Regeling van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 22 december 2011, nummer 2011-2000574631, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdennegende wijziging)

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

In de artikelen 3.34, derde tot en met zesde lid, 3.34a, eerste lid, 3.34c, vierde en vijfde lid, 3.34d, tweede en derde lid, 3.34g, tweede tot en met vijfde lid, 3.34h, eerste en tweede lid, 3.34j, tweede en derde lid en 3.34k, tweede en derde lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, wordt ‘€ 43’ telkens vervangen door: € 40.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 december 2011

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,

G.B.M. Leers.

TOELICHTING

Deze regeling strekt ertoe om een verlaging van de legestarieven door te voeren voor een aantal doelgroepen van € 43 naar € 40.

Het betreft de legestarieven ter afdoening van aanvragen om afgifte van een EU-document, voor de verlening van een verblijfsvergunning voor personen die in aanmerking komen voor de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet, een verblijfsvergunning voor jongeren die in het kader van Working Holiday Scheme, Working Holiday Programme en Young workers exchange programme, een verblijfsvergunning van een vreemdeling die valt onder artikel 41, eerste lid, van het op 23 november 1970 te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1971,70) of artikel 6, 7 of 13 van het Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie en de vijfjaarlijkse vervanging van het document voor houders van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en houders van een document duurzaam verblijf voor EU-burgers.

De hoogte van dit tarief is gerelateerd aan het bedrag dat wordt vastgesteld voor de identiteitskaart conform het Besluit paspoortgelden. Per 1 januari 2012 bedraagt het legesbedrag dat gemeenten conform artikel 6, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit paspoortgelden (Stb. 2011, 581) maximaal mogen heffen voor een Nederlandse identiteitskaart € 40,05. Bij dit maximale bedrag is aangesloten.

De invoeringstermijn bedraagt minder dan twee maanden en wijkt daarmee af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Deze regeling betreft een aanpassing van de legestarieven, waarvoor afwijking van het kabinetsstandpunt is toegestaan (uitzonderingsgrond 1, Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309, blz. 4), namelijk dat de doelgroepen gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,

G.B.M. Leers.

Naar boven