De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelet op artikel 4, eerste lid, onderdeel c van de Wet wapens en munitie;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd
A
In artikel 1, eerste lid, onder d, wordt ‘bedoeld in titel III van de Jachtwet’ vervangen
door: als bedoeld in artikel 38, eerste lid, onder a, van de Flora- en faunawet.
B
Artikel 20a, onderdeel a, komt als volgt te luiden:
C
Na artikel 20a wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
10a. Tijdelijke vrijstelling voor stiletto’s, valmessen en vlindermessen
Artikel 20b
-
1. Van het verbod in artikel 13, eerste lid,van de wet, wordt tot 1 december 2012 vrijstelling
verleend voor het voorhanden hebben en vervoeren van wapens, genoemd in artikel 2,
eerste lid, categorie I, onderdeel 1°, van de wet, een en ander indien het lemmet:
-
a. niet meer dan een snijkant heeft;
-
b. korter is dan 7 cm en breder is dan 14 mm;
-
c. korter is dan 9 cm; of
-
d. niet van een stootplaat is voorzien.
-
2. De vrijstelling, genoemd in het eerste lid, is slechts van toepassing op wapens die
deel uitmaken van:
D
In artikel 26, derde lid, aanhef, wordt na ‘in het eerste’ ingevoegd: lid.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2012.
TOELICHTING
Op 1 mei 2012 is de Wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet wapens en munitie,
houdende een volledig verbod van stiletto’s, valmessen en vlindermessen en verduidelijking
van de Wet wapens en munitie (volledig verbod stiletto’s, valmessen en vlindermessen)
(Stb. 447) in werking getreden. Deze wetswijziging houdt een volledig verbod van stiletto’s,
valmessen en vlindermessen in. Tot 1 mei 2012 was het bezit van valmessen, vlindermessen
en stiletto’s verboden indien het lemmet:
-
a) meer dan één snijkant had;
-
b) zeven centimeter of langer en 14 millimeter of smaller was;
-
c) 9 centimeter of langer was, of
-
d) van een stootplaat was voorzien.
Met de inwerkingtreding van de wetswijziging van 1 mei 2012 wordt dit onderscheid
niet meer gemaakt. Messen met een lemmet die:
-
a) niet meer dan een snijkant heeft;
-
b) korter is dan 7 cm en breder is dan 14 mm;
-
c) korter is dan 9 cm; of
-
d) niet van een stootplaat is voorzien,
vallen als gevolg van deze wetswijziging onder artikel 2, categorie 1, onderdeel 1°,
van de Wet wapens en munitie (Wwm) en zijn dan ook verboden.
Voor verzamelaars van messen die voor de inwerkingtreding van het verbod van 1 mei
2012 waren toegestaan, wordt beoogd een ontheffingsbeleid in te voeren. Dit is conform
mijn toezegging tijdens de behandeling van voornoemde wijziging van de Wwm op 16 februari
2011 (Handelingen II 2010/11, nr. 53, item 9, blz. 56). De uitwerking van dit beleid kost tijd. Dit beleid zal op 1 december 2012 in werking
treden en zal betrekking hebben op messen met een lemmet dat in het eerste lid van
artikel 20b (nieuw) wordt genoemd. Vooruitlopend op dit ontheffingsbeleid wordt op
grond van artikel 4, aanhef en onder c, van de Wwm middels onderhavige wijziging van
de Regeling wapens en munitie (Rwn) aan verzamelaars van deze messen een vrijstelling
verleend voor het verzamelen van de in het eerste lid van het nieuwe artikel 20b genoemde
messen. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat deze vrijstelling slechts van toepassing
is op wapens waarvan kan worden aangetoond dat ze deel uitmaken van verzamelingen
van individuele wapenverzamelaars die serieuze studie maken van de historische of
technische ontwikkeling van wapens of verzamelingen van algemeen en wetenschappelijk
belang.
Deze verzamelaars worden daarmee tot 1 december 2012 in de gelegenheid gesteld een
dergelijke ontheffing aan te vragen bij de dienst Justis. Het ontheffingsbeleid zal
zodra deze gereed is, zo snel mogelijk bekend worden gemaakt, zodat de verzamelaars
voldoende tijd hebben de ontheffing aan te vragen.
In artikel 1, eerste lid, onder d, van de Rwm (zie artikel I, onder A) wordt voorts
nog een verwijzing naar de (oude) Jachtwet vervangen door het desbetreffende artikel
van de Flora- en faunawet. Ten slotte is in artikel 26, derde lid, van de Rwm (artikel
I, onder D) een weggevallen woord ingevoegd.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven.