Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 9 november 2011, nr. WJZ/11158433, houdende regels omtrent de vergoeding voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2012)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. agentschap:

Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. categorieën:

categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. subcategorieën:

subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, derde lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

e. jaarlijkse bijdrage:

bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, vierde lid, van de wet;

f. vergunning:

een op grond van artikel 3.3 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte;

g. uurtarieven:

tarieven, bedoeld in bijlage II bij deze regeling.

Artikel 2

  • 1. Voor de kosten van de door of namens het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage I, zijn de in bijlage I genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2012 verschuldigd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover werkzaamheden worden verricht voor verlenging, wijziging tenaamstelling vergunning of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning.

  • 3. Indien een vergunning gedeeltelijk wordt overgedragen met gebruik van geografische splitsing, wordt in afwijking van categorie I.C van bijlage I de voor de vergunning verschuldigde vergoeding voor toezicht naar evenredigheid van de grootte van de geografische gebieden van de gesplitste vergunningen over de houders omgeslagen.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage maakt deel uit van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage I is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën genoemde percentage van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

  • I. categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte:

    • a. vaste verbindingen: 3 procent;

    • b. mobiele communicatie: 4 procent;

    • c. mobiele openbare telefonie en semafonie: 7 procent;

    • d. radiodeterminatie: 3 procent;

    • e. radiozendamateurs: 4 procent;

    • f. omroep: 4 procent.

  • II. categorieën met betrekking tot randapparaten en radioapparaten:

    • a. randapparaten: 8 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door het agentschap verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot uitvoering en het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedraagt voor:

  • a. het ministerie van Defensie € 1.283.563;

  • b. het Korps Landelijke Politiediensten € 138.831;

  • c. het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 45.760.

Artikel 5

  • 1. Voor de verlenging van een vergunning, wijziging tenaamstelling of verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 29 bij de categorieën en subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.6, I.B, I.D, I.E en I.G, genoemd in bijlage I.

    Deze vergoeding is verschuldigd door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning of, in het geval van overdracht van een vergunning, door de verkrijger van de vergunning.

  • 2. Voor de verlenging van een vergunning, wijziging of verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunningiseen vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II, voor de categorieën en subcategorieën I.A.4, I.A.5, I.B.16, I.C en I.F, genoemd in bijlage I.

    Deze vergoeding is verschuldigd door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning of, in het geval van overdracht van een vergunning, door de verkrijger van de vergunning.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is voor de wijziging van een vergunning die het wijzigen van een of meer individueel geplande frequenties inhoudt een vergoeding verschuldigd van € 618 bij de subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.4, I.B.1, I.B.3, I.B.6, I.B.14, I.B.15 en I.B.18.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is voor de wijziging van een vergunning die het wijzigen van een of meer algemeen geplande frequenties inhoudt een vergoeding verschuldigd van € 153 bij de subcategorieën: I.B.1, I.B.5, I.B.6, I.D.2 en I.E.2.

  • 5. In afwijking van het tweede lid is voor wijziging van een vergunning in de subcategorie I.F.2, inhoudende het omzetten van een allotment in een assignment, een vergoeding verschuldigd van € 618 per opstelplaats.

Artikel 6

Voor de kosten van de door het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder de artikelen 2 tot en met 5 is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II.

Artikel 7

  • 1. Een vergoeding voor de kosten van behandeling van een storingsmelding, bedoeld in de Regeling storingsmeldingen, is verschuldigd door degene die de storing heeft gemeld, indien uit het onderzoek is gebleken dat zijn uitrusting niet voldoet aan artikel 4, eerste lid, onder b of c, van de Regeling storingsmeldingen of als de uitrusting niet wordt gebruikt conform artikel 4, eerste lid, onder d of e, van die regeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II.

Artikel 8

De vergoeding voor het afnemen van een bijzonder examen door de minister als bedoeld in artikel 5 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II.

Artikel 9

Voor de kosten van andere werkzaamheden of diensten die door het agentschap in het kader van de bij of krachtens de wet opgedragen wettelijke taak worden verricht en die niet genoemd worden in de artikelen 2 tot en met 6, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de uurtarieven, indien vooraf is aangegeven dat voor de werkzaamheden of diensten een vergoeding in rekening zal worden gebracht.

Artikel 10

  • 1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

  • 2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeft door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan, indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste zes weken van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 11

De minister kan overeenkomstig artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht een geldschuld jegens de vergunninghouder die verband houdt met een bij of krachtens hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet genomen besluit, verrekenen met een vordering op grond van deze regeling.

Artikel 12

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van het agentschap te Groningen.

Artikel 13

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2011 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor werkzaamheden of diensten die zijn verricht vóór het kalenderjaar 2012 het recht van toepassing blijft zoals dat ten tijde van verrichting van die werkzaamheden of diensten gold.

Artikel 14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 15

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2012.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 november 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

BIJLAGE 1

Bijlage I, behorende bij artikel 2, eerste lid

Over het kalenderjaar 2012 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN FREQUENTIERUIMTE

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoeding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III)

A.

Vaste verbindingen

       

1.

Zendende satelliet-grondstations

Per vergunning

€ 618

   

Per radiozendapparaat met een bandbreedte:

   

– tot 2 MHz

 

€ 18

– 2 MHz–18 MHz

 

€ 90

– vanaf 18 MHz

 

€ 448

2.

Satellite News Gathering (SNG)

Per vergunning

€ 618

   

Per radiozendapparaat

 

€ 374

3.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

Per coördinatie ten behoeve van de verlening

€ 1.100

   

4.

Point-point straalverbindingen

Per vergunning

€ 618

*

 

5.

Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL

Per vergunning

€ 7.492

   

Per internationale coördinatie / per opstelpunt

€ 153

 
   

Per vergunde MHz bandbreedte

   

– 3,5 GHz

 

€ 229

 
   

– 24,5 tot 26,5 GHz

 

€ 114

 

6.

Satellite Repeater System

per vergunning

   

€ 50

B.

MOBIELE COMMUNICATIE

 

I

II

III

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik

Per vergunning met algemene planning

€ 153

   

Per vergunning met individuele planning

€ 618

 

Per vergunning

 

€ 54

Per vaste post

 

€ 274

2.

Vervallen

       

3.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Radiozendapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

Per basisstation

€ 618

   

Per toegewezen frequentiekanaal als volgt :

   

– één frequentiekanaal toegepast op één opstelpunt

 

€ 670

– één frequentiekanaal toegepast op twee opstelpunten

 

€ 1.340

– één frequentiekanaal toegepast op drie of meer opstelpunten

 

€ 2.009

4.

Draadloze audioverbinding

Per vergunning

   

€ 54

Radio-alarmering

     

€ 54

Radiobeveiligingsinstallatie

     

€ 54

HF Radiotelefonen (27 MHz)

     

€ 54

Bijzonder gebruik maritieme frequenties

     

€ 28

5.

Marifoonwalstation

Per installatie

€ 153

€54

 

AIS-installatie anders dan aan boord van schepen

6.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

Per radiozendapparaat

€ 153

€ 193

 

Radio-afstandsbesturing

Per radiozendapparaat

€ 153

€ 193

Telemetrie (TLA/ TLM/ TLMB)

Per vergunning met algemene planning

€ 153

€ 193

Per vergunning met individuele planning

€ 618

7.

GSM-R

Per netwerk

€ 10.977

€ 19.136

 

8.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

Per vergunning

€ 153

€ 215

 

9.

Landelijke volg- en opsporingssystemen

Per vergunning

€ 4.608

€ 2.452

 

10.

Recreatieve luchtvaartfrequenties

Per vergunning

   

€ 60

11.

Beperkte toegang luchtvaart- frequenties (hele VHF-band, ELT en SSR-transponder)

Per vergunning

   

€ 120

12.

Volledige toegang luchtvaart- frequenties

Per vergunning

   

€ 300

13.

Grondstation gedeeld gebruik communicatiefrequentie, inclusief Heli-VHF

Per frequentie per opstelpunt

€ 153

€ 54

 

14.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik

Per frequentie per opstelpunt individuele planning

€ 618

€ 160

 
   

Per frequentie per opstelpunt algemene planning

€ 153

€ 160

 

15.

Grondstations luchtverkeersdienstverlening/ vitaal gebruik

Per frequentie per opstelpunt

€ 618

€ 1.441

 

16.

Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band

Per netwerk

€ 11.202

€ 37.495

 

Per MHz bandbreedte

 

€ 3.750

17.

Landelijke DGPS en CGC’s t.b.v. MSS 2 GHz

Per vergunning

 

€ 10.851

 

18.

Kerktelefonie

Per vergunning

€ 618

€ 274

 

C.

(OPENBARE) (MOBIELE) ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE

 

I

II

III

1.

SMF 3

Per netwerk

 

€ 11.422

 

2.

900-1800-2100-2600-3500 MHz

Per gepaarde MHz

€ 6181

€ 6.781

 

Per ongepaarde MHz

 

€ 3.391

 

3.

ERMES

Per netwerk

 

€ 21.226

 

D.

RADIODETERMINATIE

 

I

II

III

1.

Walradarstation

Per vergunning

   

€ 28

PLB

   

2.

Radarsysteem landmobiel

Per radiozendapparaat

€ 153

€ 162

 

Baken voor helikopter (helibeacon)

 

€ 618

€ 57

E.

RADIOZENDAMATEURS

 

I

II

III

1.

Tijdelijke vergunning in Nederland voor niet-ingezetenen van Nederland

Per vergunning

€ 29

   

2.

Onbemand frequentiegebruik radiozendamateurs

Per vergunning

€ 153

   

3.

Overig niet vrijgesteld gebruik amateurbanden

Per vergunning

   

€ 54

F.

OMROEP

 

I

II

III

1.

AM/FM/Kortegolf

Per opstelplaats voor AM/DRM-frequenties, KG/DRM-frequenties en FM-frequenties lager dan 104,9 MHz

€ 618

   

Per opstelplaats voor FM-frequenties 104,9 MHz en hoger

€ 153

 

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 341

€ 565

2.

Digitale omroep in de banden III, IV en V en in de L-band 2

Per opstelplaats

€ 618

   

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 407

€ 407

G.

IMMUNITEITSBEPROEVINGEN

 

I

II

III

1.

Immuniteitsbeproevingen

Per vergunning

€ 153

€ 280

 
X Noot
1

Dit tarief geldt voor de verdeling van de banden 900, 1800, 2100 en 2600 MHz in 2012.

X Noot
2

Indien artikel 3.9 van de Telecommunicatiewet van toepassing is, worden de bedragen in subcategorie I.F.2 bepaald door toepassing van de formule A x B, waarbij:

A voorstelt: het minimaal vergunde percentage van de in de vergunning genoemde frequentieruimte;

B voorstel: het van toepassing zijnde bedrag dat genoemd is in subcategorie I.F.2.

  • * Voor het toezicht op point-pointstraalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

     

    frequentieband

    Bandbreedte

    < 12 GHz

    12 GHz – < 24,5 GHz

    24,5 GHz – < 39,5 GHz

    > 39, 5 GHz

    < 10 MHz

    € 260

    € 130

    € 91

    € 52

    10 MHz – < 25 MHz

    € 325

    € 156

    € 117

    € 59

    25 MHz – < 50 MHz

    € 390

    € 182

    € 143

    € 65

    50 MHz – < 150 MHz

    € 465

    € 208

    € 165

    € 72

    > 150 MHz

    n.v.t.

    € 234

    € 195

    € 78

II.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT RANDAPPARATEN EN RADIOAPPARATEN

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

A.

EXAMENS, CERTIFICATEN EN AANWIJZINGEN ALS EXAMINERENDE INSTELLING

   

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

Per examen / per module

 

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

 

€ 82

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

 

€ 82

– basiscertificaat marifonie;

 

€ 59

– module GMDSS-B.

 

€ 82

2.

Examens ter verkrijging van een registratie voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

Per examen

 

– examen voor de categorie N;

 

€ 59

– examen voor de categorie F.

 

€ 59

3.

Erkenning als bedoeld in artikel 18 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per erkenning

€ 65

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Per certificaat

€ 27

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radiozendapparaten voor het doen van proeven

 

€ 27

5.

Aanwijzing van een examinerende instelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per aanwijzing

€ 473

B.

VERKLARINGEN EN ERKENNINGEN

I

II

III

1.

Aanwijzen van een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 17 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2007, aanwijzen van een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 11 van het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Per aanwijzing

€ 1.440

€ 270

 

2.

Vergunning voor de aanleg van radiozendapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 45

   

C.

RANDAPPARATEN

 

I

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van randapparatuur bepaalde

Per op 1 november 2010 volgens het nummerregister telefoon en ISDN-diensten door de OPTA toegekend nummer

€ 0,018

Bijlage II, behorende bij de artikelen 5, tweede lid, 6, 7, tweede lid, 8 en 9.

1. Tarieven personeel (in €):

Salarisschaal BBRA 1984

Vergoedingen per manuur1

1 tot en met 5

88

6 tot en met 8

94

9 tot en met 11

107

12 tot en met 14

123

15 en hoger

142

X Noot
1

Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2012 (verder: Regeling vergoedingen 2012) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna: het agentschap) in 2012 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Deze vergoedingen hebben hun wettelijke basis in artikel 16.1 van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet). De Regeling vergoedingen 2012 borduurt voort op de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2011 (Regeling vergoedingen 2011).

Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragraaf 3.2 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte) en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting) van de wet. Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

2. Vaststelling vergoedingen

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het besluit). Op grond van artikel 3, eerste lid, van het besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model is in 2007 doorgelicht door KPMG en beschreven in hun rapport van april 2007. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.

3. Vergoedingenbeleid

De vergoedingen worden in 2012 met gemiddeld 2,73% verlaagd. De gemiddelde loon- en prijsbijstelling is 1,05%. De vergoedingen kennen derhalve een gemiddelde reële daling van 3,78%. Middels deze prijsdaling wordt een deel van de positieve resultaten die in het verleden met de tarieven zijn behaald, teruggegeven aan de vergunninghouders.

4. Regeldruk

Agentschap Telecom streeft naar kostendekkendheid van zijn vergoedingen in een meerjarenperspectief. Overschotten of tekorten uit voorgaande jaren worden in de daaropvolgende jaren verrekend in de tarieven.

Over 2010 is aan het agentschap in het kader van de controle, bedoeld in artikel 66, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001, een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Dit houdt onder meer in dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede kapitaaluitgaven en -ontvangsten, tot stand gekomen zijn in overeenstemming met de begrotingswetten en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De jaarrekening 2010 is opgenomen in het jaarverslag 2010.

In lijn met het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het in het kader van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) opgestelde rapport «Maat houden, een kader voor doorberekening van toelatings- en handhavingskosten» (Kamerstukken II 1995/96, 24 036, nr. 22), worden de kosten van repressieve strafrechtelijke handhaving en de kosten van juridische procedures niet doorberekend in de vergoedingen.

Deze regeling veroorzaakt geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

5. Beleid inzake vaste verandermomenten

Het is niet mogelijk gebleken om de Regeling vergoedingen 2012, overeenkomstig het beleid inzake de vaste verandermomenten, twee maanden voor de inwerkingtreding te publiceren, dat wil zeggen voor 1 november 2011. De regeling moet echter met ingang van 1 januari 2012 in werking treden.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2

In het tweede lid van artikel 2 van de Regeling vergoedingen 2011 is bepaald dat het eerste lid niet van toepassing is voor zover er werkzaamheden worden verricht voor onder andere overdracht van een vergunning. De minister verleent overeenkomstig artikel 3.8 van de wet slechts toestemming voor overdracht. Het tweede lid is aangepast in lijn met deze bepaling.

Artikel 5

In de Regeling vergoedingen 2011 wordt in artikel 5, eerste en tweede lid, gesproken over een vergoeding voor overdracht van een vergunning. De minister verleent overeenkomstig artikel 3.8 van de wet slechts toestemming voor overdracht. Het eerste en tweede lid zijn aangepast in lijn met deze bepaling.

Artikel 10

Met het onderhavige artikel wordt gebruik gemaakt van de in artikel 7 van het besluit neergelegde mogelijkheid om af te wijken van de in laatstgenoemd artikel opgenomen bepaling dat de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling dient te worden voldaan. Dit is nodig omdat de vergoedingen voor uitvoeringswerkzaamheden steeds achteraf in rekening worden gebracht en de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden soms aan het einde van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Indien de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden in de laatste zes weken van dat jaar in rekening worden gebracht, behoeven zij niet meer tijdens dat jaar te worden betaalt, zodat niet langer kan worden gesproken van een verplichting tot vooruitbetaling.

Artikel 11

Dit artikel geeft de minister de bevoegdheid in voorkomend geval een geldschuld jegens de vergunninghouder met de vordering inzake het eenmalig bedrag te verrekenen. Verrekening is op grond van artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht slechts mogelijk met een expliciete wettelijke grondslag. Deze bepaling biedt een grondslag voor verrekening in het geval een vergunninghouder in gebreke blijft (een betalingstermijn van) een krachtens deze regeling opgelegd bedrag te betalen maar anderzijds wel een vordering jegens de staat heeft die verband houdt met de uitvoering van het frequentiebeleid.

Artikel 13

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2011 wordt ingetrokken, zij het dat de bepalingen van die regeling na 31 december 2011 van toepassing blijven op de werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2011 door het agentschap zijn verricht. Hiermee wordt bereikt dat voor alle werkzaamheden of diensten die in 2011 door het agentschap zijn verricht de vergoedingen gelden zoals neergelegd in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2011, ook indien facturering of afhandeling van de factuur heeft plaatsgevonden na 31 december 2011. Dit geldt ook voor de eerdere regelingen waarin de vergoedingen van het agentschap werden vastgesteld.

De volgende aanpassingen zijn doorgevoerd in bijlage I.

Subcategorie nI.B.5

De benaming van deze subcategorie is gewijzigd ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011. Er zijn AIS-installaties, zogenaamde AtoNs, aan boeien waarmee er geen sprake is van gebruik vanaf het land. Met wijziging van de benaming van deze subcategorie wordt bewerkstelligd dat dergelijke installaties ook onder deze regeling vallen. AIS-installaties aan boord van schepen zijn vrijgesteld van vergunning.

Subcategorie I.B.13

De benaming van deze subcategorie wordt gewijzigd ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011. Er is een toevoeging gedaan dat deze subcategorie ook betrekking heeft op heli-VHF. Daarbij is het tarief opgesplitst in een uitvoeringstarief en een toezichtstarief. Voor het uitvoeringstarief wordt het hoge tarief in rekening gebracht omdat de frequentieverwerving van frequentieruimte intensief is en een procedure van internationale frequentieplanning doorlopen moet worden.

Subcategorie I.B.14

In deze categorie is het frequentiegebruik ondergebracht van luchtverkeersdienstverleningservices en het frequentiegebruik ten behoeve van evenementen. De frequentieruimte ten behoeve van evenementen is al gecoördineerd waardoor er voor vergunningverlening geen internationale coördinatie nodig is. Deze subcategorie wordt daarom ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011 opgesplitst in een categorie voor individuele planning en een voor algemene planning. Bij de categorie individuele planning wordt aangesloten bij het bestaande tarief. Door vereenvoudigde werkzaamheden bij vergunningverlening voor evenementen en tijdelijke vergunning voor het gebruik van frequentieruimte in de luchtvaartmobiele band wordt hiervoor een lager tarief in rekening gebracht. Omdat het frequentiegebruik in deze categorie minder bescherming vereist wordt het tarief voor het toezicht verlaagd.

Subcategorie I.B.17

Bij deze subcategorie worden ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011 CGC’s ten behoeve van MSS 2 GHz toegevoegd. De toezichtsactiviteiten sluiten aan bij de activiteiten die ontplooid worden voor het toezicht op landelijke DGPS. Het toezicht op deze apparatuur zal zich primair richten op het monitoren van het daadwerkelijke frequentiegebruik van CGC’s en de uitrol hiervan in Nederland. Daar waar sprake is van verstoring of klachten zal het agentschap inspecties en controles uitvoeren. Op basis van de bevindingen wordt nadere acties ondernomen. Voor bepaling van de hoeveel toezichtsactiviteiten is aangesloten bij een door de operators aangehaalde schatting van de plaatsing van 200 CGC-apparaten.

Categorie I.C

De benaming van deze categorie wordt gewijzigd ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011. Hierin wordt communicatienetwerken gewijzigd in communicatie omdat er in deze categorie niet slechts sprake is subcategorieën waarbij een vergoeding verschuldigd is voor netwerken.

Subcategorie I.D.2

Het tarief voor uitvoering van verlening van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte in de voor bakens voor helikopter (helibeacon) wordt ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011 verhoogd. Reden hiervoor is dat voor verlening uitgebreide werkzaamheden noodzakelijk zijn voor coördinatie.

Subcategorie I.F.2

De benaming van deze subcategorie wordt gewijzigd ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011. Met de nieuwe wijziging wordt aangesloten bij technologieneutraliteit door enkel het benoemen van de banden waarin het frequentiegebruik plaatsvindt.

Daarbij is bij deze subcategorie ten opzichte van de Regeling vergoedingen 2011een voetnoot toegevoegd. Door middel van de in deze voetnoot opgenomen formule wordt het mogelijk om bij vergunninghouders de vergoedingen voor uitvoering en toezicht naar rato te verdelen indien door deze vergunninghouders gebruik wordt gemaakt van samenwerkingsverbanden overeenkomstig artikel 3.9 van de wet. Op deze wijze worden de kosten van de werkzaamheden bij de vergunninghouders in rekening gebracht voor zover deze werkzaamheden ook daadwerkelijk ten behoeve van hen worden verricht.

Bijlage II

De uurtarieven zijn opnieuw vastgesteld met inachtneming van de indexering.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven