Regeling van de Minister voor Immigratie en Asiel van 26 oktober 2011, nr. IDMI-UIT-2011-0139, houdende het verlenen van machtiging aan de Commandant van de Koninklijke Marechaussee betreffende het verkrijgen en verwerken van justitiële gegevens ten behoeve van advisering over deelname aan programma’s voor geautomatiseerde grenspassage

De Minister voor Immigratie en Asiel,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 9, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en artikel 12, tweede lid, Besluit justitiële gegevens;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De Commandant der Koninklijke Marechaussee wordt gemachtigd tot het verkrijgen en verwerken van justitiële gegevens ten behoeve van een positieve of negatieve verklaring aan buitenlandse autoriteiten voor deelname aan programma’s voor geautomatiseerde grenspassage van andere landen.

  • 2. De Commandant der Koninklijke Marechaussee wordt gemachtigd tot het afgeven van een verklaring als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2

De Commandant der Koninklijke Marechaussee kan de aan hem bij artikel 1 verleende machtigingen doorverlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 juli 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 oktober 2011

De Minister voor Immigratie en Asiel,

G.B.M. Leers.

TOELICHTING

I. Algemeen

Ten behoeve van een pilot in het kader van het ‘International Expedited Traveler Initiative’ (hierna: FLUX), wordt momenteel ervaring opgedaan met (gedeeltelijk) geautomatiseerde grenspassage met de Verenigde Staten. Dit initiatief maakt gebruik van bestaande nationale programma’s en faciliteiten voor geautomatiseerde grenspassage en past binnen de ambities en uitgangspunten zoals verwoord in het Kaderdocument Grenstoezicht dat in juli 2009 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2008/09, 30 315, nr. 8) is gezonden. In het geval van Nederland betreft dit het in 2001 door de luchthaven Schiphol, in samenwerking met de IND en de Koninklijke Marechaussee, ontwikkelde programma voor geautomatiseerde grenspassage, genaamd PRIVIUM. Via FLUX kunnen geregistreerde reizigers van het Nederlandse PRIVIUM gebruik maken van de beschikbare nationale programma’s voor geautomatiseerde grenspassage in landen die met Nederland het samenwerkingsverband in het kader van FLUX zijn aangegaan.

FLUX lidmaatschap geschiedt op vrijwillige basis en tegen betaling. De deelnemer gaat hiertoe een overeenkomst aan met FLUX en PRIVIUM van het SNBV Schiphol. Lidmaatschap van FLUX geeft in principe toegang tot Nederland, en de bij FLUX aangesloten landen, zonder dat er bij iedere grensovergang fysieke controle van de benodigde reisdocumenten door de grensbewakingsautoriteiten plaatsvindt. Deze blijven overigens wel bevoegd om iedere keer de reguliere grenscontrole uit te voeren. Om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor deelname aan FLUX wordt een onderzoek naar de achtergrond van de kandidaat uitgevoerd. In Nederland wordt dit onderzoek uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee. Tegelijkertijd wordt in het buitenland een achtergrondonderzoek uitgevoerd. Ieder land is verantwoordelijk voor het eigen onderzoek. Wanneer ieder land het onderzoek heeft afgerond, wordt afhankelijk van het resultaat een positieve dan wel een negatieve verklaring afgegeven door de betrokken autoriteiten. Na een positieve verklaring vindt er nog een interview plaats door de bevoegde autoriteiten, onder meer ter vaststelling en verificatie van de identiteit van de deelnemer.

In Nederland maakt de beoordeling van de justitiële documentatie in het Justitiële Documentatie Systeem deel uit van het achtergrondonderzoek. De kandidaten worden hierover van te voren geïnformeerd en stemmen middels een akkoordverklaring in dat hun justitiële gegevens worden ingezien. Het achtergrondonderzoek van de deelnemers wordt periodiek gedurende het lidmaatschap herhaald. De wettelijke grondslag is voorzien in artikel 12, tweede lid, van het Besluit justitiële gegevens.

Indien naar aanleiding van het onderzoek niet gebleken is van twijfel aan de integriteit van de deelnemer volgt een positieve verklaring aan de buitenlandse autoriteiten. Indien de andere betrokken landen eveneens een positieve verklaring verstrekken en de interviews geen contra-indicaties opleveren komt de deelnemer in aanmerking voor FLUX-lidmaatschap. Indien het resultaat van het achtergrondonderzoek wel aanleiding vormt voor twijfel over de integriteit, dan zal de Koninklijke Marechaussee negatief adviseren over de deelname aan FLUX. De desbetreffende persoon wordt dan uitgesloten van deelname aan FLUX.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1

Gezien zijn taken in het kader van de grensbewaking zal de Koninklijke Marechaussee de positieve of negatieve verklaring ten behoeve van deelname aan FLUX afgeven aan buitenlandse autoriteiten. De Commandant van de Koninklijke Marechaussee wordt gemachtigd tot het afgeven van deze verklaring namens van de Minister.

Artikel 2

Dit artikel maakt het mogelijk de machtiging als bedoeld in artikel 10:9 Algemene wet bestuursrecht door te verlenen. De positieve dan wel negatieve verklaring ten behoeve van deelname aan autoxpp afbreekmatische grenspassage, zoals het programma FLUX, zal in de regel door medewerkers van de Koninklijke Marechaussee werkzaam binnen het district Schiphol worden afgegeven. De Commandant van de Koninklijke Marechaussee kan op grond van dit artikel zijn machtiging om namens de Minister deze verklaringen aan buitenlandse autoriteiten af te geven, doorverlenen aan ambtenaren die aan hem ondergeschikt zijn.

Artikel 3

Artikel 12, tweede lid, van het Besluit justitiële gegevens vormt de grondslag voor het verstrekken van justitiële gegevens afkomstig uit het Justitiële Documentatie Systeem aan de Minister voor Immigratie en Asiel om op basis van die gegevens de hier bedoelde positieve of negatieve verklaring af te geven. Dit artikel strekt ertoe aan de Commandant van de Koninklijke Marechaussee de bevoegdheid te verlenen om namens de Minister andere rechtshandelingen dan besluiten of privaatrechtelijke handelingen te verrichten. Hierbij dient met name te worden gedacht aan het verkrijgen en het verwerken van justitiële gegevens uit het Justitiële Documentatie Systeem ten behoeve van het achtergrondonderzoek voor de positieve dan wel negatieve verklaring.

De Minister voor Immigratie en Asiel,

G.B.M. Leers.

Naar boven