Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 17 november 2011, nr. 239639, tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 vanwege het verlengen van een aantal termijnen

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op:

  • verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);

  • de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies;

  • artikel 1:3 van de Regeling LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2:73a van de Regeling LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘regeling’ vervangen door: lening.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De kredietinstelling kan de verlenging van de looptijd, bedoeld in het eerste lid, onder de in dat lid in de onderdelen a en b gestelde voorwaarden, overeenkomstig toepassen op leningen met een looptijd van maximaal 20 jaar, niet zijnde achtergestelde leningen, waarvoor garantie is verstrekt op grond van het Besluit Borgstellingsfonds of het Besluit BF bijzondere borgstellingen.

ARTIKEL II

Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 49i wordt ‘27 september 2013’ vervangen door: 26 september 2014.

B

In artikel 49m wordt ‘20 december 2013’ vervangen door: 19 december 2014.

C

Na hoofdstuk 2, titel 9, wordt een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 10. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 59c
  • 1. Indien een vergunning die van toepassing is op de investering, bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 3, van de regeling, vanwege omstandigheden die aantoonbaar buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager liggen, niet tijdig is verkregen om voor de investering, overeenkomstig artikel 49, eerste lid, van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009, voor 30 september 2011 een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen, wordt in artikel 49, eerste lid, van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009 ’30 september 2011’ gelezen als: 28 september 2012.

  • 2. Indien een vergunning die van toepassing is op de investering, bedoeld in artikel 2:42 van de regeling, vanwege omstandigheden die aantoonbaar buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager liggen, niet tijdig is verkregen om voor de investering, overeenkomstig artikel 54 van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009, voor 30 september 2011 een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen, wordt in artikel 54 van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009 ’30 september 2011’ gelezen als: 28 september 2012.

  • 3. In artikel 37, eerste lid, van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010 wordt ’30 september 2012’ gelezen als: 27 september 2013.

  • 4. In artikel 41 van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010 wordt ’30 september 2012’ gelezen als: 27 september 2013.

  • 5. In artikel 44o van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010 wordt ’29 september 2012’ gelezen als: 27 september 2013.

Artikel 59d
  • 1. Voor de toepassing van artikel 59c, eerste en tweede lid, dient de subsidieaanvrager een verzoek tot uitstel van het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling in bij Dienst Regelingen, waarbij de subsidieaanvrager aantoont dat de vergunning, bedoeld in artikel 59c, eerste of tweede lid, niet tijdig is verkregen vanwege omstandigheden die buiten zijn invloedssfeer liggen.

  • 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, is uiterlijk op 30 december 2011 in het bezit van Dienst Regelingen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I dat in werking treedt met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 9 juni 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies (verder: RLS) en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 (verder: besluit). De wijzigingen betreffen het verlengen van bepaalde termijnen.

§ 1. Artikel I: Verlenging looptijd leningen

Op 9 juni jl. is een wijziging van de RLS in werking getreden (Stcrt. nr. 10317). De aanleiding hiervoor was de uitbraak van de EHEC-bacterie in Noord-Duitsland. Op grond van deze wijziging kunnen kredietinstellingen, onder bepaalde voorwaarden, de looptijd van leningen voor investeringen waarvoor door de Minister van EL&I garantie is verleend met maximaal drie jaar (in plaats van twee jaar) verlengen. Daarbij was beoogd deze verruiming ook toe te staan voor garanties die op grond van het Besluit Borgstellingsfonds of het Besluit BF bijzondere borgstellingen zijn verstrekt. Abusievelijk voorzag de wijzigingsregeling hier niet in. Deze omissie wordt thans hersteld.

§ 2. Artikel II: Verlenging termijn aanvraag subsidievaststelling

Recentelijk is gebleken dat aanvragen tot het vaststellen van een subsidie in het kader van hoofdstuk 2, titel 6 van de RLS (bedrijfsmodernisering), soms niet tijdig kunnen worden ingediend vanwege procedures met betrekking tot het verkrijgen van een wettelijk vereiste vergunning. Het kan hierbij gaan om situaties waarbij een vergunningprocedure ertoe heeft geleid dat investeringen niet voor de datum van vaststelling van de subsidie gerealiseerd kunnen worden of om situaties waarbij er nog procedures ten aanzien van de vergunningverlening lopen. Omdat het veelal procedures betreft die buiten de invloedssfeer van de subsidieaanvrager liggen, wordt de termijn van subsidievaststelling met een jaar verlengd.

Deze wijziging betreft uitsluitend de modules voor jonge landbouwers, gecombineerde luchtwassystemen en milieuvriendelijke maatregelen - nieuwe uitdagingen POP-nu.

Bij de zogenoemde MEI-regeling is al een langere vaststellingstermijn opgenomen (artikel 1:14, eerste lid en bijlage 2, hoofdstuk 2, punt E, RLS). De overige modules worden niet verlengd vanwege de Europese kaders (fijn stof), de samenhang met een andere regeling (duurzame stallen in relatie tot artikel 68 van verordening (EG) nr. 73/2009) of omdat er -gelet op de aard van de investeringen- op dit moment geen noodzaak bestaat (investeringen op het terrein van energiebesparing).

Er wordt in de onderhavige regeling een onderscheid gemaakt tussen subsidieaanvragers die in 2009 een aanvraag tot subsidieverlening hebben gedaan (en dus al een aanvraag tot subsidievaststelling hebben moeten indienen) enerzijds en subsidieaanvragers die in 2010 en 2011 een aanvraag tot subsidieverlening hebben gedaan (en nog geen aanvraag tot subsidieverlening hebben moeten indienen) anderzijds.

De verlenging van de termijn van subsidievaststelling van twee naar drie jaar geldt voor subsidieaanvragers die in 2009 subsidie aangevraagd hebben, uitsluitend indien de subsidieaanvrager niet tijdig de wettelijk vereiste vergunning heeft bemachtigd om zijn investering te kunnen realiseren voor het verstrijken van de termijn van het indienen van een aanvraag tot subsidievaststelling, vanwege omstandigheden die buiten zijn invloedssfeer liggen (artikel 59c, eerste en tweede lid, besluit). Indien deze subsidieaanvragers gebruik wensen te maken van de voornoemde mogelijkheid van verlenging, dienen zij uiterlijk op 30 december 2011 een verzoek tot uitstel van het indienen van een aanvraag tot subsidievaststelling te hebben ingediend bij Dienst Regelingen (verder: DR). Hierbij dient de betreffende subsidieaanvrager aan te tonen dat hij de investeringen nog niet heeft kunnen realiseren vanwege omstandigheden die buiten zijn invloedssfeer ligt (artikel 59d besluit). Zo zou er een kopie van de vergunningaanvraag meegestuurd kunnen worden alsmede documenten omtrent de vergunningprocedure.

De aanleiding voor de verlenging van de termijn voor het aanvragen van subsidievaststelling, zoals eerder in deze paragraaf is aangegeven, is gelegen in het feit dat subsidieaanvragers, veelal door omstandigheden buiten hun schuld om, niet tijdig de vereiste vergunningen hebben bemachtigd. Omdat het verzoek voor subsidievaststelling voor aanvragers die op grond van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009 subsidie hebben aangevraagd, al ingediend is of had moeten zijn, is het redelijk om de voornoemde verlenging van de termijn te beperken tot subsidieaanvragers die aantoonbaar niet tijdig de vereiste vergunningen hebben bemachtigd.

Voor subsidieaanvragers die in 2010 of 2011 subsidie verleend hebben gekregen, wordt de termijn van subsidievaststelling zonder nadere voorwaarden verlengd van twee naar drie jaar (artikelen 49i, 49m en 59c, derde, vierde en vijfde lid, besluit). Voor deze categorie subsidieaanvragers is de termijn voor het indienen van een verzoek tot vaststelling van de subsidie nog niet verstreken. Voor deze lopende procedures dient te worden voorkomen dat de subsidieaanvragers worden belast met onnodige en aanvullende administratieve lasten. Daarom is de verlenging van de termijn tot het indienen van een verzoek tot subsidievaststelling voor deze subsidieaanvragers ongeclausuleerd. Zij hoeven derhalve geen verzoek tot uitstel in te dienen. Desalniettemin is de verwachting dat subsidieaanvragers alleen gebruik zullen maken van dit extra jaar, vanwege een vertraging in de vergunningsprocedure. Subsidieaanvragers willen hun investeringen immers zo snel mogelijk realiseren.

§ 3. Administratieve lasten

De administratieve lasten die voortvloeien uit de onderhavige regeling, betreffen uitsluitend het verzoek tot verlenging van de termijn van 2 naar 3 jaar. Hierbij dient de subsidieaanvrager, die in 2009 subsidie verleend heeft gekregen voor de module luchtwassystemen of jonge landbouwers, aan te tonen dat hij de investeringen nog niet heeft kunnen realiseren vanwege omstandigheden die buiten hun invloedssfeer liggen.

Naar verwachting zal iets minder dan de helft (circa 300) van de subsidieaanvragers van wie de aanvraag is goedgekeurd een verzoek tot uitstel van de vaststelling van de subsidie doen. Hierbij dient de subsidieaanvrager documentatie mee te sturen om aan te tonen dat hij de vergunning niet tijdig heeft kunnen bemachtigen vanwege omstandigheden buiten zijn schuld om. Met het opstellen van het verzoek en het toevoegen van de benodigde documentatie is circa drie kwartier gemoeid. Bij het berekenen van de administratieve lasten is uitgegaan van een uurtarief van € 30. Hiermee komen de totale administratieve lasten van deze regeling op € 6750.

§ 4. Inwerkingtreding

De vaste verandermomenten voor regelgeving houden in dat regelingen inwerkingtreden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober en ten minste twee maanden voor inwerkingtreding gepubliceerd worden (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I dat terugwerkt tot en met 9 juni 2011.

Dit is niet overeenkomstig de uitgangspunten van de vaste verandermomenten voor regelgeving, maar is gerechtvaardigd gelet op de aard van de wijziging (herstel van een omissie) en het belang van de subsidieaanvragers.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven