De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 1.5e, 3.5h, derde lid, en 4.2, negende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de artikelen 8,
tweede lid, en 8a, derde lid, van het Warenwetbesluit containers;
Besluit:
ARTIKEL I
De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.16 wordt ‘versie 1 van de Regelingen SAH, SVK ref.nr. SKO/03034S, van de Stichting voor de Certificatie van Vakbekwaamheid
SKO, ten aanzien van veiligheidskundigen, vastgesteld per 19 november 2003’ vervangen door: versie 2 van de Regelingen SAH,
SVK ref. nr. SKO/03034/S, van de Stichting voor de Certificatie van Vakbekwaamheid SKO, ten aanzien van veiligheidskundigen,
vastgesteld per 2 november 2006.
B
In hoofdstuk 4 wordt na Paragraaf 4.2b een paragraaf toegevoegd, luidende:
Paragraaf 4.3. Beoordeling risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen in combinatie
Artikel 4.18. Beoordeling risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen in combinatie
Bij de beoordeling van het risico van blootstelling in de individuele ademhalingszone van de werknemer aan gevaarlijke stoffen
in combinatie, zoals bedoeld in artikel 4.2, zesde lid, van het besluit, wordt in geval van het risico van blootstelling aan
stoffen waarvan bekend is dat deze stoffen hetzelfde gezondheidkundige gevolg hebben op hetzelfde orgaansysteem, bijlage XIIA
bij de regeling toegepast.
C
Bijlage IX. behorend bij artikel 4.1, onder t, wordt als volgt gewijzigd:
1. De paragraaf Veiligheids- en gezondheidsverklaring 31, onderdeel Toestand van de ladingzone, komt als volgt te luiden:
Toestand van de ladingzone
2. De paragraaf Veiligheids- en gezondheidsverklaring 32, onderdeel Toestand van de ladingzone, komt als volgt te luiden:
Toestand van de ladingzone
-
• Een gedeelte van de ladingzone is niet veilig voor mensen en niet veilig voor vuur.
-
• Een gedeelte van de ladingzone is veilig voor mensen en niet veilig voor vuur.
-
• Het resterende gedeelte van de ladingzone is veilig voor mensen en veilig voor vuur.
D
Na Bijlage XII wordt een bijlage ingevoegd, luidende:
BIJLAGE XIIA. BEHOREND BIJ ARTIKEL 4.18
Additieregel bij het risico van blootstelling aan een mengsel van gevaarlijke stoffen
De grenswaarde voor een gevaarlijke stof geldt in beginsel alleen voor blootstelling aan de stof in zuivere vorm en is niet
zonder meer van toepassing indien de stof een bestanddeel is van een mengsel van stoffen, waaraan blootstelling plaatsvindt
of kan plaatsvinden.
Het is mogelijk dat het gezondheidkundige gevolg van een dergelijk mengsel de som is van de afzonderlijke stoffen. Hiervan
is sprake bij een mengsel van verschillende organische oplosmiddelen. Het is ook mogelijk dat bij een gecombineerde blootstelling
het gezondheidkundige gevolg van de afzonderlijke stoffen aanzienlijk worden versterkt of verminderd.
Indien de verschillende stoffen in een mengsel afzonderlijk hetzelfde gezondheidkundige gevolg hebben op hetzelfde orgaansysteem,
wordt de beoordeling van het risico van blootstelling aan de voor elk van die stoffen vastgestelde grenswaarde als volgt
uitgevoerd:
De som van alle afzonderlijke blootstellingconcentraties als fractie van de afzonderlijke grenswaarden, is kleiner dan één.
Of te wel:
ARTIKEL II
De Warenwetregeling containers wordt als volgt gewijzigd:
A
In Hoofdstuk II wordt na artikel 10 een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 10a
-
1. Containers met één ontbrekende deur worden voor gebruik gekeurd.
-
2. De artikelen 5 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing op de keuring, bedoeld in het eerste lid.
B
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw), worden twee punten toegevoegd, luidende:
-
10°. De stapelsterkte bij één ontbrekende deur, indien de container is goedgekeurd voor gebruik met één ontbrekende deur. De markering
luidt: TOELAATBAAR STAPELGEWICHT BIJ EEN ONTBREKENDE DEUR BIJ 1,8 g (in kg en lb). De markering wordt aangegeven nabij de
waarde van de torsiebeproeving,
-
11°. De belastingswaarde bij torsiebeproeving bij één ontbrekende deur, indien de container is goedgekeurd voor gebruik met één
ontbrekende deur. De markering luidt: BELASTINGSWAARDE BIJ TORSIEBEPROEVING BIJ EEN ONTBREKENDE DEUR (in kg en lb). De markering
wordt aangegeven nabij de waarde van de stapelbeproeving.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
2. Wanneer het toelaatbaar stapelgewicht of de belastingswaarde bij torsiebeproeving lager is dan 192.000 kg respectievelijk
150 kN, wordt de container geacht een verminderd stapelvermogen respectievelijk een verminderde bestendigheid bij torsiebelasting
te hebben en wordt zulks op een goed zichtbare plaats op de plaat vermeld, overeenkomstig de normen, bedoeld in Bijlage I,
Hoofdstuk I, bepaling 1, derde lid, bij de Internationale Overeenkomst voor veilige containers, 1972 (Trb. 1976, 28).
C
De opschriften ‘Hoofdstuk IV. Keuringstarief’, ‘Hoofdstuk V. Aanwijzing ambtenaren’ en ‘Hoofdstuk VI. Merk van afkeuring’
vervallen.
D
Na artikel 14 wordt toegevoegd een hoofdstuk, met opschrift, luidende:
HOOFDSTUK IV. TOEZICHT
Artikel 15
De toezichthouder onderwerpt een goedgekeurde container aan controle met inachtneming van Bijlage III, paragrafen 1, 2 en
4, bij de Internationale Overeenkomst voor veilige containers, 1972 (Trb. 1976, 28).
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
TOELICHTING
Artikel I
De in Artikel I, onderdeel A, opgenomen wijziging van artikel 2.16 van de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) vloeit
voort uit een actualisering van het certificatieschema voor de afgifte van het certificaat van vakbekwaamheid veiligheidskunde
door de betrokken beheerstichting.
De toevoeging van artikel 4.18 (Artikel I, onderdeel B) vloeit voort uit een wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit
in verband met de opname van regels uit de Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving (Stb. 2011, 399). Het nieuwe artikel 4.18 is ontleend aan en vervangt Arbobeleidsregel 4.1c-4, eerste lid, tweede volzin. De wijziging betreft
het beoordelen van het risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen in combinatie met hetzelfde gezondheidskundig gevolg
voor hetzelfde orgaansysteem, de zogenoemde additieregel.
In Arbobeleidsregel 4.1c-4 werd verwezen naar bijlage 7 bij Arbobeleidsregel 4.2-1, waarin een op de stand van de wetenschap
en professionele dienstverlening gebaseerde additieregel was uitgewerkt. Die additieregel is thans opgenomen in de nieuwe
bijlage XIIA (Artikel I, onderdeel D).
In beginsel houdt de additieregel in, dat de som van alle blootstellingconcentraties van de afzonderlijke gevaarlijke stoffen,
gedeeld door de respectieve grenswaarden voor deze stoffen, kleiner dan één is.
De additieregel kan niet worden toegepast in alle andere situaties, bijvoorbeeld als het gezondheidkundig gevolg van de respectieve
stoffen niet hetzelfde is of als er geen grenswaarde is vastgesteld, zoals voor huidblootstelling het geval is. Het risico
van de blootstelling van de werknemer aan verschillende gevaarlijke stoffen in combinatie moet dan op een andere wetenschappelijk
betrouwbare manier worden beoordeeld.
De in artikel I, onderdeel C, opgenomen wijziging van Bijlage IX bij de Arboregeling betreft een actualisering van de voor
gasdeskundigen vastgestelde model Veiligheids- en gezondheidsverklaring als bedoeld in artikel 4.1, onder t.
Artikel II
De in Artikel II opgenomen wijzigingen van de Warenwetregeling containers zijn een uitvloeisel van een per 1 januari 2012
in werking tredende wijziging van de Internationale Overeenkomst voor veilige containers, 1972 (Trb. 1976, 28), vallend onder de verantwoordelijkheid van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Deze wijzigingen zijn technisch
van aard en neergelegd in een eind 2010 aangenomen Resolutie van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO (Trb. van 13
september 2011, 164). De wijzigingen betreffen de beproeving van bestaande containers met één ontbrekende/verwijderde deur
(Artikel II, onderdelen A en B) en de wijze waarop de toezichthouder goedgekeurde containers mag controleren (Artikel II,
onderdeel D). Het gaat hier om een zogenaamde 1 op 1 implementatie.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom.