Rectificatie wijziging opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen Q10b

28 oktober 2011

Nr. ETM/EM/11017783

Rectificatie:

Procesverloop:

  • Cirrus Energy Nederland B.V. (thans: Oranje-Nassau Energie Nederland B.V., hierna: ONE NL) en Energy06-Investments B.V. (hierna: Energy06) zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (thans: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) van 5 augustus 2008 met kenmerk ET/EM/8098501 (Staatscourant 2008, nr. 155) verleende opsporingsvergunning voor een deel van het blok Q10 (Q10b), welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De opsporingsvergunning Q10b is nadien gewijzigd bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 17 september 2008 met kenmerk ET/EM/8132424;

  • bij brief van 5 augustus 2010 heeft de vergunninghouder een aanvraag ingediend om wijziging van de opsporingsvergunning Q10b. Op 27 juli 2011 heeft de vergunninghouder de aanvraag aangevuld.

Overwegingen:

  • de vergunninghouder vraagt om uitstel van het uitvoeren van het werkprogramma en verlenging van de duur van de opsporingsvergunning Q10b, zoals voorgeschreven in artikel 2 van Artikel II van het besluit van 17 september 2008 met kenmerk ET/EM/8132424. De vergunninghouder heeft toegelicht dat er vertraging is ontstaan bij de uitvoering van de exploratieboring als gevolg van onduidelijkheden omtrent de aanleg van offshore windmolenparken. In de aanvraag om wijziging van de opsporingsvergunning Q10b is de verwachting uitgesproken vóór 9 augustus 2012 een boring te zullen plaatsen;

  • op grond van artikel 18, derde lid, van de Mijnbouwwet heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de bevoegdheid het tijdvak van de opsporingsvergunning te verlengen, indien het tijdvak onvoldoende is om de activiteiten waarvoor de vergunning geldt te voltooien en deze activiteiten zijn verricht in overeenstemming met de vergunning. Hieraan is voldaan, zodat er geen reden is om verlenging van het tijdvak voor een periode tot 9 augustus 2013, te weigeren;

  • op grond van artikel 18, derde lid, in samenhang met artikel 11, derde en vierde lid, van de Mijnbouwwet kan het gebied waarvoor de opsporingsvergunning geldt bij verlenging worden beperkt.

    Hiervoor is geen aanleiding aangezien de vergunninghouder in het gehele gebied actief bezig is met mijnbouwwerkzaamheden;

  • gelet op de Mijnbouwwet en de aanvraag kan met deze aanvraag worden ingestemd.

Gelet op Artikel 18 van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

Artikel II, artikel 2 van het besluit met kenmerk ET/EM/8132424 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de aanvraag om wijziging van de opsporingsvergunning Q10b van 5 augustus 2010, onder de voorwaarde dat uiterlijk vóór 9 augustus 2012 een boring wordt verricht.

Artikel 2

Artikel II, artikel 3 wordt aan het besluit met kenmerk ET/EM/8132424 toegevoegd:

Artikel 3

De opsporingsvergunning Q10b geldt voor het tijdvak dat eindigt op 9 augustus 2013.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (Alp: X/050). Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven