De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 37 van het Besluit onderstand BES, 9, derde lid, 89, derde lid en 90, tweede en derde lid, van de Wet
investeren in jongeren, 49, derde en vijfde lid, en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, 29b, negende
en tiende lid, van de Ziektewet, 3, eerste lid, onderdeel k, en 2, derde lid, van het Besluit participatiebudget, 47, tweede
lid, onderdeel c, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies, 5.2a van
het Besluit SUWI, 4 van de Wet overige OCW-subsidies, 25, 26 en 27 van de Wet op de loonbelasting 1964, 7 en 12 van het Uitvoeringsbesluit
loonbelasting 1965, 2.6 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 1, derde lid, van de
Wet tarieven in burgerlijke zaken, 78, derde lid, van de Wet werk en bijstand en 26 van de Invorderingswet 1990 en – in samenhang
met artikel 26 van de Invorderingswet 1990 – 232e van de Provinciewet, 255 van de Gemeentewet, 144 van de Waterschapswet,
8a.40 van de Wet luchtvaart en artikel 93a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING GEGEVENSUITWISSELING ONDERSTAND BES
In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling gegevensuitwisseling onderstand BES wordt ‘de Wet investeren in jongeren’
vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet
van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren
gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden
(Stb. 650).
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE REGELING GRIFFIERECHTEN BURGERLIJKE ZAKEN
In artikel 1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling griffierechten burgerlijke zaken wordt ‘de Wet investeren in jongeren’
vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet
van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren
gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden
(Stb. 650).
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE REGELING INDICATIESTELLING NO RISK POLIS EN PREMIEKORTING UWV
De Regeling indicatiestelling no risk polis en premiekorting UWV wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt ‘WIJ: Wet investeren in jongeren.’ onder vervanging van de puntkomma aan het slot van het daaraan voorafgaande
begrip door een punt.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a, subonderdeel 2, vervalt ‘of gedurende een dergelijke periode om redenen als bedoeld in artikel 17, tweede
lid, van de WIJ geen werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WIJ heeft ontvangen dan wel het werkleeraanbod
is herzien of ingetrokken om die redenen’
b. In onderdeel b, subonderdeel 2, vervalt ‘of in het feit dat betrokkene gedurende een dergelijke periode om redenen als bedoeld
in artikel 17, tweede lid, van de WIJ geen werkleeraanbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WIJ heeft ontvangen
dan wel het werkleeraanbod is herzien of ingetrokken om die redenen’.
2. Het tweede lid tot en met het vierde lid komen te luiden:
-
2. De persoon op wie de indicatiestelling betrekking heeft wordt geacht te voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste
lid, indien hij gedurende ten minste twee jaar in verband met ziekte of gebrek op grond van artikel 9, tweede lid, van de
WWB onafgebroken is ontheven van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de WWB.
-
3. Indien de onderbreking van de termijn, bedoeld in het eerst lid, onderdeel a, aanhef,
-
a. verband houdt met het verrichten van arbeid en langer dan drie maanden duurt en geen verband houdt met ziekte of gebrek, waarvoor
op grond van artikel 9, tweede lid, van de WWB ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid,
van de WWB, of
-
b. geen verband houdt met het verrichten van arbeid of met ziekte of gebrek, waarvoor op grond van artikel 9, tweede lid, van
de WWB ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de WWB,
worden de termijnen van registratie bij het UWV voor en na de onderbreking samengeteld ten behoeve van de vaststelling van
de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, aanhef.
-
4.
-
Indien de onderbreking van de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, aanhef,
-
a. verband houdt met het verrichten van arbeid en langer dan drie maanden duurt en geen verband houdt met ziekte of gebrek, waarvoor
op grond van artikel 9, tweede lid, van de WWB ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid,
van de WWB, of
-
b. geen verband houdt met het verrichten van arbeid of met ziekte of gebrek, waarvoor op grond van artikel 9, tweede lid, van
de WWB ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de WWB,
worden de termijnen waarin een college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk was voor de ondersteuning bij arbeidsinschakeling
van de betrokken persoon voor en na de onderbreking samengesteld ten behoeve van de vaststelling van de termijn, bedoeld in
het eerste lid, onderdeel b, aanhef.
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE REGELING LOONBELASTING- EN PREMIETABELLEN 1990
De Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, onderdeel i, wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze
luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand
en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting
van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
B
In artikel 5, derde lid, wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde
op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en
samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting
van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650),.
ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE REGELING LOONKOSTENSUBSIDIE ONDERSTEUNEND PERSONEEL BASISSCHOLEN
In artikel 1 van de Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen vervalt in de onderdelen g en h ‘of artikel
5, eerste lid, tweede gedachtestreepje, van de Wet investeren in jongeren’.
ARTIKEL VI. WIJZIGING VAN DE REGELING PARTICIPATIEBUDGET
In artikel 1a, eerste lid, van de Regeling participatiebudget vervalt ‘WIJ,’.
ARTIKEL VII. WIJZIGING VAN DE REGELING STATISTIEK WWB, WIJ, IOAW EN WWIK
De Regeling statistiek WWB, WIJ, IOAW en WWIK wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel g, komt te luiden:
- g. WIJ:
-
Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011
tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering
van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650);.
B
Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:
-
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, met betrekking tot de WIJ en de WWIK, worden verstrekt tot en met het jaar 2011.
C
Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:
-
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, met betrekking tot de WIJ en de WWIK, worden verstrekt tot en met het jaar 2011.
D
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling statistiek WWB, IOAW en IOAZ.
E
In het opschrift van de Bijlagen 1, 4 en 5, bedoeld in de artikelen 2 en 7 vervalt ‘, WIJ’.
F
In het opschrift van de Bijlagen 2, 3, 3b en 6, bedoeld in artikel 2 vervalt ‘, WIJ’.
ARTIKEL VIII. WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING ESF 2007–2013 (HERZIEN)
De Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van ‘arbeidsbelemmerde’ vervalt: , of een uitkering op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ).
2. In de definitie van ‘niet-uitkeringsontvanger’ vervalt: , de Wet investeren in jongeren (WIJ).
B
In artikel 14, onderdeel d, vervalt ‘of de Wet investeren in jongeren’.
C
In Bijlage 1 als bedoeld in artikel 7 vervalt in artikel A5, onderdeel b, ‘, een aanvullende WIJ-uitkering’.
ARTIKEL IX. WIJZIGING VAN DE REGELING SUWI
In Bijlage II als bedoeld in artikel 6.1 van de Regeling SUWI vervallen ‘Gegevens betreffende WIJ’ en ‘• Begindatum inkomensvoorziening
• Einddatum inkomensvoorziening • Datum aanvang maatregel • Datum einde maatregel • Reden maatregel • Huisvesting • Leefvorm
• Soort normbedrag • Normbedrag • Reden beëindiging inkomensvoorziening • Datum besluit vordering • Reden vordering • Bedrag
aanvang vordering • Bedrag saldo vordering • Status vordering’.
ARTIKEL X. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE
In artikel 11, tweede lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte vervalt ‘of krachtens de Wet investeren
in jongeren gegeven beschikking tot vaststelling van een inkomensvoorziening’.
ARTIKEL XI. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING INVORDERINGSWET 1990
De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 12, eerste lid, wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze
luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand
en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting
van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
B
In artikel 13, tweede lid, wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze
luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand
en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting
van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
C
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, onder 9°, komt te luiden:
-
9°. de inkomsten uit arbeid, bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Wet werk en bijstand;.
2. In het tweede lid vervalt ‘, met, voor alleenstaande ouders van wie het jongste kind jonger dan vijf jaar is, uitzondering
van de daarin begrepen vermeerdering van de alleenstaande-ouderkorting, bedoeld in artikel 8.15, derde lid, tweede volzin,
van de Wet inkomstenbelasting 2001, alsmede met uitzondering van de daarin begrepen inkomensafhankelijke combinatiekorting,
bedoeld in artikel 8.14a van die wet’.
3. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.
D
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de onderdelen a en b wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde
op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en
samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting
van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
b. In onderdeel a wordt ‘artikel 21, onderdeel c’ telkens vervangen door: artikel 21, eerste lid.
c. In onderdeel b wordt ‘artikel 4, onderdeel a’ vervangen door ‘artikel 4, eerste lid, onderdeel a’ en wordt ‘artikel 21,
onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b’ vervangen door: artikel 20, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk het tweede
lid, onderdeel b.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door ‘de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op
de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging
van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de
eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650),’ en vervalt ‘onderscheidenlijk onderdeel d,’.
b. In onderdeel b wordt ‘artikel 4, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b’ vervangen door: artikel 4, eerste lid, onderdeel
a, onderscheidenlijk onderdeel b.
E
In artikel 19 wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op de
dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging
van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de
eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650),.
F
In artikel 28, eerste lid, onderdeel d, wordt ‘vierde en vijfde lid’ vervangen door: derde en vierde lid.
ARTIKEL XII. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING LOONBELASTING 2011
De Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7.2, negende lid, wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze
luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand
en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting
van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650),.
B
In artikel 7.9, derde lid, onderdeel a, wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren,
zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet
werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de
arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
C
In artikel 9.3 wordt ‘de Wet investeren in jongeren’ vervangen door: de Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op de
dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging
van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de
eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
ARTIKEL XIII. WIJZIGING VAN DE REGELING WFSV
Bijlage 1 van de Regeling Wfsv als bedoeld in artikel 5.1, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt ‘artikel 5.1’ vervangen door: artikel 5.2.
2. In sector 67 vervalt ‘of artikel 5, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren’.
ARTIKEL XIV. WIJZIGING VAN DE REGELING WWB EN WIJ
De Regeling WWB en WIJ wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel g, komt te luiden:
- g. WIJ:
-
Wet investeren in jongeren, zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II van de Wet van 22 december 2011
tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering
van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650).
B
In artikel 15, zesde lid, wordt ‘derde lid’ vervangen door: vierde lid.
C
In artikel 17 vervalt ‘en WIJ’.
D
In het opschrift van de bijlage, bedoeld in artikel 6, vervalt ‘en WIJ’.
ARTIKEL XV. INWERKINGTREDING
-
1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel II van de wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet
werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de
arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650) in werking treedt, met uitzondering van artikel XI, onderdeel D.
-
2. Artikel XI, onderdeel D, treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel H, van de wet van 22 december 2011
tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering
van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650) in werking treedt.
TOELICHTING
Algemeen
Deze ministeriële regeling strekt tot aanpassing van verschillende ministeriële regelingen aan de wet tot wijziging van de
Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan
de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650) (hierna: Wet tot wijziging van de WWB).
De wijzigingen in deze regeling zijn technisch van aard en dienen er hoofdzakelijk toe om verwijzingen naar (artikelen van)
de Wet investeren in jongeren (WIJ) te schrappen aangezien met de Wet tot wijziging van de WWB de WIJ wordt ingetrokken. Daarnaast
wordt een technische omissie hersteld (artikel XIV, onderdeel B).
Voor de goede afwikkeling van het uitkeringsjaar 2011 wordt de verwijzing naar de WIJ in enkele regelingen gehandhaafd. Dit
betreft de artikelen I, II, IV, VII, XI, XII en XIV waarin de WIJ wordt gedefinieerd zoals deze luidde op de dag voor inwerkingtreding
van de Wet tot wijziging van de WWB.
Overigens wordt bij de wijzigingen in deze regeling uitgegaan van de artikelen zoals die komen te luiden nadat de regeling
van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 december 2011, tot wijziging van ministeriële regelingen
in verband met de intrekking van de Wet werk en inkomen kunstenaars, in werking is getreden.
Artikelsgewijs
Artikel XI, onderdeel C, onder 1, 2 en 3 (artikel 14, eerste lid, onderdeel c, onder 9° en tweede en derde lid, van de Uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990)
Met ingang van 1 januari 2012 vervalt het Tijdelijk besluit bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders WWB. Daarmee
is het Experiment ter bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders in de WWB ten einde gekomen voor de deelnemende
gemeenten.
Met de Wet tot wijziging van de WWB is het de bedoeling dat ook de nieuwe vrijlating van arbeidsinkomsten van alleenstaande
ouders veilig wordt gesteld ofwel, buiten beschouwing wordt gelaten bij de bepaling van de betaalcapaciteit voor kwijtschelding
van lokale heffingen en rijksbelastingen. Dit wordt gerealiseerd door de in onderdeel C, onder 1, opgenomen wijziging. Deze
vrijlating vervangt de bestaande vrijlating van heffingskortingen (het aanvullende deel van de alleenstaande-ouderkorting
en de inkomensafhankelijke combinatiekorting) voor werkende alleenstaande ouders zoals geregeld was in artikel 14, tweede
en derde lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Dit wordt geregeld in artikel XI, onderdeel C, onder 2 en 3.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom.