Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 27 april 2011, nr. 195848, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Dienst Regelingen (Mandaatbesluit EL&I Dienst Regelingen 2011)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1

De algemeen directeur, de directeur Financiën en de directeur Uitvoering van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de Dienst Regelingen betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal of een directeur-generaal dient te worden afgedaan;

  • b. de uitgifte van legitimatiebewijzen, bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht, aan ambtenaren van de Dienst Regelingen.

Artikel 2

De algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering en de manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afdoening van klachten betreffende gedragingen van de Dienst Regelingen, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klacht niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal of een directeur-generaal dient te worden afgedaan.

Artikel 3

De directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager Subsidies, de manager Vergunningen en de manager Gegevens van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het vaststellen van mededelingen als bedoeld in de in artikel 19, onderdelen p tot en met oo, genoemde regelingen, niet inhoudende beleidsregels.

Artikel 4

De manager Subsidies, de manager Vergunningen en de manager Gegevens van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de Dienst Regelingen betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de algemeen directeur van de Dienst Regelingen, de secretaris-generaal of een directeur-generaal dient te worden afgedaan.

Artikel 5

De algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering en de manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur met uitzondering van de gevallen, bedoeld in artikel 6 van de Regeling openbaarheid van bestuur, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Stcrt. 1992, 241);

  • b. de besluiten op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur strekkende tot verdaging van een beslissing op een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • c. besluiten op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36 en 38, tweede lid, 40 of 41 van die Wet.

Paragraaf 2. Financieel mandaat, machtiging en bestuursrechtelijke geldschulden

Artikel 6

  • 1. De algemeen directeur, de directeur Financiën en de directeur Uitvoering van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

    • b. de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 50.000,– alsmede de met de toekenning samenhangende besluiten, bedoeld in de afdelingen 4.4.1 en 4.4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c. het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen die nodig zijn voor de organisatie en de uitvoering van maatregelen inzake de bestrijding van crises op de beleidsterreinen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

  • 2. De manager Subsidies, de manager Vergunningen en de manager Gegevens van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voor zover deze een bedrag van € 25.000,– niet te boven gaan;

    • b. het sluiten van overeenkomsten betreffende de aanschaf van oormerken voor de identificatie van dieren;

    • c. het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de uitvoering van artikel 1, onderdeel d, van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen of artikel 112 van de Flora- en faunawet.

  • 3. De manager Proces- en Informatiemanagement, de manager Facilitair Service Centrum, de manager Klant Contact Center, de manager Concernstaf, de manager Uitvoeringsbeleid, de manager Regelingsplatform, de manager Financiën & Control, de manager Certificeringsautoriteit, de manager Interne Accountantsdienst en de manager Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voor zover deze een bedrag van € 25.000,– niet te boven gaan.

  • 4. De teammanagers en de programmamanagers van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voor zover deze een bedrag van € 5000,– niet te boven gaan.

  • 5. De controllers van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het in voorkomend geval vrijgeven van zekerheden met betrekking tot de in artikel 19, onderdelen p tot en met oo, genoemde regelingen.

Artikel 7

De algemeen directeur, de manager Recht en Rechtsbescherming, de manager Subsidies, de manager Vergunningen, de manager Gegevens en de teammanagers van de afdeling Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de besluiten die zijn genoemd in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.4 en in artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover die besluiten en stukken samenhangen met de in artikel 10 bedoelde besluiten en stukken.

Artikel 8

De manager Financiën & Control, de teammanagers van de afdeling Financiën & Control en de teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de besluiten die zijn genoemd in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.4 en in artikel 4.57 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover die besluiten en stukken samenhangen met de in de artikelen 14 tot en met 27 bedoelde besluiten en stukken en het besluit genoemd in artikel 69 van de Meststoffenwet;

  • b. de verrekening, bedoeld in artikel 5 ter van Verordening (EG) Nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het ELFPO (PbEU L 71).

Paragraaf 3. Bestuursdwang, last onder dwangsom, dwangbevel, bestuurlijke boete, invordering, aanwijzing deskundigen, hertaxatie

Artikel 9

  • 1. De algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager Subsidies, de manager Vergunningen, de manager Gegevens en de teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 112, eerste lid, van de Flora- en faunawet, artikel 49 van de Meststoffenwet, artikel 106 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 54b van de Visserijwet 1963, artikel 18.2, eerste lid, onderdeel a, onder 3, van de Wet milieubeheer, alsmede de hiermee samenhangende besluiten, bedoeld in de artikelen 5:25, 5:31, 5:31a, 5:32, 5:37, 4:94, 4:96, 4:99, 4:112 en 5:10 van de Algemene wet bestuursrecht en de aanwijzing van ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;

    • b. het dwangbevel, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de Landbouwwet voor zover betrekking hebbend op het besluit, bedoeld in artikel 14 van de Regeling tarieven I&R en de daarmee samenhangende aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c. de aanwijzing van beëdigde deskundigen, bedoeld in artikel 88, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

    • d. het verzoek aan de kantonrechter, bedoeld in artikel 88, derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

    • e. het opleggen van een bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 51 van de Meststoffenwet, alsmede de hiermee samenhangende besluiten, bedoeld in de artikelen 5:50, 4:94, 4:96, 4:99, 4:112 en 5:10 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • f. het besluit tot verrekening van de bestuurlijke boete met te verstrekken subsidies bij of krachtens de Kaderwet LNV-subsidies, als bedoeld in artikel 69 van de Meststoffenwet.

  • 2. Voor zover noodzakelijk ter uitvoering van het overgangsrecht, bedoeld in de artikelen III en IV van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht, gelden de mandaten zoals die op grond van dit artikel golden voor de inwerkingtreding van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 4. Bezwaar, beroep, procesmachtiging en dwangsom bij niet tijdig beslissen

Artikel 10

De algemeen directeur, de manager Recht en Rechtsbescherming en de teammanagers van de afdeling Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen, zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. beslissingen op bezwaarschriften, voor zover:

    • het besluit geschiedt overeenkomstig het advies van de Commissie voor de bezwaarschriften dan wel over de te nemen beslissing op het bezwaarschrift geen advies is ingewonnen van de Commissie voor de bezwaarschriften;

    • het niet betreft een gegrondverklaring van een bezwaar betreffende een subsidieverlening waarbij met het besluit tot gegrondverklaring € 50.000,– of meer wordt verleend;

    • het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de minister persoonlijk of namens hem door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger dient te worden afgedaan;

  • b. de beslissing tot verdaging van een beslissing op een ingediend bezwaarschrift;

  • c. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;

  • d. verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter;

  • e. de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 5.000,–, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

  • f. de vergoeding van wettelijke rente in geval de behandeling van een bezwaarschrift of de betaling van een vastgestelde bijdrage is vertraagd, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

  • g. de vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure of beroepsprocedure, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

  • h. Verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de kantonrechter inzake het aanwijzen van deskundigen als bedoeld in artikel 88 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Artikel 11

De algemeen directeur, de directeur Financiën en de directeur Uitvoering van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende besluiten waarbij de betrokken Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen wordt gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen op bezwaarschriften alsmede om verweerschriften en overige schrifturen, waaronder rechtsmiddelen, in te dienen bij het College van beroep voor het bedrijfsleven in verband met bij dat college ingestelde beroepen betreffende het In- en Uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980.

Artikel 12

De algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering en de manager Recht en Rechtsbescherming zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. het horen in het openbaar, bedoeld in artikel 7:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, het instellen van hoger beroep of verzet, het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening of een verzoek om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening of het instellen van een ander rechtsmiddel tegen rechterlijke uitspraken in gedingen, waarin de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie partij was;

  • b. de machtiging van juristen werkzaam bij de Dienst Regelingen om de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te vertegenwoordigen bij de bestuursrechter inzake beroepen tegen besluiten genomen door de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • c. de machtiging van juristen werkzaam bij de Dienst Regelingen om de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te vertegenwoordigen bij de kantonrechter inzake het aanwijzen van deskundigen als bedoeld in artikel 88 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • d. het besluit tot het instellen van hoger beroep tegen een uitspraak van de kantonrechter inzake het aanwijzen van deskundigen als bedoeld in artikel 88 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • e. het verzoek als bedoeld in artikel 8:26, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 13

De algemeen directeur, de manager Recht en Rechtsbescherming, de manager Subsidies, de manager Vergunningen, de manager Gegevens en de teammanagers van de afdeling Recht en Rechtsbescherming van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen en de terugvordering van dergelijke dwangsommen bij onverschuldigde betaling.

Paragraaf 5. De binnenvisserij, kustvisserij en visserijzone

Artikel 14

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de goedkeuring, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, onderdeel e, en tweede lid, onderdeel c, van de Regeling technische maatregelen 2000;

  • b. de Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2002;

  • c. de Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003;

  • d. de Regeling garantstelling visserij.

Paragraaf 6. De Flora- en faunawet

Artikel 15

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. het besluit, bedoeld in artikel 43 van de Flora- en faunawet;

  • b. de vergunning, bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de Flora- en faunawet;

  • c. de ontheffing, bedoeld in artikel 75, derde lid, en de verklaring van geen bedenkingen bedoeld in artikel 75d, eerste lid, van de Flora- en faunawet, voor zover geen betrekking hebbend op de Kroondrager en niet van politieke betekenis is;

  • d. de besluiten, bedoeld in artikel 112, tweede, derde en vijfde lid, van de Flora- en faunawet;

  • e. het besluit, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten;

  • f. de besluiten, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, voor zover geen betrekking hebbend op de vermelding op een fytosanitair certificaat, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEU L 166);

  • g. de registratie, bedoeld in artikel 8 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten;

  • h. de verklaringen, bedoeld in de artikelen 12, derde lid, en 14, tweede en derde lid, van de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet;

  • i. de besluiten, bedoeld in de Regeling tarieven Flora- en faunawet;

  • j. de besluiten, bedoeld in de artikelen 5 en 7, eerste lid, van de Regeling prepareren van dieren;

  • k. het besluit, bedoeld in artikel 3a van de Jachtregeling;

  • l. de besluiten, bedoeld in de artikelen 2a, 2c, en 2d, van de Regeling erkenning jachtexamen en preparateursexamen Flora- en faunawet;

  • m. het schriftelijk verlof, bedoeld in artikel 4, zesde lid, van het Jachtbesluit;

  • n. de registratie, bedoeld in artikel 56 van de Flora- en faunawet.

Paragraaf 7. De Boswet

Artikel 16

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de beschikkingen met betrekking tot de Regeling bijdragen bos- en landschapsbouw 1991;

  • b. de beschikkingen met betrekking tot de Regeling bijdragen aanleg snelgroeiend bos 1984;

  • c. de beschikkingen met betrekking tot de Regeling bijdragen aanleg snelgroeiend bos 1988;

  • d. de beschikkingen met betrekking tot de Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen;

  • e. de beschikkingen met betrekking tot de Bijdrageregeling beheer samenwerking bos 1993;

  • f. de beschikkingen met betrekking tot de Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen;

  • g. besluiten als bedoeld in artikel 13 van de Boswet;

  • h. de bevestiging van ontvangst van een kennisgeving als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Boswet;

  • i. de verklaring, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Boswet;

  • j. de ontheffing, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Boswet;

  • k. de toestemming, bedoeld in artikel 2, eerste en derde lid, van het Besluit van 20 juni 1962, houdende regelen ten aanzien van de verplichting tot herbeplanting, bedoeld in artikel 3 van de Boswet (Stb. 220);

  • l. de mededeling, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Regeling meldings- en herplantplicht.

Paragraaf 8. Het Programma Beheer

Artikel 17

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de beschikkingen inzake de Subsidieregeling natuurbeheer;

  • b. de beschikkingen inzake de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer;

  • c. de beschikkingen inzake de Regeling organisatiekosten samenwerkingsverbanden;

  • d. de beschikkingen inzake de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer, alsmede het sluiten van de overeenkomst, bedoeld in artikel 15 van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer;

  • e. de beschikkingen inzake de Tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer;

  • f. de beschikkingen inzake de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, alsmede het sluiten van de overeenkomst, bedoeld in artikel 46 van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000;

  • g. de beschikkingen inzake de Regeling draagvlak natuur;

  • h. de beschikking tot het verlenen van een voorschot, tot subsidievaststelling en tot intrekking van inzake krachtens artikel 5, onderdeel a, van de Kaderwet LNV-subsidies verleende subsidies particulier natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer;

  • i. de Subsidieregeling jonge agrariërs.

Paragraaf 9. De Kaderregeling subsidiëring natuurprojecten

Artikel 18

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. het Besluit versterking natuur- en bosbeheer bij bos- en landgoedeigenaren;

  • b. het Besluit voorkoming verbossing rietlanden;

  • c. het Besluit natuurbeheer schaapskuddes;

  • d. het Besluit ontwikkeling van landschappen;

  • e. het Besluit aanleg landschapselementen;

  • f. het Besluit instandhouding landschapselementen;

  • g. het Besluit landelijke activiteiten soortenbescherming;

  • h. het Besluit behoud historische buitenplaatsen;

  • i. het Besluit natuurbeheer Midden- en Oost-Europa 2001;

  • j. het Besluit uitvoering soortenbescherming;

  • k. de Regeling subsidiëring Actieplan BBI-Matra 2005–2008.

Paragraaf 10. De Landbouwwet

Artikel 19

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de Regeling steunverlening producenten akkerbouwgewassen;

  • b. de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen;

  • c. de Regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden;

  • d. de Uitvoeringsregeling superheffing 1988;

  • e. de Uitvoeringsregeling EEG-premie schapenvleesproducenten 1993;

  • f. de Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993;

  • g. de Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993;

  • h. de Uitvoeringsregeling EEG-rooipremie appelbomen 1990;

  • i. de Uitvoeringsregeling EG-rooipremie appelbomen 1994;

  • j. de Regeling schadevergoeding SLOM-deelnemers;

  • k. de Beschikking superheffing 1993;

  • l. de Beschikking superheffing zure boerderijzuivelprodukten;

  • m. de Subsidieregeling extensivering vleesstierenhouderij;

  • n. de Regeling dierlijke EG-premies;

  • o. de Subsidieregeling fokverbod varkens 1997;

  • p. de artikelen 5, eerste lid, 38 tot en met 42, 45, 71, onder b, 92, 98, 99, 109, 114, eerste en derde lid, 115 en 131, tweede lid, van de Regeling interventie melk en zuivelproducten;

  • q. de Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop 1999;

  • r. de Tabaksbeschikking 1971-I;

  • s. de aankoop van boter en de particuliere opslag van boter en room op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke marktordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 2771/1999, Hoofdstuk II, afdeling 1 tot en met 3 en Hoofdstuk III van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (PbEG L 133);

  • t. de verkoop, voor uitvoer, van boter uit interventievoorraden op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 3378/1991 van de Commissie van 20 november 1991 houdende nadere regels voor de verkoop, voor uitvoer, van boter uit interventievoorraden (PbEG L 319);

  • u. de verkoop van boter uit openbare opslag op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160), en Verordening (EG) nr. 2771/1991 Hoofdstuk II, afdeling 5 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (PbEG L133);

  • v. de aankoop van magere melkpoeder op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 214/2001 Hoofdstuk II, afdeling 1 t/m 4 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor magere melkpoeder (PbEG L 37);

  • w. de verkoop bij openbare inschrijving van magere melkpoeder voor de vervaardiging tot mengvoeder op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 2799/1999 Hoofdstuk III van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en magere melkpoeder voor voederdoeleinden en verkoop van voornoemd magere melkpoeder (PbEG 340);

  • x. de algemene en speciale interventiemaatregelen in de sector rundvlees op basis van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 1669/2006 van de Commissie van 8 november 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft (Pb L 312);

  • y. de afzet van het door de interventiebureaus aangekochte bevroren rundvlees op basis van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PbEG L 160) en Verordening (EG) nr. 2173/1979 van de Commissie van 4 oktober 1979 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de afzet van rundvlees gekocht door interventiebureaus (PbEG L 251);

  • z. de overneming van granen door de interventiebureaus op basis van Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie van 19 april 2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethodes voor de bepaling van de kwaliteit (PbEG L 100) en Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEU L 270);

  • aa. de verkoop van graan door de interventiebureaus op basis van Verordening (EG) nr. 2131/93 van de Commissie van 28 juli 1993 tot vaststelling van de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus (PbEG L 191) en Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEU L 270);

  • bb. de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (PbEG L 308);

  • cc. buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland op basis van Verordening (EEG) nr. 2759/1975 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (PbEG L 282) en Verordening (EG) 413/97 van de Commissie van 3 maart 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees (PbEG L 62);

  • dd. de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap op basis van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160) en Hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (PbEG L 308);

  • ee. de toekenning van steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk op basis van Hoofdstuk IV van Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (PbEU L 308);

  • ff. de Interventieregeling vis;

  • gg. de Regeling subsidie opkoop in beschermings- en toezichtsgebieden MKZ ;

  • hh. de individuele subsidieverstrekkingen op basis van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt (PbEU L 125);

  • ii. vergoedingen op grond van de Regeling werkprogramma’s producentenorganisaties visserij- en aquacultuursector;

  • jj. de individuele subsidieverstrekkingen op basis van verordening (EG) van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen en op basis van verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen, alsmede het namens de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Staat der Nederlanden in dat kader sluiten van uitvoeringsovereenkomsten met subsidieontvangers;

  • kk. Regeling GLB-inkomenssteun;

  • ll. Regeling GLB-inkomenssteun 2006;

  • mm. De uitvoering van Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, behoudens het heffen van de herstructureringssteun als bedoeld in artikel 11 van deze verordening;

  • nn. de particuliere opslag van varkensvlees op grond van Verordening (EEG) Nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees, Verordening (EEG) Nr. 2763/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende vaststelling van de algemene regels voor de steunverlening aan de particuliere opslag in de sector varkensvlees en Verordening (EEG) Nr. 3444/90 van de Commissie van 27 november 1990 houdende uitvoeringsbepalinge betreffende de toekenning van steun voor de particuliere opslag van varkensvlees;

  • oo. de particuliere opslag van rundvlees op grond van Verordening (EG) Nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijk ordening der markten in de sector rundvlees en Verordening (EG) Nr. 907/2000 van de Commissie van 2 mei 2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1254/1999 van de Raad wat de steun voor de particuliere opslag in de sector rundvlees betreft.

Artikel 20

De algemeen directeur, de directeur Financiën, de directeur Uitvoering, de manager Financiën & Control, de manager Recht en Rechtsbescherming en de teammanagers van de afdeling Financiën & Control van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie uit te betalen dan wel te innen:

  • a. de door het Hoofdproductschap Akkerbouw betaalbaargestelde of ter inning aangeboden geldbedragen ingevolge:

    • 1°. Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PbEU L 270);

    • 2°. Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PbEU L 270);

    • 3°. Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PbEG L 179);

    • 4°. Verordening (EG) nr. 1947/2005 van de Raad van 23 november 2005 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en (EEG) nr. 1674/72 (PbEU L 312);

    • 5°. Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PbEU L 270);

    • 6°. Verordening (EG) nr. 1952/2005 van de Raad van 23 november 2005 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1696/71, (EEG) nr. 1037/72, (EEG) nr. 879/73 en (EEG) nr. 1981/82 (PbEU L 314);

    • 7°. Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PbEG L 160);

    • 8°. Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (PbEG L 193);

    • 9°. Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PbEU L 058);

    • 10°. Verordening (EG) Nr. 865/2004 van de Raad van 29 april 2004 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 827/68 (PbEU nr. L 161);

    • 11°. Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (PbEU L 345), voor zover de te verwerken grondstoffen worden genoemd in onderdeel 1;

  • b. de door het Productschap Zuivel, betaalbaargestelde of ter inning aangeboden geldbedragen ingevolge de Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PbEG L 160), alsmede de Europese regelgeving ten aanzien van chemisch zuivere lactose en melksuikerstroop;

  • c. de door het Productschap Tuinbouw, betaalbaargestelde of ter inning aangeboden geldbedragen ingevolge:

    • 1°. Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PbEG L 297);

    • 2°. Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PbEG L 297);

    • 3°. Verordening (EEG) nr. 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en producten van de bloementeelt (PbEG L 55);

    • 4°. Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PbEG L 179) indien betrekking hebbend op ongegist druivensap (met inbegrip van druivenmost) zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker en druiven, andere dan voor tafelgebruik;

    • 5°. Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PbEG L 47);

  • d. de door het Productschap voor Vee en Vlees, betaalbaargestelde of ter inning aangeboden geldbedragen ingevolge:

    • 1°. Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (PbEG nr. L 282);

    • 2°. Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PbEG L 160);

    • 3°. Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PbEG L 341);

  • e. de door het Productschap voor Pluimvee en Eieren, betaalbaargestelde of ter inning aangeboden geldbedragen ingevolge:

    • 1°. Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (PbEG nr. L 282) alsmede de Europese regelgeving ten aanzien van albuminen;

    • 2°. Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (PbEG nr. L 282);

    • 3°. De artikelen 24, 29 en 32 van Beschikking 90/424/EEG van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PbEG L 224), voor zover het betreft geldbedragen in het kader van de bestrijding van salmonella;

met dien verstande dat de betaalopdracht altijd wordt ondertekend door twee procuratiehouders conform de in de administratieve organisatie van Dienst Regelingen vastgestelde combinaties.

Paragraaf 11. Het Stimuleringskader

Artikel 21

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied;

  • b. de Stimuleringsregeling innovatie markt en concurrentiekracht;

  • c. de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht;

  • d. de Subsidieregeling demonstratieprojecten markt en concurrentiekracht;

  • e. de Verspreidingsregeling vernieuwing landelijk gebied;

  • f. de Investeringsregeling energiebesparing.

Paragraaf 12. Meststoffenwetgeving

Artikel 22

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. het verlenen van de vergunning, alsmede het daaraan verbinden, wijzigen, aanvullen of intrekken van nadere voorschriften en het intrekken van de vergunning en het registreren van de kennisgeving van overgang, bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, van de Meststoffenwet;

  • b. het verlenen van de vergunning, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdeel c van de Meststoffenwet alsmede het verbinden, wijzigen, aanvullen of intrekken van daaraan verbonden voorschriften;

  • c. het vaststellen van de aantallen op enig moment gehouden kippen, varkens en kalkoenen, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Meststoffenwet;

  • d. het registreren van de kennisgeving van overgang, bedoeld in de artikelen 27, tweede lid, en 31, tweede lid, van de Meststoffenwet;

  • e. het ongedaan maken van de registratie, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Meststoffenwet;

  • f. de registratie, bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, 38, eerste lid en 43, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • g. het verzoek om gegevens uit de administratie, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, te verstrekken, de wijze waarop en de termijn waarbinnen de gegevens uit de administratie worden verstrekt, bedoeld in de artikelen 35, 40, tweede lid, 45, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • h. het verzoek om bewijsstukken te verstrekken, bedoeld in de artikelen 37, 42, 47 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • i. het opleggen van de verplichting tot het voorafgaand melden van het vervoer van dierlijke meststoffen en de bepaling van de termijn waarbinnen deze verplichting geldt, bedoeld in artikel 51, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • j. het verzenden van de kennisgeving, bedoeld in artikel 59, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • k. de erkenning, bedoeld in artikel 70, vierde lid, onderdeel c van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • l. het aanwijzen van producenten van mineralenconcentraat alsmede het daaraan verbinden van nadere voorschriften en het wijzigen, aanvullen of intrekken van die voorschriften, bedoeld in artikel 35b, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • m. het verlenen van instemming, bedoeld in artikel 35d, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • n. het schorsen of intrekken van de aanwijzing als deelnemer, bedoeld in artikel 35d, achtste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • o. de mededeling, bedoeld in artikel 105, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • p. de mededeling, bedoeld in artikel 107, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • q. het doorhalen van de registratie, bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • r. het besluit, bedoeld in artikel 108, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • s. het verlenen van de ontheffing, bedoeld in artikel 112, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, alsmede het verbinden van nadere voorschriften aan en intrekken van de ontheffing;

  • t. het vragen van nadere gegevens, bedoeld in artikel 115, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • u. de beslissing, bedoeld in artikel 116, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • v. verzoeken om verlenging van de termijn, als bedoeld in artikel 120, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • w. het registreren van de persoonlijke gebruikerscode, bedoeld in artikel 122, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

  • x. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, onderscheidenlijk 8, derde lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment ‘Het Zuivere Ei’;

  • y. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, onderscheidenlijk 14, tweede lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment ‘Golden Harvest’;

  • z. de beantwoording van brieven waarin de Staat der Nederlanden aansprakelijk wordt gesteld voor schade die verband houdt met de invoering van de Wet herstructurering varkenshouderij, het stelsel van mestafzetovereenkomsten, het stelsel van gebruiksnormen of de vereenvoudiging van productierechten indien het antwoord zich beperkt tot een gestandaardiseerde afwijzing van de aansprakelijkheid;

  • aa. het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de Meststoffenwet, de artikelen 48, 49 en 68, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de artikelen 53 tot en met 56, 76, eerste lid en 77 tot en met 81, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, in het kader van de Voortgezette Pilot Spoor 2, als bedoeld in de brief van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie inzake de Evaluatie Meststoffenwet (Kamerstukken II 2006–2007, 28 385, nr. 83);

  • bb. het in ontvangst nemen en behandelen van verzoeken tot aanwijzing van stoffen als meststof als bedoeld in artikel 5 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

  • cc. het in ontvangst nemen van meldingen als bedoeld in artikel 2a van het Besluit Gebruik Meststoffen en het verzenden van een ontvangstbevestiging.

Artikel 23

De Uitvoeringsexperts van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende het rapport, bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover verband houdend met de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 51 van de Meststoffenwet.

Paragraaf 13. Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Artikel 24

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de tegemoetkoming, bedoeld in de artikelen 86, 90 en 91 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • b. besluiten als bedoeld in artikel 40, eerste en tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

Artikel 25

De teammanagers van de afdeling Gegevens van Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. het besluit, bedoeld in artikel 43k, eerste lid, van de Regeling I&R alsmede het versturen van herinneringen ten aanzien van dit besluit;

  • b. het besluit, bedoeld in artikel 43l van de Regeling I&R alsmede het versturen van herinneringen ten aanzien van dit besluit;

  • c. het besluit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • d. het besluit, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • e. het besluit, bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • f. het ambtshalve voorzien in een kennisgeving of de correctie hiervan overeenkomstig artikel 22, derde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

  • g. het besluit tot goedkeuring, bedoeld in artikel 12a, onderdeel a, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • h. het besluit tot registratie, bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • i. het besluit tot doorhaling, bedoeld in artikel 12c, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • j. het besluit tot ongedaan maken van de doorhaling, bedoeld in artikel 12c, derde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • k. het besluit tot goedkeuring, bedoeld in artikel 12f, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • l. het besluit tot registratie, bedoeld in artikel 12h, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • m. het besluit tot doorhaling, bedoeld in artikel 12h, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

  • n. het besluit tot ongedaan maken van de doorhaling, bedoeld in artikel 12h, derde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

Artikel 26

  • 1. De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het besluit, bedoeld in artikel 3.2.3, tweede lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.

  • 2. De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 3.3.1, eerste lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.

Paragraaf 14. Overige aangelegenheden

Artikel 27

De teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de Regeling oogstschade 1993 Noord-Nederland;

  • b. de Regeling oogstschade 1994 Noord-Holland;

  • c. de Bijdrageregeling landbouwbedrijven overstromingschade 1995;

  • d. de Regeling stimulering biologische produktiemethode;

  • e. de Beschikking terzake van het uit produktie nemen van bouwland;

  • f. de Subsidieregeling netwerk landelijke wandelpaden;

  • g. de Bijdrageregeling kwaliteitsprojecten agrarische produkten en produktieprocessen;

  • h. de Bijdrageregeling demonstratie en bewustmakingsprojecten milieu en natuurvriendelijke landbouwproduktiemethoden;

  • i. de Tijdelijke bijdrageregeling arboprojecten;

  • j. de in- en verkoop van goederen of daarmee verwante werkzaamheden, voor zover deze werkzaamheden verband houden met de verwezenlijking van de ontwikkelingssamenwerking met derde landen;

  • k. de ontheffing, bedoeld in artikel 6 van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007;

  • l. de individuele subsidieverstrekking op grond van Verordening (EEG) nr. 866/90 van de Raad van 29 maart 1990 inzake de verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwprodukten (PbEG, nr. L 91);

  • m. de Regeling LNV-subsidies, met uitzondering van artikel 1:3 en 1:8 van die regeling;

  • n. de vergunning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de dierenbescherming;

  • o. het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de uitvoering in incidentele gevallen van artikel 1, onderdeel d, van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen of artikel 112 van de Flora- en faunawet;

  • p. de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 5.000,–;

  • q. de vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure of beroepsprocedure;

  • r. het Dierentuinenbesluit;

  • s. de aanmerking van een onroerende zaak als landgoed, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Natuurschoonwet;

  • t. de Regeling structuurverbetering glastuinbouw;

  • u. Investeringsregeling biologische varkenshouderij;

  • v. de Regeling bijdragen particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties;

  • w. de Uitvoeringsregeling EG-rooisubsidie 1998;

  • x. de Regeling natuurbraaksubsidie;

  • y. de Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen;

  • z. de individuele subsidieverstrekkingen aan het Communautair Initiatief PESCA op basis van Verordening (EG) nr. 2052/88 van de Raad van 26 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financiële instrumenten (PbEG, nr. L 185) en Verordening (EG) nr. 4253/88 van de Raad van 18 december 1988 tot vaststelling van toepasselijke bepalingen van Verordening (EG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandverlening met die van de Europese Investeringsbank en andere bestaande financiële instrumenten anderzijds (PbEG, nr. L 374);

  • aa. de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003;

  • bb. de Bijdrageregeling EG-cursussen;

  • cc. de Regeling herstel historische buitenplaatsen;

  • dd. de Regeling oogstschade 1998;

  • ee. de Regeling versterking maatschappelijke betekenis natuur;

  • ff. de Subsidieregeling weegapparatuur en geautomatiseerde bemonsteringsapparatuur;

  • gg. de Regeling beëindiging veehouderijtakken;

  • hh. de Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij;

  • ii. de Regeling herstelmaatregelen kabeljauwbestand;

  • jj. de Regeling MKZ-welzijnsmaatregelen in annex I en II;

  • kk. de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria, alsmede de betaling van BSE-onderzoeken, bedoeld in de bijlage bij de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria;

  • ll. Regeling versterking en innovatie agrarisch onderwijs;

  • mm. de Regeling subsidie plattelandsontwikkelingsprogramma provincies;

  • nn. Tijdelijke bijdrageregeling LNV-cursussen;

  • oo. de Regeling groen cursusonderwijs;

  • pp. de Regeling structuurverbetering glastuinbouw 2002;

  • qq. de Subsidieregeling demonstratie en kennisoverdrachtprojecten duurzame landbouw;

  • rr. de Kaderregeling kennis en advies;

  • ss. de Regeling subsidie opkoop in vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003;

  • tt. de artikelen 3, 9, 11, 12, 13, 15 en 17 van de Regeling landbouwtelling en GDI 2004;

  • uu. de Regeling innovatie groen onderwijs;

  • vv. de Tegemoetkomingsregeling oogstschade 2002;

  • ww. de subsidieverlening in het kader van de Regeling Landschapsontwikkelingsplan 2010+ op grond van artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 15. Overige bepalingen

Artikel 28

De uit dit besluit voor de managers en voor de teammanagers van de afdeling Subsidies en de afdeling Vergunningen van de Dienst Regelingen voortvloeiende bevoegdheden kunnen ook worden uitgeoefend door de voor hen daartoe aangewezen plaatsvervangers.

Artikel 29

  • 1. De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 28, luidt:

    De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, respectievelijk De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

    namens deze:

    (naam)

    ((plv.) functie)

  • 2. In afwijking van het eerste lid luidt de ondertekening van besluiten met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen als volgt:

    De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, respectievelijk De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu, respectievelijk De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

    namens deze:

    (naam)

    ((plv.) functie)

Artikel 30

Het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen wordt ingetrokken met ingang van 1 mei 2011.

Artikel 31

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen 2011.

Artikel 32

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 29 werken terug tot en met 1 november 2010.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 april 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen

Naar boven