Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 18 juli 2012, nr. 283017 houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (EVF) (PbEU 2006, L 223);

Gelet op de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:20, vierde lid, wordt na ‘de aanvraag tot subsidievaststelling’ ingevoegd: of de betalingsaanvraag.

B

In artikel 4:39a, tweede lid, onder c, wordt ‘uiterlijk 1 april 2012’ vervangen door: uiterlijk 1 oktober 2012.

C

In artikel 4:39d wordt ‘vóór 1 januari 2012’ vervangen door: uiterlijk op 1 oktober 2012.

D

Artikel 4:45, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. kosten van aankoop van onroerende zaken, of de kosten van bouw of modernisering van gebouwen voor zover de kosten van aankoop van gebouwen of de kosten van bouw of modernisering van gebouwen niet meer dan het totaal van de overige subsidiabele kosten van het project bedragen;

E

Het opschrift van hoofdstuk 4, titel 5, paragraaf 1, komt te luiden:

§ 1. Tegemoetkoming tijdelijk aalvisverbod 2012

F

Artikel 4:68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

2. ‘2011’ wordt vervangen door: 2012.

G

Artikel 4:71, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de zinsnede ‘de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 januari 2010, nr 79904, houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010’ wordt ingevoegd: (Stcrt. 2012, 284) of de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 14 juli 2011 houdende wijziging van het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen 2011, de Regeling LNV-subsidies en de Uitvoeringsregeling visserij in verband met een compensatieregeling voor aalvisserij en enkele andere zaken (Stcrt. 2011, 13462).

2. ‘regeling’ telkens vervangen door: regelingen.

H

Aan artikel 4:72 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing indien de aanvrager op grond van artikel 4:68 een aanvraag heeft ingediend in de periode van 7 november tot en met 19 december 2011 en die aanvraag heeft geleid tot het verstrekken van een tegemoetkoming.

I

Artikel 4:74 vervalt.

ARTIKEL II

Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 25n wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In aanvulling op het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, geldt een additioneel subsidieplafond ten bedrage van € 908.000 voor aanvragers gevestigd in Gelderland.

B

Artikel 34 komt te luiden:

Artikel 34

  • 1. Aanvragen tot verlening van een subsidie voor innovatieprojecten als bedoeld in artikel 4:15, eerste lid, van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 oktober 2012.

  • 2. De subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 250.000.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000.

C

In artikel 38 wordt ‘de periode van 3 januari 2012 tot en met 31 januari 2012’ vervangen door: de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 oktober 2012.

D

Artikel 39 komt te luiden:

Artikel 39

De subsidie bedraagt:

  • a. 60% van de subsidiabele kosten voor aanvragen als bedoeld in artikel 4:22, tweede lid, onderdelen a en b, van de regeling, met dien verstande dat de subsidie ten hoogste € 250.000 bedraagt;

  • b. 80% van de subsidiabele kosten voor aanvragen als bedoeld in artikel 4:22, tweede lid, onderdeel c, van de regeling, met dien verstande dat de subsidie ten hoogste € 250.000 bedraagt.

E

Artikel 40 komt te luiden:

Artikel 40

Het subsidieplafond bedraagt € 2.250.000.

F

Artikel 43a, eerste en tweede lid, komen te luiden:

  • 1. Aanvragen tot verlening van subsidie als bedoeld in artikel 4:33c, eerste lid, kunnen voor de visserijgebieden opgenomen in bijlage 5, onderdeel A, onder 3, 4, 5 en 6, van de regeling worden ingediend in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 oktober 2012.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt voor het visserijgebied opgenomen in:

    • a. bijlage 5, onderdeel A, onder 3, van de regeling € 100.000;

    • b. bijlage 5, onderdeel A, onder 4, van de regeling € 433.800;

    • c. bijlage 5, onderdeel A, onder 5, van de regeling € 300.000;

    • d. bijlage 5, onderdeel A, onder 6, van de regeling € 400.000.

G

In hoofdstuk 4 wordt na titel 1 een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 1A. INVESTERINGEN IN WEEGAPPARATUUR AAN BOORD VAN VISSERSVAARTUIGEN

Artikel 43f
  • 1. Aanvragen voor de vaststelling van subsidie voor de aanschaf en installatie van elektronische weegapparatuur als bedoeld in artikel 4:39a, eerste lid, van de regeling, kunnen worden ingediend in de periode van 1 juli 2011 tot en met 1 november 2012.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt € 600.000,-.

Artikel 43g

In afwijking van artikel 1:2, tweede lid, van de regeling kan subsidie worden verleend voor activiteiten die zijn aangevangen voor de subsidievaststelling met dien verstande dat de activiteiten zijn aangevangen na 1 juni 2011.

Artikel 43h

Er worden geen voorschotten verleend.

H

Na artikel 44 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 44a

In afwijking van artikel 1:2, tweede lid, en artikel 4:43, eerste lid, van de regeling, kan subsidie, bedoeld in artikel 44, eerste lid, worden verleend in verband met kosten als bedoeld in artikel 4:45, eerste lid, onderdelen e en f, die zijn gemaakt voor activiteiten ter voorbereiding van het project voorafgaand aan de subsidieverlening, met dien verstande dat deze activiteiten zijn aangevangen na 1 januari 2007.

I

In hoofdstuk 4 wordt na titel 2 een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 2A. TEGEMOETKOMING TIJDELIJK AALVISVERBOD 2012

Artikel 47a
  • 1. Aanvragen tot verstrekking van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4:68 van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 1 oktober tot en met 31 oktober 2012.

  • 2. Het subsidieplafond voor aanvragen als bedoeld in het eerste lid bedraagt € 400.000.

ARTIKEL III

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2012, met uitzondering van:

    • a. artikel I, onderdeel D, en artikel II, onderdelen A en H, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst;

    • b. artikel I, onderdelen B en C, en artikel II, onderdeel G, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en die terugwerken tot en met 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies (verder: regeling) en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 (verder: Openstellingsbesluit). De wijzigingen zullen in de onderstaande paragrafen worden toegelicht. Voorts worden er paragrafen gewijd aan de administratieve lasten en de inwerkingtreding.

§ 1. Subsidieplafond duurzame stallen Gelderland (artikel II, onderdeel A)

De module ‘investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen’ heeft primair tot doel om de uitstoot van ammoniak rondom Natura 2000-gebieden met een significante stikstofproblematiek te verminderen. De openstelling vindt dit jaar plaats in de periode van 15 juli 2012 tot en met 31 augustus 2012. Door middel van in dit onderdeel opgenomen wijziging wordt voor aanvragers gevestigd in de provincie Gelderland een additioneel subsidieplafond van 908.000 euro vastgesteld. De provincie Gelderland sluit daarmee aan bij de huidige openstelling van deze regeling.

§ 2. Innovatieprojecten visserij (artikel II, onderdeel B)

Opnieuw wordt in 2012 het innovatieve vermogen in de visserijsector gestimuleerd met een bijdragemogelijkheid. Voor deze in artikel 4:15 van de regeling neergelegde subsidiemogelijkheid vindt de openstelling per 1 oktober 2012 plaats. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 1 miljoen.

§ 3. Collectieve acties visserij (artikel II, onderdelen C t/m E)

Eveneens vindt nogmaals in 2012 stimulering plaats van projecten die samenwerkingsvormen bevorderen of praktijknetwerken versterken. Deze zogenoemde collectieve acties uit artikel 4:22 van de regeling worden nogmaals per 1 oktober 2012 opengesteld. Het subsidieplafond bedraagt € 2,25 miljoen.

§ 4. Duurzame ontwikkeling visserijgebieden (artikel II, onderdeel F)

De subsidiemodule voor projecten gericht op een duurzame ontwikkeling van visserijgebieden wordt nogmaals in 2012 opengesteld. Per visserijgebied – het betreft bij deze openstelling gebieden gelegen in de provincies Noord Holland, Zuid-Holland, Zeeland en Friesland – wordt een afzonderlijk subsidieplafond vastgesteld. De aanvraagperiode loopt voor deze gebieden gelijk en wel gedurende de periode van 1 oktober tot en met 31 oktober 2012.

Voor de goede orde zij vermeld dat de provinciale ontwikkelstrategieën ter inzage liggen bij de desbetreffende provincies en via internet zijn in te zien op de site van het DR-loket (www.hetlnvloket.nl).

§ 5. Investeringen in weegapparatuur aan boord van vissersvaartuigen (artikel I, onderdelen B en C, en artikel II, onderdeel G)

Paragraaf 1a van hoofdstuk 4, titel 4, van de regeling, voorziet in de mogelijkheid subsidie toe te kennen voor de modernisering van vissersvaartuigen voor zover gericht op de aanschaf en het installeren van weegschalen aan boord van die vaartuigen.

De subsidie was opengesteld in de periode van 1 juli 2011 tot en met 1 mei 2012. Bij de intrekking van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 per 1 januari 2012 was per abuis geen overgangsregeling voor deze openstelling getroffen. De in artikel II, onderdeel G, opgenomen wijziging herstelt deze omissie.

Daarnaast is er gebleken dat er maar een beperkt aantal leveranciers van weegapparatuur is en de levering van de producten veel trager is verlopen dan voorzien. Derhalve is besloten de periode voor het aanvragen van subsidievaststelling te verlengen tot en met 1 november 2012 (artikel II, onderdeel G) en een nieuwe datum vast te stellen waarop de aanschaf en installatie van de elektronische weegapparatuur aan boord van een vissersvaartuig moeten zijn gerealiseerd, namelijk 1 oktober 2012 (artikel I, onderdelen B en C). Ten opzichten van de oorspronkelijke openstelling in het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 zijn geen wijzigingen doorgevoerd.

§ 6. Investeringen in aquacultuur (artikel I, onderdeel D, en artikel II, onderdeel H)

Met ingang van 3 september 2012 wordt de module ‘investeringen in aquacultuur’ opengesteld. Door middel van in artikel I, onderdeel D, opgenomen wijziging wordt verduidelijkt dat de kosten van aankoop van onroerende zaken (grond en gebouwen) alsook de kosten van bouw of modernisering van gebouwen subsidiabel zijn. Op grond van artikel 1:15, tweede lid, van de regeling zijn kosten van aankoop van grond subsidiabel tot een hoogte van 10% van de subsidiabele kosten van de investering. De kosten van aankoop van gebouwen en bouw of modernisering van gebouwen bedragen niet meer dan het totaal van de overige subsidiabele kosten van het project.

Door middel van de wijzigingen opgenomen in artikel II, onderdeel H worden de kosten die gemaakt zijn in de periode voorafgaand aan de subsidieaanvraag, subsidiabel gesteld. Dit wordt wenselijk geacht omdat de aanvragers in de voorbereiding van de aanvraag werk moeten doen of laten doen voor een investeringsplan.

§ 7. Tegemoetkoming tijdelijk aalvisverbod 2011 (artikel I, onderdelen E t/m I en artikel II, onderdeel I)

Evenals dit voor de jaren 2009, 2010 en 2011 heeft plaatsgevonden, kunnen voor het jaar 2012 beroepsvissers op aal in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in gederfde inkomsten als gevolg van het geïntroduceerde aalvisverbod dat geldt gedurende de maanden september, oktober en november. Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt bewerkstelligd dat de desbetreffende vissers ook dit jaar voor die tegemoetkoming in aanmerking komen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kan een tegemoetkoming verstrekken aan vissers die schade lijden door het genoemde jaarlijkse visverbod op paling. De criteria op basis waarvan wordt bepaald of een visser in aanmerking komt voor een dergelijke vergoeding en de criteria voor vaststelling van de hoogte zijn vastgelegd in de regeling. Het bedrag dat in 2012 beschikbaar is voor compensatie van vissers is € 400.000. Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 oktober 2012. Met de onderhavige regeling worden de regeling en het Openstellingsbesluit zodanig gewijzigd dat indienen van een aanvraag mogelijk wordt.

De tegemoetkoming wordt voor 2012 uitgevoerd onder de werking van het Europees Visserijfonds (EVF). Daarbij is de tegemoetkoming gebaseerd op artikel 33, vierde lid, van verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PbEU 2006, L 223) (de EVF-verordening). Uitvoering vindt derhalve evenals in de jaren 2010 en 2011 plaats door de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (DR). DR is namelijk daartoe aangewezen in het door de Europese Commissie goedgekeurde Nederlandse Operationele Programma.

Ingevolge artikel 33, vierde lid, van de EVF-verordening kan vanuit het EVF steun worden verleend voor maatregelen voor de tijdelijke beëindiging van visserijactiviteiten in de binnenwateren ten behoeve van vissers en reders die uitsluitend in de binnenwateren actief zijn. De beperkte hoeveelheid wateren die in het kader van de Nederlandse visserijregelgeving onder ‘kustwateren’ is gedefinieerd ingevolge het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970 moet in Europees verband geacht worden te vallen onder de ‘binnenwateren’. Het betreft onder meer de Waddenzee, bepaalde delen van de Dollard en de Eems, de Nieuwe Waterweg, de Oosterschelde en de Westerschelde. Aangezien sommige van de beroepsvissers die voor de tegemoetkoming in aanmerking komen ook in deze beperkte Nederlandse kustwateren vissen, komen ook deze dus voor de tegemoetkoming in EVF-kader in aanmerking.

§ 8. Overige wijzigingen

Op grond van de Verordening (EU) nr. 65/2011 dient elke betalingsaanvraag beoordeeld te worden. Indien in de betalingsaanvraag niet-subsidiabele kosten zijn opgenomen die de 3% van het vastgestelde subsidiebedrag overstijgen, dient er een korting op het te betalen subsidiebedrag plaats te vinden ter hoogte van de onterecht gedeclareerde kosten. Een betalingsaanvraag hoeft niet noodzakelijk plaats te vinden bij de aanvraag tot subsidievaststelling. Er kunnen verzoeken om deelbetalingen worden gedaan en toegekend. Derhalve is onderhavige aanpassing van artikel 1:20, vierde lid, van de regeling noodzakelijk (artikel I, onderdeel A).

§ 9. Regeldruk

De wijzigingen vervat in artikel I bevatten geen administratieve lasten.

De wijzigingen in de modules ‘integraal duurzame stallen rond N2000’ (artikel II, onderdeel A), ‘Investeringen in weegapparatuur aan boord van vissersvaartuigen’ (artikel I, onderdelen B en C, en artikel II, onderdeel G) en ‘Investeringen in aquacultuur’ (artikel I, onderdeel D, en artikel II, onderdeel H), leiden niet tot extra administratieve lasten. De wijziging in de module ‘Innovatie in de visketen’ (artikel II, onderdeel B) heeft een relatieve administratieve last van 4,3% (79.854 euro aan administratieve lasten bij een subsidieplafond van 1 miljoen euro), ‘Collectieve actie in de visketen’ (artikel II, onderdelen C t/m E) heeft een relatieve administratieve last van 7,5% (163.513 euro aan administratieve lasten bij een subsidieplafond van 2 miljoen euro), ‘duurzame ontwikkeling visserijgebieden’ (artikel II, onderdeel F) heeft een relatieve administratieve last van 3,4% (83.235 euro aan administratieve lasten bij een subsidieplafond van 1.233.800 euro), en ‘aalcompensatie’ (artikel I, onderdelen E t/m I en artikel II, onderdeel I) heeft een relatieve administratieve last van 2,3% (9.108 euro aan administratieve lasten bij een subsidieplafond van 0,4 miljoen euro). De modules overschrijden soms de grens van 5% relatieve administratieve lasten, die Actal als maximum heeft voorgesteld. De reden voor overschrijding van dit maximum is dat, voor zover daar sprake van is, het opstellen van een projectplan en begroting volledig als een administratieve last wordt berekend. Strikt genomen zijn dit echter zogenaamde ‘bedrijfseigen kosten’, omdat voor elk project van enige omvang, ook zonder dat er een subsidie voor beschikbaar wordt gesteld, een projectplan en financiële onderbouwing zullen worden opgesteld.

§ 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2012. Dit is overeenkomstig de uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving inhoudende dat regelingen in werking treden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober en ten minste twee maanden voor inwerkingtreding gepubliceerd worden (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309 en aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

Er wordt een uitzondering gemaakt voor de subsidiemodules ‘integraal duurzame stallen rond N2000’ (artikel II, onderdeel A) en ‘investeringen in aquacultuur’ (artikel I, onderdeel D, en artikel II, onderdeel H). Omdat deze wijzigingen voordeel voor de doelgroepen met zich brengen, is er op grond van aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel a, voor gekozen deze op korte termijn in werking te laten treden.

Artikel I, onderdelen B en C, en artikel II, onderdeel G, treden om dezelfde reden in werking met ingang van de datum van uitgifte van de Staatcourant en werken terug tot en met 1 januari 2012. Dit betreft het herstel van een omissie (zie ook § 5.)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven