Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie | Staatscourant 2012, 17156 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie | Staatscourant 2012, 17156 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies,
Besluit:
De Regeling LNV-subsidies wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 2:42, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. de jonge landbouwer uitsluitend beschikt over grond, waarvoor hij een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:396 van het Burgerlijk Wetboek heeft afgesloten.
B
Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In de definitie van `energie-extensief’ wordt ‘25 Nm’ vervangen door: 15 Nm3.
2. In de definitie van `energie-intensief’ wordt ‘25 Nm’ vervangen door: 15 Nm3.
3. In hoofdstuk 1, vervallen paragraaf 3 (klimaatcomputer) en paragraaf 4 (meerinvestering kasdek met antireflectie gecoat kasdekglas)
Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan hoofdstuk 2, titel 4, wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
1. Aanvragen tot verlening van een subsidie voor een investering in:
a. een eerste energiescherm als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 1, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 1, onderdeel B, van de regeling;
b. een tweede energiescherm als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 2, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 2, onderdeel B, van de regeling;
c. een warmtebuffersysteem als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 5, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 5, onderdeel B, van de regeling;
d. verticale ventilatoren als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 6, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 6, onderdeel B, van de regeling;
e. energieclusters als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 7, onderdeel B, van de regeling;
f. een hogedruk vernevelingssysteem ten behoeve van kaskoeling als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 8, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 8, onderdeel B, van de regeling;
g. een gevelscherm als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 9, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 9, onderdeel B, van de regeling;
h. een energiebesparend ventilatiesysteem met voorverwarming en/of warmteterugwinning als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 10, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 10, onderdeel B, van de regeling;
i. diffuus glas als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk1, paragraaf 11, onderdeel A van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 11, onderdeel B van de regeling;
j. een biomassa gestookte ketelinstallatie als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 12, onderdeel A, van de regeling kan worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 12, onderdeel B, van de regeling;
k. de aansluiting op een energie- of CO2netwerk als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 13, onderdeel A, van de regeling kunnen worden ingediend door glastuinbouwondernemingen als bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 1, paragraaf 13, onderdeel B, van de regeling.
2. De aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 12 oktober 2012 tot en met 9 november 2012.
3. De Minister rangschikt de aanvragen overeenkomstig artikel 1:5 van de regeling.
4. Per glastuinbouwonderneming of samenwerkingsverband kan slechts één aanvraag voor subsidieverlening worden ingediend. De aanvraag kan meerdere investeringen als bedoeld in het eerste lid bevatten.
5. In afwijking van het vierde lid, mag een glastuinbouwonderneming geen aanvraag voor subsidieverlening indienen voor zowel een investering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, als een investering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k.
1. De subsidie voor de investeringen, bedoeld in artikel 25q, eerste lid, wordt vastgesteld overeenkomstig hetgeen daaromtrent is bepaald in bijlage 3 met betrekking tot de daarin onderscheiden landbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden.
2. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt binnen een jaar na subsidieverlening ingediend.
3. Indien een vergunning die op grond van een wettelijk voorschrift vereist is voor een investering als bedoeld in artikel 25q, eerste lid, vanwege omstandigheden die aantoonbaar buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager liggen, niet tijdig is verkregen om voor de investering binnen een jaar na subsidieverlening een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen, kan de termijn, bedoeld in het tweede lid, op verzoek van de subsidieaanvrager met een jaar verlengd worden.
4. Voor de toepassing van het derde lid, dient de subsidieaanvrager een verzoek tot uitstel van het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling in bij de Minister, waarbij de subsidieaanvrager aantoont dat de vergunning, bedoeld in het derde lid, niet tijdig is verkregen vanwege omstandigheden die buiten zijn invloedssfeer liggen. De subsidieaanvrager draagt er zorg voor dat het verzoek binnen een jaar na subsidieverlening in het bezit is van Dienst Regelingen.
B
Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:
1. De punt aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door een puntkomma.
2. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel b, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. de subsidieplafonds, bedoeld in artikel 19, onderdeel b, en artikel 22, onderdeel b, met het bedrag overgebleven door het niet bereiken van het subsidieplafond, bedoeld in artikel 25t.
C
De bij deze wijzigingsregeling opgenomen bijlage wordt als bijlage toegevoegd, onder vervanging van het opschrift ‘bijlage’ door:
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.
Eerste energieschermen, niet zijnde gevelschermen of (teeltkundig vereiste) verduisteringsschermen of wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen (artikel 25q, eerste lid, onderdeel a):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 7,00 |
€ 70.000,– |
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 5,20 |
€ 260.000,– |
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
|
---|---|---|---|---|
Materieel |
Eigen arbeid forfaitair |
|||
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 3,10 |
€ 3,90 |
€ 70.000,– |
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 1,40 |
€ 3,80 |
€ 260.000,– |
Tweede energieschermen, niet zijnde gevelschermen of (teeltkundig vereiste) verduisteringsschermen of wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen (artikel 25q ,eerste lid, onderdeel b):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 7,00 |
€ 70.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 5,20 |
€ 260.000,– |
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
|
---|---|---|---|---|
Materieel |
Eigen arbeid forfaitair |
|||
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 3,10 |
€ 3,90 |
€ 70.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 1,40 |
€ 3,80 |
€ 260.000,– |
Warmtebuffersysteem (artikel 25q, eerste lid, onderdeel c):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Buffercapaciteit |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
Tot 60 m3 |
€ 50.000,– |
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
Tot 125 m3 |
€ 70.000,– |
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
Tot 250 m3 |
€ 90.000,– |
Energie-extensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
250 m3 of groter |
€ 100.000,– |
Verticale ventilatoren (artikel 25q, eerste lid, onderdeel d):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 4,– |
€ 40.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 3,– |
€ 150.000,– |
Energieclusters (artikel 25q, eerste lid, onderdeel e):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de warmteaansluiting |
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de CO2-aansluiting |
---|---|---|---|
Per aangesloten energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
€ 150.000,– |
€ 50.000,– |
Hogedruk vernevelingssysteem voor kaskoeling (artikel 25q, eerste lid, onderdeel f):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 6,50 |
€ 65.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 5,00 |
€ 250.000,– |
Gevelscherm, niet zijnde verduisteringsscherm (artikel 25q, eerste lid, onderdeel g):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 15,– |
€ 50.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 10 |
€ 150.000,– |
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd Materieel eigen arbeid forfaitair |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
|
---|---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 7,– |
€ 8,– |
€ 50.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 6,– |
€ 4,– |
€ 150.000,– |
Energiebesparend ventilatiesysteem met voorverwarming en/of warmte terugwinning (artikel 25q, eerste lid, onderdeel h):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd zonder warmteterugwinning |
Maximale subsidiabele investeringskosten zonder warmteterugwinning |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen |
25% |
€ 15,– |
€ 750.000,– |
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximum subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd met warmteterugwinning |
Maximale subsidiabele investeringskosten met warmteterugwinning |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen |
25% |
€ 20,– |
€ 1.000.000,– |
Diffuus glas (artikel 25q, eerste lid, onderdeel i):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximale subsidiabele investeringskosten per m2 geïnstalleerd |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen kleiner dan of gelijk aan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 12.,– |
€ 120.000 |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming groter dan 1 ha beteelde oppervlakte onder glas/kunststof |
25% |
€ 10,– |
€ 500.000 |
Biomassa gestookte ketelinstallatie (artikel 25q, eerste lid, onderdeel j):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
kW benutbare warmte |
Maximale subsidiabele investeringskosten per kW benutbare warmte |
Maximale subsidiabele investeringskosten |
---|---|---|---|---|
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
0 t/m 500 |
€ 800,–/kW |
€ 400.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
> 500 t/m 1500 |
€ 600,–/kW |
€ 900.000,– |
Energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
> 1500 |
€ 400,–/kW |
€ 1.500.000,– |
Aansluiting op een energie- of CO2netwerk (artikel 25q, eerste lid, onderdeel k):
Onderneming |
Subsidiepercentage |
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de warmteaansluiting |
Maximale subsidiabele investeringskosten voor de CO2/biogas-aansluiting |
---|---|---|---|
per aangesloten energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwonderneming |
25% |
€150.000,– |
€ 50.000,– |
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies (verder: regeling) en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 (verder: openstellingsbesluit). De wijzigingen zullen in de onderstaande paragrafen worden toegelicht. Voorts worden er paragrafen gewijd aan de administratieve lasten en de inwerkingtreding.
De openstelling van de module ´Investeringen op het terrein van energiebesparing` (verder: IRE) is grotendeels gelijk aan de openstelling van de IRE in april 2011.
In het onderstaande worden de wijzigingen toegelicht.
De grens tussen een energie-intensief en energie-extensief verbruik is verlegd van 25 naar 15 Nm3 aardgasequivalenten van normale calorische waarde per m2 glasoppervlak (blijkens de jaarafrekening van het energiebedrijf over het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidieaanvraag wordt ingediend). Deze wijziging doet recht aan de jarenlange reductie in energie-intensiteit in de glastuinbouw (artikel I, onderdeel B, eerste en tweede lid, van de wijzigingsregeling).
Voorts komen de zogenoemde klimaatcomputer (een computer met software bestemd om het klimaat in glastuinbouwkassen te regelen) en kasdekglas voorzien van anti-reflectiecoating bestemd voor verhoging van de lichtdoorlatendheid van het glas, niet langer voor subsidie in aanmerking. De reden is dat dergelijke investeringen gangbaar zijn geworden en niet langer de stimulans van een subsidie nodig hebben (artikel I, onderdeel B, derde lid, van de wijzigingsregeling).
Aanvragen voor subsidieverlening kunnen bij Dienst Regelingen worden ingediend van 14 september 2012 tot en met 12 oktober 2012. Als het subsidieplafond niet toereikend blijkt te zijn, zal subsidie door middel van loting van ingediende aanvragen verleend worden, zodat iedere aanvrager gelijke kansen heeft (artikel II, onderdeel A, van de wijzigingsregeling; artikel 25q, tweede en derde lid openstellingbesluit).
Mocht er geld overblijven, dan zal het restant van het subsidieplafond overgeheveld worden naar de subsidieplafonds van de tweede openstelling van de module Marktintroductie Energieinnovatie (MEI) (artikel II, onderdeel B, van de wijzigingsregeling; artikel 49b van het openstellingsbesluit).
Wanneer er voor de investering op grond van een wettelijk voorschrift een vergunning vereist is, kan uitstel tot subsidievaststelling worden verleend als de vergunning aantoonbaar buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager niet op tijd is verkregen. Dit betekent dat de aanvrager binnen één jaar na de datum van subsidieverlening een verzoek tot uitstel moet hebben ingediend bij Dienst Regelingen (artikel II, onderdeel A, van de wijzigingsregeling; artikel 25s openstellingsbesluit).
Voor investeringen waar geen vergunning voor nodig is wordt ook geen uitstel verleend. Dit zijn overigens investeringen die op een korte termijn kunnen worden gerealiseerd.
Het verstrekken van subsidie op grond van de IRE is staatssteun. De Europese Commissie heeft de IRE recentelijk opnieuw goedgekeurd (Besluit van 18 juli 2012, SA.34005).
Bij de wijziging van de Regeling LNV-subsidies van 24 mei jl. (Stcrt. 9666) werd na artikel 2:42, onderdeel d, het volgende onderdeel toegevoegd:
e. de jonge landbouwer een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:396 van het Burgerlijk Wetboek heeft afgesloten.
Deze wijziging heeft tot gevolg dat landbouwers die een pachtovereenkomst voor de duur van een of twee jaar hebben afgesloten (zogenoemde teeltpacht) niet in aanmerking komen voor subsidie.
Naar nu blijkt, is deze bepaling te ruim geformuleerd. Het is de bedoeling om jonge landbouwers die uitsluitend de beschikking hebben over grond waarvoor een pachtovereenkomst voor de duur van een of twee jaar is afgesloten, uit te sluiten. Deze omissie wordt thans hersteld (artikel I, onderdeel A, van de wijzigingsregeling; artikel 2:42, onderdeel e, van de regeling).
De administratieve lasten ten opzichte van de openstelling in april 2011 zijn nagenoeg ongewijzigd. De totale administratieve lasten per aanvrager bedragen €375. Dit bedrag is tot stand gekomen op basis van een tarief van €30 per uur en de volgende handelingen: aanvragen subsidieverlening, mogelijkheden voor het indienen van bezwaar- en beroepschriften, aanvragen subsidievaststelling en het indienen van een verzoek tot uitstel. De relatieve administratieve last van 1,9% (totaal van €58.143 aan administratieve lasten bij een subsidieplafond van €3.000.000) blijft hiermee ruim onder de grens van 5% relatieve administratieve lasten, die ACTAL als maximum heeft voorgesteld.
Deze wijziging treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit is niet in lijn met de uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving zoals opgenomen in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor regelgeving.
Het verstrekken van subsidie voor investeringen op het terrein van energiebesparingen is staatssteun. Voor het publiceren en openstellen van deze module was goedkeuring van de Europese Commissie vereist. Als gezegd, is deze goedkeuring recentelijk verkregen. Dit maakt dat niet eerder, overeenkomstig de vaste verandermomenten voor regelgeving, tot publicatie kon worden overgegaan.
Echter, gelet op de aanmerkelijke ongewenste nadelen die een latere inwerkingtreding met zich brengt voor de doelgroep, is beslist deze op zo kort mogelijke termijn in werking te laten treden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-17156.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.