5. In afwijking van het vierde lid, mag een glastuinbouwonderneming geen aanvraag voor
subsidieverlening indienen voor zowel een investering als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel e, als een investering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k.
Artikel 25r
Er worden geen voorschotten verleend.
Artikel 25s
-
1. De subsidie voor de investeringen, bedoeld in artikel 25q, eerste lid, wordt vastgesteld
overeenkomstig hetgeen daaromtrent is bepaald in bijlage 3 met betrekking tot de daarin
onderscheiden landbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden.
-
2. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt binnen een jaar na subsidieverlening ingediend.
-
3. Indien een vergunning die op grond van een wettelijk voorschrift vereist is voor
een investering als bedoeld in artikel 25q, eerste lid, vanwege omstandigheden die
aantoonbaar buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager liggen, niet tijdig is
verkregen om voor de investering binnen een jaar na subsidieverlening een aanvraag
tot subsidievaststelling in te dienen, kan de termijn, bedoeld in het tweede lid,
op verzoek van de subsidieaanvrager met een jaar verlengd worden.
-
4. Voor de toepassing van het derde lid, dient de subsidieaanvrager een verzoek tot
uitstel van het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling in bij de Minister,
waarbij de subsidieaanvrager aantoont dat de vergunning, bedoeld in het derde lid,
niet tijdig is verkregen vanwege omstandigheden die buiten zijn invloedssfeer liggen.
De subsidieaanvrager draagt er zorg voor dat het verzoek binnen een jaar na subsidieverlening
in het bezit is van Dienst Regelingen.
Artikel 25t
Het subsidieplafond bedraagt € 3.000.000.
B
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
1. De punt aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door een puntkomma.
2. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel b, wordt
een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
c. de subsidieplafonds, bedoeld in artikel 19, onderdeel b, en artikel 22, onderdeel
b, met het bedrag overgebleven door het niet bereiken van het subsidieplafond, bedoeld
in artikel 25t.
C
De bij deze wijzigingsregeling opgenomen bijlage wordt als bijlage toegevoegd, onder
vervanging van het opschrift ‘bijlage’ door:
Bijlage 3. Hoogte van het subsidiepercentage en de subsidiabele kosten bij investeringen
op het terrein van energiebesparing als bedoeld in artikel 25q, eerste lid
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
BIJLAGE
Eerste energieschermen, niet zijnde gevelschermen of (teeltkundig vereiste) verduisteringsschermen
of wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen (artikel 25q, eerste lid, onderdeel
a):
Bij uitbesteden materieel en installatie
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde
oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 7,00
|
€ 70.000,–
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder
glas/kunststof
|
25%
|
€ 5,20
|
€ 260.000,–
|
Bij enkel uitbesteden materieel (installatie door eigen arbeid)
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
|
|
Materieel
|
Eigen arbeid forfaitair
|
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde
oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 3,10
|
€ 3,90
|
€ 70.000,–
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder
glas/kunststof
|
25%
|
€ 1,40
|
€ 3,80
|
€ 260.000,–
|
Tweede energieschermen, niet zijnde gevelschermen of (teeltkundig vereiste) verduisteringsschermen
of wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen (artikel 25q ,eerste lid, onderdeel
b):
Bij uitbesteden materieel en installatie
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk
aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 7,00
|
€ 70.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 5,20
|
€ 260.000,–
|
Bij enkel uitbesteden materieel (installatie door eigen arbeid)
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
|
|
Materieel
|
Eigen arbeid forfaitair
|
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk
aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 3,10
|
€ 3,90
|
€ 70.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 1,40
|
€ 3,80
|
€ 260.000,–
|
Warmtebuffersysteem (artikel 25q, eerste lid, onderdeel c):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Buffercapaciteit
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
Tot 60 m3
|
€ 50.000,–
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
Tot 125 m3
|
€ 70.000,–
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
Tot 250 m3
|
€ 90.000,–
|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
250 m3 of groter
|
€ 100.000,–
|
Verticale ventilatoren (artikel 25q, eerste lid, onderdeel d):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen kleiner dan of
gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 4,–
|
€ 40.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 3,–
|
€ 150.000,–
|
Energieclusters (artikel 25q, eerste lid, onderdeel e):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de warmteaansluiting
|
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de CO2-aansluiting
|
Per aangesloten energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
€ 150.000,–
|
€ 50.000,–
|
Hogedruk vernevelingssysteem voor kaskoeling (artikel 25q, eerste lid, onderdeel f):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen kleiner dan of
gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 6,50
|
€ 65.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 5,00
|
€ 250.000,–
|
Gevelscherm, niet zijnde verduisteringsscherm (artikel 25q, eerste lid, onderdeel
g):
Bij uitbesteding materiaal en installatie
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk
aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 15,–
|
€ 50.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 10
|
€ 150.000,–
|
Bij enkel uitbesteden materiaal (installatie door eigen arbeid)
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd Materieel eigen arbeid forfaitair
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk
aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 7,–
|
€ 8,–
|
€ 50.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 6,–
|
€ 4,–
|
€ 150.000,–
|
Energiebesparend ventilatiesysteem met voorverwarming en/of warmte terugwinning (artikel
25q, eerste lid, onderdeel h):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd zonder warmteterugwinning
|
Maximale subsidiabele investeringskosten zonder warmteterugwinning
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen
|
25%
|
€ 15,–
|
€ 750.000,–
|
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd met warmteterugwinning
|
Maximale subsidiabele investeringskosten met warmteterugwinning
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen
|
25%
|
€ 20,–
|
€ 1.000.000,–
|
Diffuus glas (artikel 25q, eerste lid, onderdeel i):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximale subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen kleiner dan of
gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 12.,–
|
€ 120.000
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha
beteelde oppervlakte onder glas/kunststof
|
25%
|
€ 10,–
|
€ 500.000
|
Biomassa gestookte ketelinstallatie (artikel 25q, eerste lid, onderdeel j):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
kW benutbare warmte
|
Maximale subsidiabele investeringskosten per kW benutbare warmte
|
Maximale subsidiabele investeringskosten
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
0 t/m 500
|
€ 800,–/kW
|
€ 400.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
> 500 t/m 1500
|
€ 600,–/kW
|
€ 900.000,–
|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
> 1500
|
€ 400,–/kW
|
€ 1.500.000,–
|
Aansluiting op een energie- of CO2netwerk (artikel 25q, eerste lid, onderdeel k):
Onderneming
|
Subsidiepercentage
|
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de warmteaansluiting
|
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de CO2/biogas-aansluiting
|
per aangesloten energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming
|
25%
|
€150.000,–
|
€ 50.000,–
|
TOELICHTING
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies (verder: regeling)
en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 (verder: openstellingsbesluit). De
wijzigingen zullen in de onderstaande paragrafen worden toegelicht. Voorts worden
er paragrafen gewijd aan de administratieve lasten en de inwerkingtreding.
§ 1. Investeringen op het terrein van energiebesparing
De openstelling van de module ´Investeringen op het terrein van energiebesparing`
(verder: IRE) is grotendeels gelijk aan de openstelling van de IRE in april 2011.
In het onderstaande worden de wijzigingen toegelicht.
De grens tussen een energie-intensief en energie-extensief verbruik is verlegd van
25 naar 15 Nm3 aardgasequivalenten van normale calorische waarde per m2 glasoppervlak (blijkens de jaarafrekening van het energiebedrijf over het jaar voorafgaand
aan het jaar waarvoor de subsidieaanvraag wordt ingediend). Deze wijziging doet recht
aan de jarenlange reductie in energie-intensiteit in de glastuinbouw (artikel I, onderdeel
B, eerste en tweede lid, van de wijzigingsregeling).
Voorts komen de zogenoemde klimaatcomputer (een computer met software bestemd om het
klimaat in glastuinbouwkassen te regelen) en kasdekglas voorzien van anti-reflectiecoating
bestemd voor verhoging van de lichtdoorlatendheid van het glas, niet langer voor subsidie
in aanmerking. De reden is dat dergelijke investeringen gangbaar zijn geworden en
niet langer de stimulans van een subsidie nodig hebben (artikel I, onderdeel B, derde
lid, van de wijzigingsregeling).
Aanvragen voor subsidieverlening kunnen bij Dienst Regelingen worden ingediend van
14 september 2012 tot en met 12 oktober 2012. Als het subsidieplafond niet toereikend
blijkt te zijn, zal subsidie door middel van loting van ingediende aanvragen verleend
worden, zodat iedere aanvrager gelijke kansen heeft (artikel II, onderdeel A, van
de wijzigingsregeling; artikel 25q, tweede en derde lid openstellingbesluit).
Mocht er geld overblijven, dan zal het restant van het subsidieplafond overgeheveld
worden naar de subsidieplafonds van de tweede openstelling van de module Marktintroductie
Energieinnovatie (MEI) (artikel II, onderdeel B, van de wijzigingsregeling; artikel
49b van het openstellingsbesluit).
Wanneer er voor de investering op grond van een wettelijk voorschrift een vergunning
vereist is, kan uitstel tot subsidievaststelling worden verleend als de vergunning
aantoonbaar buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager niet op tijd is verkregen.
Dit betekent dat de aanvrager binnen één jaar na de datum van subsidieverlening een
verzoek tot uitstel moet hebben ingediend bij Dienst Regelingen (artikel II, onderdeel
A, van de wijzigingsregeling; artikel 25s openstellingsbesluit).
Voor investeringen waar geen vergunning voor nodig is wordt ook geen uitstel verleend.
Dit zijn overigens investeringen die op een korte termijn kunnen worden gerealiseerd.
Het verstrekken van subsidie op grond van de IRE is staatssteun. De Europese Commissie
heeft de IRE recentelijk opnieuw goedgekeurd (Besluit van 18 juli 2012, SA.34005).
§ 2. Jonge Landbouwers
Bij de wijziging van de Regeling LNV-subsidies van 24 mei jl. (Stcrt. 9666) werd na artikel 2:42, onderdeel d, het volgende onderdeel toegevoegd:
Deze wijziging heeft tot gevolg dat landbouwers die een pachtovereenkomst voor de
duur van een of twee jaar hebben afgesloten (zogenoemde teeltpacht) niet in aanmerking
komen voor subsidie.
Naar nu blijkt, is deze bepaling te ruim geformuleerd. Het is de bedoeling om jonge
landbouwers die uitsluitend de beschikking hebben over grond waarvoor een pachtovereenkomst
voor de duur van een of twee jaar is afgesloten, uit te sluiten. Deze omissie wordt
thans hersteld (artikel I, onderdeel A, van de wijzigingsregeling; artikel 2:42, onderdeel
e, van de regeling).
§ 3. Administratieve lasten
De administratieve lasten ten opzichte van de openstelling in april 2011 zijn nagenoeg
ongewijzigd. De totale administratieve lasten per aanvrager bedragen €375. Dit bedrag
is tot stand gekomen op basis van een tarief van €30 per uur en de volgende handelingen:
aanvragen subsidieverlening, mogelijkheden voor het indienen van bezwaar- en beroepschriften,
aanvragen subsidievaststelling en het indienen van een verzoek tot uitstel. De relatieve
administratieve last van 1,9% (totaal van €58.143 aan administratieve lasten bij een
subsidieplafond van €3.000.000) blijft hiermee ruim onder de grens van 5% relatieve
administratieve lasten, die ACTAL als maximum heeft voorgesteld.
§ 4. Vaste Verandermomenten
Deze wijziging treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit is niet in lijn met de uitgangspunten
van vaste verandermomenten voor regelgeving zoals opgenomen in aanwijzing 174 van
de Aanwijzingen voor regelgeving.
Het verstrekken van subsidie voor investeringen op het terrein van energiebesparingen
is staatssteun. Voor het publiceren en openstellen van deze module was goedkeuring
van de Europese Commissie vereist. Als gezegd, is deze goedkeuring recentelijk verkregen.
Dit maakt dat niet eerder, overeenkomstig de vaste verandermomenten voor regelgeving,
tot publicatie kon worden overgegaan.
Echter, gelet op de aanmerkelijke ongewenste nadelen die een latere inwerkingtreding
met zich brengt voor de doelgroep, is beslist deze op zo kort mogelijke termijn in
werking te laten treden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.