TOELICHTING
Deze regeling strekt tot wijziging van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 (verder: Openstellingsbesluit). De wijzigingen
betreffen een extra openstelling van de module Marktintroductie energieinnovaties.
§ 1. Marktintroductie energieinnovaties: extra openstelling
De module Marktintroductie energieinnovaties (verder: MEI) heeft tot doel het stimuleren en versnellen van de vroege marktintroductie
van energiesystemen door glastuinbouwondernemingen.
In 2008 heeft een aantal glastuinbouwondernemingen een aanvraag voor subsidie op grond van de MEI ingediend voor het realiseren
van een aardwarmteproject. Deze glastuinbouwondernemingen hebben voldaan aan de eisen die zijn gesteld in bijlage 2, hoofdstuk 2,
van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008.
Bij aardwarmteboringen werd verwacht dat uitsluitend water naar boven zou komen. Uit het geologisch onderzoek, bedoeld in
bijlage 2, hoofdstuk 2, punt A, is gebleken dat dit op de desbetreffende locaties ook het geval zou zijn. Recentelijk is echter
gebleken, dat bij een aantal aardwarmteprojecten niet alleen water, maar ook olie en/of gas naar boven is gekomen. Dit wordt
de bijvangst van olie en/of gas genoemd. Hierdoor zijn de aardwarmte-installaties stil gelegd.
In andere sectoren, bijvoorbeeld in de olie-industrie, wordt een spuitkruis in combinatie metgas- en/of oliescheidingsapparatuur
gebruikt om olie, gas en water van elkaar te scheiden. Deze techniek biedt naar alle verwachting – als nieuwe MEI-techniek
– ook een oplossing voor het scheiden van olie, gas en water bij aardwarmteboringen. Het is belangrijk om deze oplossing financieel
te ondersteunen, zodat de verdere ontwikkeling van aardwarmte voortgezet kan worden. Aardwarmteprojecten die later of nog
niet zijn begonnen, kunnen profijt hebben van deze oplossing, omdat zij er tegen lagere kosten lering van kunnen trekken.
Bovendien zijn deze projecten beter voorbereid op het verschijnsel bijvangst.
Deze extra openstelling van de MEI voorziet derhalve feitelijk in een subsidie voor de aanschaf van een spuitkruis en gas-
en/of oliescheidingsapparatuur. De openstelling is echter beperkt tot glastuinbouwondernemingen die in 2008 subsidie op grond
van de MEI hebben gekregen en waarvoor de problematiek van het opkomen van gas en olie bij aardwarmteprojecten op dat moment
nog niet was te voorzien (artikel 40a, eerste lid, van het Openstellingsbesluit).
In tegenstelling tot andere openstellingen van de MEI, worden aanvragen in deze openstelling gerangschikt op basis van volgtijdelijkheid
(artikel 40a, vijfde lid, van het Openstellingsbesluit). De subsidie bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten met
een maximum van € 1.400.000 (artikel 40a, derde lid, van het Openstellingsbesluit). Het totale subsidieplafond bedraagt € 2.800.000
(artikel 40a, vierde lid, van het Openstellingsbesluit).
§ 2. Administratieve lasten
Deze wijzigingen betreffen een extra openstelling van de MEI-regeling. De administratieve lasten van de MEI-regeling zijn
al eerder berekend (§ 6 van de toelichting bij de Regeling LNV-subsidies, Stcrt. 2007, nr. 33). De onderhavige regeling schept geen nieuwe administratieve verplichtingen ten opzichte van deze eerdere berekeningen.
§ 3. Inwerkingtreding
De vaste verandermomenten voor regelgeving houden in dat regelingen inwerkingtreden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober
en ten minste twee maanden voor inwerkingtreding gepubliceerd worden (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Dit is niet overeenkomstig de uitgangspunten van de vaste verandermomenten voor regelgeving, maar is gerechtvaardigd gelet
op het belang van de subsidieontvangers.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.