Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 maart 2011, nr. 2011-2000057307, houdende aanpassing van het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES, het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES, het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES, het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES en het Tijdelijk besluit vrijstelling van dienst ambtenaren en werknemers BES (Aanpassingsregeling rechtspositiebesluiten politieke ambtsdragers BES)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 20, tweede lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, artikel 2 Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES en artikel 1, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt ‘USD 70.143’ vervangen door: USD 70.845, en wordt ‘USD 56.118’ telkens vervangen door: USD 56.680.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Als de bezoldiging van de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES, wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, de bezoldiging bij ministeriële regeling overeenkomstig gewijzigd, onder nadere vaststelling voor zoveel nodig, van de bedragen, genoemd in artikel 1, eerste lid.

C

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Indien aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES, een eenmalige uitkering wordt toegekend, ontvangt de gezaghebber een uitkering op gelijke voet.

D

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

De gezaghebber heeft aanspraak op een vakantie-uitkering en een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen die daaromtrent zijn vastgesteld voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES.

E

In artikel 4 wordt ‘Bij het bereiken van de leeftijd van zestig jaar’ vervangen door: Bij het bereiken van de leeftijd als bedoeld in artikel 6 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES.

ARTIKEL II

Het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘De leden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius’ vervangen door: De leden van de eilandsraden van de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba.

2. Het derde lid vervalt.

3. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid en komt te luiden:

  • 3. Als de bezoldiging van de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES, wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat bij ministeriële regeling de vergoeding voor de werkzaamheden van de eilandsraadsleden en de tegemoetkoming in de kosten dienovereenkomstig gewijzigd, onder nadere vaststelling voor zoveel nodig, van de bedragen, genoemd in het eerste en tweede lid.

4. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘USD 6.563’ vervangen door: USD 6.629, en ‘USD 1.113’ door: 1225.

2. In het tweede lid wordt ‘USD 5.363’ vervangen door: USD 5.417, en ‘USD 1006’ door: 1017.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt : ‘De eilandgedeputeerden van het openbaar lichaam Sint Eustatius’ vervangen door: De eilandgedeputeerden van de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba.

2. Het derde lid vervalt.

3. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid en komt te luiden:

  • 3. Als de bezoldiging van de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES, wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat bij ministeriële regeling de bezoldiging van de eilandgedeputeerden dienovereenkomstig gewijzigd, onder nadere vaststelling voor zoveel nodig, van de bedragen, genoemd in het eerste en tweede lid.

4. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

D

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘USD 61.394’ vervangen door: USD 62.008.

2. In het tweede lid wordt ‘USD 49.160’ vervangen door: USD 49.652.

E

Na artikel 2 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Indien aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES, een eenmalige uitkering wordt toegekend, ontvangt de eilandgedeputeerde een uitkering op gelijke voet.

Artikel 2b

De eilandgedeputeerde heeft aanspraak op een vakantie-uitkering en een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen die daaromtrent zijn vastgesteld voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES.

F

In artikel 3 wordt ‘USD 55’ vervangen door: USD 55, en ‘USD 61’ door: USD 62.

ARTIKEL III

Artikel 3 van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES vervalt.

ARTIKEL IV

Artikel 4, vierde lid, van het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES komt te luiden:

  • 4. Als de bezoldiging van de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES, wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat de uitkering, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig deze wijziging aangepast, onder nadere vaststelling voor zoveel nodig, van de bedragen, genoemd in artikel 1, eerste lid.

ARTIKEL V

Het Tijdelijk besluit vrijstelling van dienst ambtenaren en werknemers BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het bevoegd gezag verleent de ambtenaar op diens schriftelijk verzoek volledige vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden indien hij verkozen is tot eilandraadslid van Bonaire, Sint Eustatius of Saba en zijn ambtelijke functie op grond van artikel 14 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onverenigbaar is met het eilandraadslidmaatschap.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot zevende tot en met tiende lid, worden vijf leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien de ambtenaar verkozen is tot eilandraadslid en zijn functie op grond van artikel 14, vierde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verenigbaar is met het eilandraadslidmaatschap, verleent het bevoegd gezag hem met inachtneming van het derde lid op diens schriftelijk verzoek vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden voor het bijwonen van vergaderingen en zittingen van de eilandsraad en voor het verrichten van werkzaamheden die voortvloeien uit het lidmaatschap van de eilandraad.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt uitgegaan van een taakduur van 24 uur per week voor een lid van de eilandraad van Bonaire en van een taakduur van 12 uur per week voor een lid van de eilandraad van Sint Eustatius of Saba.

  • 4. Op de bezoldiging van de ambtenaar, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt een inhouding toegepast over de tijd dat hij verlof geniet. Deze inhouding is nooit meer dan betrokkene als eilandraadslid aan vergoeding voor zijn werkzaamheden ontvangt.

  • 5. Het bevoegd gezag verleent de ambtenaar op diens schriftelijk verzoek volledige vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden indien hij is benoemd tot eilandgedeputeerde.

  • 6. Op het inkomen van de ambtenaar, bedoeld in het vijfde lid, wordt een inhouding toegepast over de tijd dat hij verlof geniet. Deze inhouding is nooit meer dan betrokkene als eilandgedeputeerde aan bezoldiging ontvangt. Onder ‘inkomen’ wordt in de eerste volzin verstaan de bezoldiging, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, bedoeld in artikel 2b van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES, en eenmalige uitkeringen als bedoeld in artikel 2a van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het bevoegd gezag verleent de werknemer op diens schriftelijk verzoek volledige vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden indien hij verkozen is tot eilandraadslid van Bonaire, Sint Eustatius of Saba en zijn functie op grond van artikel 14 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onverenigbaar is met het eilandraadslidmaatschap.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot zevende tot en met tiende lid, worden vijf leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien de werknemer verkozen is tot eilandraadslid en zijn functie op grond van artikel 14, vierde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verenigbaar is met het eilandraadslidmaatschap, verleent het bevoegd gezag hem met inachtneming van het derde lid op diens schriftelijk verzoek vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden voor het bijwonen van vergaderingen en zittingen van de eilandsraad en voor het verrichten van werkzaamheden die voortvloeien uit het lidmaatschap van de eilandraad.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt uitgegaan van een taakduur van 24 uur per week voor een lid van de eilandraad van Bonaire en van een taakduur van 12 uur per week voor een lid van de eilandraad van Sint Eustatius of Saba.

  • 4. Op de bezoldiging van de werknemer, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt een inhouding toegepast over de tijd dat hij verlof geniet. Deze inhouding is nooit meer dan betrokkene als eilandraadslid aan vergoeding voor zijn werkzaamheden ontvangt.

  • 5. Het bevoegd gezag verleent de werknemer op diens schriftelijk verzoek volledige vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden indien hij is benoemd tot eilandgedeputeerde.

  • 6. Op het inkomen van de werknemer, bedoeld in het vijfde lid, wordt een inhouding toegepast over de tijd dat hij verlof geniet. Deze inhouding is nooit meer dan betrokkene als eilandgedeputeerde aan bezoldiging ontvangt. Onder ‘inkomen’ wordt in de eerste volzin verstaan de bezoldiging, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, bedoeld in artikel 2b van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES, en eenmalige uitkeringen als bedoeld in artikel 2a van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES.

ARTIKEL VI

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanpassingsregeling rechtspositiebesluiten politieke ambtsdragers BES.

ARTIKEL VII

  • 1. Deze regeling treedt met uitzondering van de artikelen III, onderdeel A, en V in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen I, onderdelen B, C, D en E, II, onderdelen A, C en E, III, onderdeel B, en IV werken terug tot en met 10 oktober 2010.

  • 3. De artikelen I, onderdeel A, II, onderdelen B, D en F, en III werken terug tot en met 1 januari 2011.

  • 4. Artikel V treedt in werking met ingang van 10 maart 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling bevat wijzigingen in de rechtspositiebesluiten van politieke ambtsdragers van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarnaast wordt het Tijdelijk besluit vrijstelling van dienst ambtenaren BES aangepast. Dat besluit heeft betrekking op de rechtspositie van ambtenaren met politieke (neven)functies.

Op grond van artikel 2 van het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES, en de artikelen 1, vierde lid, en 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES kunnen de in die besluiten genoemde bezoldigingbedragen en bedragen van de vergoedingen en tegemoetkomingen van de gezaghebbers, de eilandgedeputeerden en de eilandraadsleden bij ministeriële regeling worden aangepast aan de ontwikkeling van de ambtenarensalarissen.

Daarnaast is deze regeling gebaseerd op artikel 20, tweede lid, van de Invoeringswet Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Op grond van die bepaling kunnen algemene maatregelen van bestuur die hun oorsprong hebben in het voormalige Nederlands-Antilliaanse recht tot 10 oktober 2011 bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die regelingen of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen. De onderhavige regeling bevat enkele meer technische aanpassingen en voorzieningen op grond waarvan de politieke gezagdragers in de toekomst automatisch de ontwikkelingen in de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren volgen. Verder bevat de regeling bepalingen omtrent de anticumulatie van inkomens van ambtenaren die gekozen zijn als lid van de eilandsraad of zijn benoemd tot eilandgedeputeerde (artikel V van de regeling). De invoering van deze bepalingen is dringend, omdat er op 2 maart 2011 verkiezingen plaatsvinden.

De regeling zal, voor zover zij gebaseerd is op artikel 20, tweede lid, van de Invoeringswet BES, gelet op artikel 21, tweede lid, van die wet zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding moeten worden goedgekeurd bij een algemene maatregel van bestuur.

CAO ambtenaren BES 2011

a. inkomens

Op 10 januari 2011 is de arbeidsvoorwaardenovereenkomst Caribisch Nederland definitief vastgesteld. In de onderhavige regeling worden de afspraken over wijzigingen in de bezoldiging van ambtenaren doorgevoerd in de aanspraken van politieke gezagdragers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Het betreft de volgende afspraken:

  • 1. De salarissen worden per 1 januari 2011 verhoogd met 1%.

  • 2. De vakantie-uitkering wordt per 1 januari 2011 verhoogd met 1% tot 7%.

  • 3. In december 2011 ontvangen alle ambtenaren een structurele eindejaarsuitkering van USD 300,00 bruto.

  • 4. In januari 2011 ontvangen alle ambtenaren een incidentele ‘bashi-premie’ uitkering van USD 100,00 netto.

Verhoging salarissen

In artikel I, onderdeel A, en artikel II, onderdelen B en D, is de verhoging met 1% van de bezoldiging onderscheidenlijk vergoeding van de gezaghebbers, eilandraadsleden en eilandgedeputeerden doorgevoerd. In het verlengde daarvan worden in artikel II, onderdeel F, ook de maximumvergoedingen voor het bijwonen van commissievergaderingen met 1% verhoogd.

Daarnaast is de grondslag voor de aanpassing van de bedragen bij ministeriële regeling in de verschillende rechtspositiebesluiten versoepeld. De nieuwe formulering sluit aan bij hetgeen in het Europees deel van Nederland is bepaald met betrekking tot de bezoldiging van politieke ambtsdragers. De voorwaarde dat het moet gaan om (de aanpassing van de bedragen aan) een wijziging van de bezoldiging van de ambtenaren, die verband houdt met de stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie, en dat die wijziging een algemeen karakter draagt, is vervallen (zie artikel I, onderdeel B, en artikel II, onderdeel A, derde subonderdeel, en onderdeel C, derde subonderdeel). In lijn hiermee is ook de aanpassingsgrondslag in artikel 4, vierde lid, van het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES gewijzigd (artikel IV).

Vakantie- en eindejaarsuitkering

Tot nu toe bestond er noch voor de ambtenaren, noch voor de politieke ambtsdragers een aanspraak op een eindejaarsuitkering. Nu voor de ambtenaren een dergelijke uitkering is geïntroduceerd, ligt het in de rede deze ook voor de gezaghebbers en de eilandgedeputeerden vast te stellen.

Wat de vakantie-uitkering betreft: de gezaghebbers liepen in de praktijk weliswaar mee met de vakantie-uitkering van de ambtenaren, maar dit was niet expliciet geregeld. De regeling van de vakantie-uitkering van gedeputeerden was opgenomen in artikel 3 van het Aanvullend rechtspositiebesluit gedeputeerden BES.

In de onderhavige regeling is in artikel 3a van het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES een bepaling opgenomen, die inhoudt dat de gezaghebber op gelijke voet als de ambtenaren recht heeft op een vakantie-uitkering en een eindejaarsuitkering. Voor de eilandgedeputeerden is een zelfde bepaling opgenomen in het nieuwe artikel 2b van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES (artikelen I, onderdeel D, en II, onderdeel E).

Artikel 3 van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES is in verband hiermee geschrapt (artikel III).

De vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering zijn niet aan de orde voor de eilandraadsleden, omdat het lidmaatschap van de eilandraad in beginsel een nevenfunctie is.

Eenmalige uitkeringen

Nu de ambtenaren in januari een eenmalige ‘bashi-premie’ uitkering hebben ontvangen, ligt het voor de hand dat ook de gezaghebbers en eilandgedeputeerden een dergelijke, eenmalige uitkering ontvangen. In de onderhavige regeling is in algemene zin geregeld, dat als ambtenaren een incidentele uitkering ontvangen, de gezaghebbers en gedeputeerden eveneens aanspraak hebben op een dergelijk uitkering. Dit is neergelegd in artikel 2a van het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES en in artikel 2a van het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandraadsleden BES (artikel I, onderdeel C, en artikel II, onderdeel E).

b. dubbele bezoldiging

Tot nu toe werd de ambtenaar die was gekozen als lid van de eilandsraad desgewenst vrijgesteld van dienst met behoud van de ambtelijke bezoldiging. De raadsvergoeding die de vrijgestelde ambtenaar daarboven ontvangt, mocht ook worden behouden. In feite was dus sprake van een cumulatie van inkomsten. Hoewel deze cumulatie van inkomsten niet op alle eilanden op dezelfde wijze werd toegepast, is in de CAO 2011 afgesproken dat de ambtelijke bezoldiging zal worden geanticumuleerd voor vergoedingen voor raadswerkzaamheden, niet zijnde onkostenvergoedingen. Tegelijk is vastgesteld dat de ambtenaar ook niet moet worden belemmerd voor de uitoefening van een politieke functie en zijn recht moet behouden op een inkomen dat minimaal gelijk is aan zijn ambtelijk inkomen.

In verband met deze afspraken, wordt in de onderhavige regeling in artikel V het Tijdelijk besluit vrijstelling van dienst ambtenaren en werknemers BES (hierna: Tijdelijk besluit) aangepast. (Overigens is dit Tijdelijk besluit, anders dan de citeertitel doet vermoeden, geen besluit met tijdelijke werking, maar een besluit betreffende tijdelijke vrijstelling van dienst).

Sinds de transitie is het eilandbestuur op grond van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) gedualiseerd. Hiermee zijn de functies van eilandgedeputeerde en eilandraadslid ontkoppeld. Omdat vóór de transitie de gedeputeerden per definitie tevens eilandsraadlid waren, was in het Tijdelijk besluit geen aparte regeling getroffen voor de gedeputeerden. In verband met de dualisering wordt in de gewijzigde regeling de vrijstelling van dienst wel expliciet voor de gedeputeerden geregeld. De regeling houdt in dat enerzijds de ambtenaar die benoemd is als gedeputeerde op zijn verzoek volledig wordt vrijgesteld van dienst (artikel 2, vijfde lid) en dat anderzijds een inhouding op de bezoldiging wordt toegepast. Deze inhouding is gerelateerd aan de bezoldiging die hij als gedeputeerde ontvangt (artikel 2, zesde lid). Overigens kan de wegens verlof verlaagde ambtelijke bezoldiging en de bezoldiging als gedeputeerde tezamen nooit lager zijn dan de oorspronkelijke ambtelijke bezoldiging.

Met betrekking tot het eilandraadslidmaatschap wordt thans in het Tijdelijk besluit in artikel 2 een onderscheid gemaakt tussen de ambtenaar, wiens functie onverenigbaar is met het eilandraadslidmaatschap, en de ambtenaar wiens functie daarmee wel verenigbaar is. Op grond van artikel 14, eerste lid, onder l, van de WolBES kan de eilandambtenaar in beginsel niet tevens eilandraadslid zijn. Echter noemt het vierde lid van het genoemde artikel enkele functies die wel met het raadlidmaatschap verenigbaar zijn.

Is de ambtelijke functie niet verenigbaar met het raadlidmaatschap, dan wordt de betrokken ambtenaar altijd volledige vrijstelling van dienst verleend.

Ingeval de functie wel verenigbaar is met het raadlidmaatschap, kan hem gedeeltelijk vrijstelling van dienst worden verleend. Voor het raadlidmaatschap op Bonaire wordt 24 uur per week verlof verleend, voor het lidmaatschap op Sint Eustatius en Saba 12 uur per week. Ter vergelijking: in de regeling Taakduren lidmaatschap publiekrechtelijke colleges (Strct. 2006, 45) wordt er in het Europees deel van Nederland van uit gegaan dat een raadslid van een gemeente met ten hoogste 30.000 inwoners 7 uur per week nodig heeft voor zijn werkzaamheden als gemeenteraadslid. Voor een gemeenteraadslid van een gemeente met ten hoogste 100.000 inwoners is dat 12 uur, en voor een raadslid van een gemeente met meer dan 100.000 inwoners 24 uur. Omdat de werkzaamheden in de openbare lichamen niet helemaal vergeleken kunnen worden met die van gemeenten, wordt voor het lidmaatschap van de verschillende eilandsraden uitgegaan van een taakduur die overeenkomt met het raadlidmaatschap in een gemeente van de volgende inwonersklasse.

De ambtelijke bezoldiging wordt naar evenredigheid verminderd. Ook hier geldt uiteraard dat de verlaagde ambtelijke bezoldiging en de vergoeding als raadslid samengenomen niet lager kan zijn dan de oorspronkelijke ambtelijke vergoeding.

Eilandgedeputeerden ontvangen (in tegenstelling tot de eilandraadsleden) naast hun bezoldiging op gelijke voet met ambtenaren vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering en eenmalige uitkeringen. De inhouding die op het inkomen van de tot gedeputeerde benoemde ambtenaar wordt toegepast, dient daarom uit te gaan van de som van de bezoldiging en die uitkeringen die een eilandgedeputeerde als ambtenaar ontvangt. Dit is geregeld in artikel 2, zesde lid, van het Tijdelijk besluit. Zou alleen van de bezoldiging (dat wil zeggen het loon volgens de bezoldigingsschaal) worden uitgegaan, dan zou de eilandgedeputeerde de genoemde uitkeringen dubbel ontvangen.

Artikel 3 van het Tijdelijk besluit bevat dezelfde bepalingen voor de arbeidscontractanten (artikel V, onderdeel B van deze regeling).

Op 2 maart 2011 vinden verkiezingen voor de eilandsraden plaats, waarna de nieuwe raadsleden op 10 maart zullen aantreden. De anticumulatieregeling zal met ingang van die datum van toepassing worden.

Overige aanpassingen

AOW-leeftijd

In artikel 4 van het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES was nog sprake van eindiging van de ambtsperiode van de gezaghebber bij het bereiken van de leeftijd van zestig jaar. Dit is thans in die zin gewijzigd, dat wordt aangesloten bij de AOV-leeftijd ( artikel I, onderdeel E).

Gelijktrekking politieke ambtsdragers Sint Eustatius en Saba

In het Europees deel van Nederland zijn onlangs de drie kleinste Nederlandse gemeenteklassen samengevoegd tot één klasse van 0-8.000 inwoners. Saba en Sint Eustatius vallen in deze inwonersklasse als zij geen openbaar lichaam maar een Nederlandse gemeente zouden zijn. Tegen deze achtergrond ligt het in de rede om de financiële arbeidsvoorwaarden van de gezagdragers van Saba gelijk te trekken met de aanspraken van gezagdragers van Sint Eustatius. Hiertoe strekt artikel II, onderdeel A, subonderdeel 1, en onderdeel C, subonderdeel 1.

Deze gelijktrekking vindt plaats met terugwerkende kracht tot en met 10 oktober 2010.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven