Artikel 1
De kaart, bedoeld in artikel 106 van de Wet geluidhinder, is opgenomen in de bij deze
regeling behorende bijlage.
Artikel 2
De Regeling zonekaart spoorwegen wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I van de Invoeringswet
geluidproductieplafonds in werking treedt.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling zonekaart spoorwegen geluidhinder.
BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING ZONEKAART SPOORWEGEN GELUIDHINDER
De nummers op de kaart verwijzen naar de tabel, waarin de bij het traject behorende
zonebreedte is opgegeven.
Deelkaart 1: Amsterdam GVB
Deelkaart 2: Rotterdam, RET en Randstadrail
Deelkaart 3: Rotterdam Centrum RET
Deelkaart 4: Rotterdam Havenspoorlijn
Deelkaart 5: Zuid-Holland, Randstadrail
Deelkaart 6: Utrecht, Sneltram
Deelkaart 7: Limburg, IJzeren Rijn.
Tabel met zonebreedten als bedoeld in artikel 106, eerste lid, onderdeel c, van de
Wet geluidhinder. Zie bijbehorende kaarten voor de ligging
Traject
|
Gemeente
|
Zonebreedte in meters gemeten vanuit buitenste spoorstaaf
|
487
|
Amstelveen
|
100
|
415
|
Amsterdam
|
25
|
416
|
Amsterdam
|
100
|
419
|
Amsterdam
|
100
|
487
|
Amsterdam
|
100
|
616
|
Capelle a/d IJssel
|
100
|
618
|
Capelle a/d IJssel
|
100
|
543
|
Den Haag
|
100
|
416
|
Diemen
|
100
|
543
|
Lansingerland
|
100
|
541
|
Leidschendam Voorburg
|
100
|
543
|
Leidschendam Voorburg
|
100
|
340
|
Nieuwegein
|
100
|
341
|
Nieuwegein
|
100
|
342
|
Nieuwegein
|
100
|
543
|
Pijnacker-Nootdorp
|
100
|
834
|
Roerdalen
|
100
|
834
|
Roermond
|
100
|
543
|
Rotterdam
|
100
|
603
|
Rotterdam
|
100
|
608
|
Rotterdam
|
100
|
615
|
Rotterdam
|
25
|
616
|
Rotterdam
|
100
|
617
|
Rotterdam
|
100
|
622
|
Rotterdam
|
100
|
624
|
Rotterdam
|
25
|
625
|
Rotterdam
|
100
|
626
|
Rotterdam
|
100
|
627
|
Rotterdam
|
100
|
628
|
Rotterdam
|
100
|
691
|
Rotterdam
|
100
|
692
|
Rotterdam
|
100
|
699
|
Rotterdam
|
100
|
622
|
Schiedam
|
100
|
625
|
Spijkenisse
|
100
|
626
|
Spijkenisse
|
100
|
340
|
Utrecht
|
100
|
341
|
IJsselstein
|
100
|
541
|
Zoetermeer
|
100
|
542
|
Zoetermeer
|
100
|
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt ter uitvoering van artikel 106 van de Wet geluidhinder, zoals
dat luidt na inwerkingtreding van de Invoeringswet geluidproductieplafonds.1 Artikel 106 van de Wet geluidhinder regelt het toepassingsbereik van hoofdstuk VII,
afdeling 3, van de Wet geluidhinder. Deze afdeling is van toepassing op de aanleg
en wijziging van de spoorwegen die zijn opgenomen op een kaart, op de sanering van
woningen, andere geluidsgevoelige objecten en geluidsgevoelige terreinen vanwege de
geluidsbelasting van spoorwegen die zijn opgenomen op een kaart en op de projectie
van woningen, andere geluidsgevoelige objecten en geluidsgevoelige terreinen binnen
zones langs spoorwegen die zijn opgenomen op een kaart. De betreffende kaart wordt
vastgesteld met deze regeling.
Het toepassingsbereik van afdeling 3 is gewijzigd met invoering van de plafondsystematiek
als instrument voor de beheersing van geluid vanwege wegen in beheer bij het Rijk
en hoofdspoorwegen. De invoering van de plafondsystematiek maakt deel uit van een
fundamentele herziening van het geluidbeleid. De strekking en de inhoud van deze herziening
zijn uitvoerig toegelicht in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot invoering
van de geluidproductieplafonds, waar ik kortheidshalve naar verwijs.2
De invoering van de plafondsystematiek en de bijbehorende wijzigingen in de Wet milieubeheer
en de Wet geluidhinder hebben kortweg geleid tot drie categorieën van spoorwegen.
-
1. Spoorwegen waarop de plafondsystematiek van toepassing is. Dat zijn de hoofdspoorwegen.
Deze hoofdspoorwegen zijn opgenomen op de geluidplafondkaart, vastgesteld op grond
van artikel 11.18 van de Wet milieubeheer.
-
2. Spoorwegen die zijn opgenomen op de kaart, bedoeld in artikel 106 van de Wet geluidhinder.
Deze kaart wordt in de praktijk aangeduid als de ‘zonekaart’, omdat ook de zone langs
deze spoorwegen erop is aangegeven.
-
3. Spoorwegen, niet opgenomen op de kaarten, genoemd onder 1 en 2, die vallen onder het
begrip ‘weg’ en waarop hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder van toepassing is.
De regels uit de Wet geluidhinder blijven van toepassing op decentraal beheerde spoorwegen,
zoals bijvoorbeeld RandstadRail. Dergelijke spoorwegen behoeven dan ook een zone voor
de toepassing van de normen uit de Wet geluidhinder, waarvan de breedte wordt vastgesteld
door middel van de kaart die bij deze regeling behoort.
De kaart, bedoeld in artikel 106 van de Wet geluidhinder, is opgenomen in de bijlage
bij deze regeling. Deze kaart bepaalt het toepassingsbereik van hoofdstuk VII, afdeling
3, van de Wet geluidhinder.
Gevolgen voor het bedrijfsleven
De regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten en de
inhoudelijke nalevingskosten van burgers en bedrijfsleven.
Artikelsgewijs
Artikel 1 – Toelichting op de kaart
De bijlage bestaat uit verschillende deelkaarten. Op deze deelkaarten staat aangegeven
welke spoorwegen zijn gezoneerd en hoe breed de betreffende zones zijn. Op de deelkaarten
is het trajectnummer tussen twee knooppunten opgenomen. Uit de bijbehorende tabel
is vervolgens af te lezen wat de zonebreedte bij het traject is. De zonebreedte wordt
gemeten vanaf de buitenste zijde van de spoorstaaf, en geldt op grond van artikel
1.4 van het Besluit geluidhinder aan beide zijden van het spoor en onder en boven
het spoor.
Artikel 3
De inwerkingtreding van deze regeling is gekoppeld aan de inwerkingtreding van de
plafondsystematiek: dat zal naar verwachting op een van de vaste verandermomenten
zijn.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J.J. Atsma.