Aanvullende beleidsregels voor de vergoeding van reiskosten van bewindvoeders Wsnp

4 november 2011

De Raad voor Rechtsbijstand,

Gelet op:

  • De Wet schuldsanering natuurlijke personen (Staatsblad 1998, nrs 445 en 447)

  • Art 4, lid 7 van het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2001, nr 80)

  • Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

  • Artikel 8 Reisbesluit binnenland

stelt aanvullende regels vast voor de vergoeding van reiskosten van bewindvoerders Wsnp:

Artikel 1

Indien bij beëindiging van een Wsnp-zaak de boedel geen ruimte biedt voor uitbetaling van noodzakelijke reiskosten die in het kader van die zaak zijn gemaakt, kan de betreffende bewindvoerder het niet-betaalde deel van deze reiskosten declareren bij het Bureau Wsnp van de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: de Raad).

Artikel 2

Daartoe stuurt de bewindvoerder de beschikking van de rechtbank waarin het salaris, verschotten en de (betaalde en niet-betaalde) noodzakelijke reiskosten zijn vastgesteld. Indien hieruit onvoldoende blijkt welke noodzakelijke reiskosten niet uit de boedel kunnen worden vergoed, vult de bewindvoerder het hiervoor bestemde ‘Declaratieformulier reiskosten Wsnp’ in en stuurt dit naar de Raad. Het formulier bevat gegevens over de zaak, data van gemaakte reizen, vertrekpunt en bestemming en reden voor de reis.

Artikel 3

Onder noodzakelijke reiskosten vallen alleen de volgende zaaksgebonden kosten:

  • kosten voor eenmalig huisbezoek

  • kosten voor zittingen

  • kosten voor nader overleg met schuldenaar indien deze absoluut niet naar de bewindvoerder kan toekomen

Niet vergoed worden:

  • reistijd (deze is opgenomen in de reguliere vergoeding)

  • kosten voor nader overleg met de schuldenaar als deze geen eigen vervoer heeft

  • kosten voor nader overleg omdat de bewindvoerder ervoor kiest dit te voeren op het huisadres van de schuldenaar

  • kosten voor liquidatieactiviteiten (opslaan goederen e.d.). In dit geval mag ervan worden uitgegaan dat de boedel ruimte biedt voor vergoeding van de reiskosten.

Artikel 4

Voor de noodzakelijke reiskosten wordt een vergoeding toegekend overeenkomstig de vergoeding die krachtens artikel 8 van het Reisbesluit binnenland wordt verleend.

Artikel 5

De Raad kan toetsen:

  • of de bewindvoerder staat ingeschreven in het daartoe bestemde register,

  • of de bewindvoerder inderdaad is benoemd in de opgevoerde zaken,

  • of de declaratie voldoet aan het gestelde in artikel 2,

  • of de reiskosten noodzakelijk waren (artikel 3),

  • of de gedeclareerde afstanden en tarieven juist zijn

  • of de boedel geen ruimte laat voor vergoeding.

Artikel 6

Indien het door de Raad vastgestelde bedrag overeenkomt met de gedeclareerde reiskosten en betaalt de Raad de declaratie binnen acht weken na ontvangst van de declaratie uit. Wijkt het oordeel van de Raad af van de declaratie, dan informeert de Raad de bewindvoerder schriftelijk over zijn bevindingen binnen acht weken na ontvangst van de declaratie.

Artikel 7

De bewindvoerder kan binnen vier weken na ontvangst van dit schrijven aanvullende informatie naar de Raad sturen.

Artikel 8

De Raad beslist na afloop van deze termijn over de hoogte van de reiskosten en betaalt deze uit op de bank- of girorekening die in de Centrale Database Schuldsanering staat geregistreerd. Via het rekening-courantoverzicht informeert de Raad de bewindvoerder over zijn besluit.

Artikel 9

De toelichting bij dit besluit bevat nadere bijzonderheden omtrent de uitvoering van de regels.

Artikel 10

Deze regels treden in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant.

Den Haag, 4 november 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

voor deze:

P.J.M. van den Biggelaar,

Directeur stelsel.

J. Wijkstra,

Directeur bedrijfsvoering.

TOELICHTING

De bewindvoerder Wsnp heeft recht op vergoeding van noodzakelijke reiskosten (art 4, lid 7 Besluit Subsidie Bewindvoerder Schuldsanering). In eerste instantie moeten deze worden voldaan uit de boedel. Indien die daartoe geen ruimte biedt, kan de bewindvoerder de reiskosten bij de Raad voor Rechtsbijstand declareren.

Het ligt voor de hand dat het oordeel van de rechtbank over de hoogte van de noodzakelijke reiskosten en de mate waarin de boedel ruimte bevat voor deze kosten, richtinggevend is voor de vergoeding.

Van de bewindvoerder wordt verwacht dat hij efficiënt met zijn tijd en met publieke gelden omgaat. Hij tracht noodzakelijke reizen zoveel mogelijk te combineren. Dit komt tot uitdrukking in het aantal kilometers dat aan elke zaak wordt toegewezen.

Procedure

De beleidsregels omtrent het declareren van noodzakelijke reiskosten komen neer op de volgende procedure:

  • De bewindvoerder houdt per dossier (enkele of dubbele zaak) een reisadministratie bij met gegevens schuldenaar, reisdatum, postcode vertrekpunt en bestemming, afstand en reden voor reis.

  • De bewindvoerder declareert bij beëindiging van de zaak de totale noodzakelijke reiskosten bij de rechtbank.

  • Indien de boedel geen ruimte laat voor vergoeding van (een deel van) deze reiskosten, declareert de bewindvoerder deze bij de Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch.

  • Daartoe dient hij het hiertoe bestemde standaard-declaratieformulier in met als bijlagen een uitdraai uit de reisadministratie en een kopie van eventuele beschikkingen waaruit blijkt welke reiskosten niet uit de boedel kunnen worden vergoed. Uit de reisadministratie moet in elk geval blijken voor welke zaak op welke dagen welke afstand is gereisd (postcode vertrekpunt en bestemming) en om welke reden.

  • De Raad verifieert binnen acht weken na ontvangst de gegevens en beoordeelt of de gedeclareerde kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij beoordeelt hij:

    • of de betreffende bewindvoerder staat ingeschreven in het daartoe bestemde register

    • of de bewindvoerder inderdaad is benoemd in de zaken waarover de reiskosten worden gedeclareerd

    • of de reiskosten voor een beëindigde Wsnp-zaak zijn gemaakt

    • of de gedeclareerde kosten onder de noodzakelijke reiskosten vallen die in dit besluit zijn gedefinieerd

    • de afstand en gehanteerde kilometervergoeding

    • of de boedel inderdaad geen ruimte laat voor vergoeding

  • Indien de Raad oordeelt dat de kosten correct zijn gedeclareerd, betaalt hij de vastgestelde vergoeding uit. Het rekening-courantoverzicht dat standaard aan bewindvoerders wordt verstuurd, bevat informatie over de vastgestelde reiskosten per zaak.

  • Indien de Raad van oordeel is dat kosten onterecht zijn opgevoerd of onduidelijkheden bestaan rond de declaratie, informeert hij de bewindvoerder daarover met het verzoek binnen vier weken aanvullende informatie aan te leveren. Na afloop van deze termijn beslist de Raad over de declaratie, informeert de bewindvoerder schriftelijk en betaalt, indien de aanvullende stukken daartoe aanleiding geven, de vergoeding uit.

  • Als gemandateerd zelfstandig bestuursorgaan valt de Raad voor Rechtsbijstand onder de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt onder meer in dat betrokkenen bezwaar kunnen aantekenen tegen de beslissingen van de Raad. Conform art. 6, lid 7 Awb bedraagt de bezwaartermijn zes weken met ingang van de dag na die van verzending van het besluit.

Overig

  • Artikel 4 van dit besluit specificeert de hoogte van de kilometervergoeding voor de noodzakelijke reiskosten die een bewindvoerder moet maken. Deze vergoeding is vastgesteld in het Reisbesluit binnenland en bedraagt ten tijde van het vaststellen van dit besluit € 0,19 per kilometer. Zodra het algemene tarief van het Reisbesluit binnenland wordt aangepast, geldt deze aanpassing automatisch ook voor de vergoeding van noodzakelijke reiskosten in het kader van de Wsnp.

  • Om de administratieve belasting te beperken kan een bewindvoerder(organisatie) ook meerdere reiskostendeclaraties in een keer indienen. De benodigde gegevens, verificatie, besluitvorming en uitbetaling verlopen in principe volgens hetzelfde traject.

Naar boven