Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland

Bedrijfstakeigenregelingen 2012/2015

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 augustus 2012 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland inzake Bedrijfstakeigenregelingen

UAW Nr. 11338

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij ter ener zijde: de Koninklijke Vereniging Federatie van Ondernemers in de Schilders-, Onderhouds-, Metaalconserverings- en Glasbranche FOSAG;

Partijen ter andere zijde: FNV Bouw en CNV Vakmensen.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland inzake Bedrijfstakeigenregelingen1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Bijlage I-b van de cao, Reglement individuele budgetrekening, wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1 – lid 7, 8 en 9 komen te luiden:

‘7. de gewezen werknemer:

de werknemer die binnen drie jaar nadat de cao op deze werknemer niet meer van toepassing is, een saldo heeft staan op de individuele budgetrekening;

8. PRIS-uurloon:

het voor de werknemer geldende grondslaguurloon plus, indien van toepassing, prestatietoeslag;

9. uurloon:

het PRIS-uurloon, dan wel het naar een uurloon herrekende vast overeengekomen loon exclusief vakantietoeslag.’

Artikel 3 – lid 2, 3, 4 en 5 komen te luiden:

  • ‘2. De (gewezen) werknemer heeft via elektronische weg inzage in het voor hem op zijn individuele budgetrekening geregistreerde saldo.

  • 3. Het saldo van de individuele budgetrekening staat ter beschikking van de (gewezen) werknemer voor het volgen van scholing, die verband houdt met zijn huidige functie of een eventueel toekomstige functie.

  • 4. Het saldo op de individuele budgetrekening staat ter beschikking van de (gewezen) werknemer gedurende de periode dat hij onder de werkingssfeer van de cao valt en direct aansluitend gedurende drie jaar.

  • 5. Het saldo van de individuele budgetrekening is niet vatbaar voor beslag, aangezien het saldo een voor de (gewezen) werknemer gereserveerd bedrag is dat niet behoort tot het privévermogen van de (gewezen) werknemer. Gedurende een periode van beslag staat het saldo niet ter beschikking van de (gewezen) werknemer en worden aan hem geen betalingen verricht. Het saldo vervalt aan het fonds in de volgende situaties:

    • overlijden van de (gewezen) werknemer;

    • drie jaar nadat de (gewezen) werknemer niet meer onder de werkingssfeer van de cao valt.’

Artikel 4 – lid 1, 2, 3, en 4 komen te luiden:

  • ‘1. Indien de (gewezen) werknemer (een gedeelte van) het saldo van zijn individuele budgetrekening wil opnemen, dient hij door middel van het opsturen van het voorgeschreven formulier en een kopie van de factuur een verzoek in bij A&O Services.

    Het fonds is gerechtigd om eventuele administratiekosten in rekening te brengen.

  • 2. De (gewezen) werknemer vermeldt in het verzoek welke opleiding het betreft en bij welk instituut de opleiding wordt of is gevolgd. Hij verklaart bij het verzoek dat de opleiding verband houdt met zijn huidige of een eventuele toekomstige functie. Uitbetaling van het saldo vindt niet plaats voor cursussen die de werknemer verplicht moet volgen van zijn werkgever, zoals VCA, BHV en EHBO.

  • 3. Het verzoek, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt in behandeling genomen mits het binnen 6 maanden na factuurdatum de voorgeschreven wijze is ingediend.

  • 4. De werknemer die onvoldoende saldo op zijn individuele budgetrekening heeft, kan een bedrag opnemen tot een negatief saldo op zijn individuele budgetrekening van maximaal € 1.000,–. Voor de gewezen werknemer is opname beperkt tot het saldo op zijn individuele budgetrekening.’

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5 Verplichtingen van de (gewezen) werknemer

  • ‘1. De (gewezen) werknemer is verplicht om gedurende zeven jaar na indienen van het verzoek bewijsstukken van de gevolgde opleiding en de daarvoor betaalde kosten in zijn administratie te bewaren. Deze bewijsstukken zal hij op verzoek van A&O Services of de belastingdienst direct overleggen.

  • 2. De (gewezen) werknemer is aansprakelijk voor alle schade als blijkt dat opname van het saldo van zijn individuele budgetrekening niet voldoet aan de door de belastingdienst daaraan te stellen voorwaarden.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 20 augustus 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes.


X Noot
1

Stcrt. 2011, nr. 1932; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 maart 2012 (Stcrt. 2012, nr. 3493).

Naar boven