Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 oktober 2011, no. 237005, houdende wijziging van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011, de Regeling LNV-subsidies en de Uitvoeringsregeling visserij ten behoeve van het openstellen van een tegemoetkoming voor aalvissers en enkele aanverwante wijzigingen

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 4 van de Kaderwet LNV-subsidies, de artikelen 1.3, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies, en de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

In het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 wordt in Hoofdstuk 4, na Titel 4, een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 5. MAATREGELEN VOOR DE KUST- EN BINNENVISSERIJ

Artikel 80bb
  • 1. Aanvragen tot verstrekking van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4:68 van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 7 november tot en met 5 december 2011.

  • 2. Het subsidieplafond voor aanvragen als bedoeld in artikel 4:68 bedraagt € 700.000.

Artikel 80bc

Er worden geen voorschotten verleend.

ARTIKEL II

In artikel 4:70, derde lid, en 4:71, derde lid, van de Regeling LNV-subsidies wordt “2010” telkens vervangen door: 2011.

ARTIKEL III

De Uitvoeringsregeling visserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Het vierde lid van artikel 29 vervalt.

B

In artikel 43, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede “vóór 1 april en na 15 juli” vervangen door: in de periode vanaf 1 april tot en met 15 juli.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

1. Algemeen

Deze regeling strekt tot openstelling van titel 5 van hoofdstuk 4 van de Regeling LNV-subsidies en een daarmee samenhangende wijziging van de regeling LNV-subsidies. Daarmee wordt het voor beroepsvissers die op aal vissen in de kust- en binnenwateren mogelijk een aanvraag in te dienen voor een tegemoetkoming in de schade die zij lijden als gevolg van het verbod op het vissen op aal, in de maanden september, oktober en november van 2011. Voorts worden twee onvolkomenheden in de Uitvoeringsregeling visserij hersteld.

Tegemoetkoming tijdelijk aalvisverbod 2011

Ingevolge de Europese aalverordening (Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal) en het daaruit voortvloeiende door de Europese Commissie goedgekeurde Nederlandse aalbeheerplan, zoals dat in dit verband nader uitgewerkt is in artikel 32a van de Uitvoeringsregeling visserij, geldt een tijdelijk verbod op het gebruik van aalvistuigen in de maanden september, oktober en november. Dit verbod moet het mogelijk maken dat schieraal ongehinderd naar zee kan uittrekken teneinde in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kan een tegemoetkoming verstrekken aan vissers die schade lijden door het genoemde jaarlijkse visverbod op aal. De criteria op basis waarvan wordt bepaald of een visser in aanmerking komt voor een dergelijke vergoeding en de criteria voor vaststelling van de hoogte zijn vastgelegd in de Regeling LNV-subsidies.

Evenals dit voor het jaar 2009 en 2010 heeft plaatsgevonden, kunnen voor het jaar 2011 beroepsvissers op aal in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in gederfde inkomsten als gevolg van het geïntroduceerde aalvisverbod dat geldt gedurende de maanden september, oktober en november 2011. Voor 2011 is een totaalbedrag van 700.000 euro beschikbaar en voor 2012 een totaalbedrag van 400.000 euro. Na 2012 wordt de onderhavige tegemoetkoming niet meer verstrekt.

De onderhavige regeling voorziet in de openstelling van de aanvraagprocedure voor deze tegemoetkoming. Daarnaast vindt op een enkel punt een verduidelijking plaats en wordt het totaalbedrag vastgesteld dat voor de tegemoetkomingen beschikbaar is.

De tegemoetkoming wordt voor 2011 uitgevoerd onder de werking van het Europees Visserijfonds (EVF). Daarbij is de tegemoetkoming gebaseerd op artikel 33, vierde lid, van verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (de EVF-verordening). Uitvoering vindt derhalve evenals in het jaar 2010 plaats door de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (DR). DR is namelijk daartoe aangezwezen in het door Europese Commissie goedgekeurde Nederlandse Operationele Programma.

Verhouding compensatie jaarlijkse sluiting van de aalvisserij en tegemoetkoming in verband met bestuurlijke maatregelen in met dioxine vervuilde gebieden

Sinds de inwerkingtreding van de regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 25 maart 2011 (Stcrt. 2011, 5691) geldt voor bepaalde gebieden in Nederland een verbod op het vissen op aal en wolhandkrab, in verband met risico’s voor de volksgezondheid. Ook vissers in die gebieden kunnen een aanvraag indienen op grond van de onderhavige regeling. Ik streef ernaar een separate tegemoetkoming te verstrekken aan vissers die schade lijden door dat verbod (Kamerstukken II, 2010/11, 29675, nr. 131). Om dubbelcompensatie te voorkomen zal het bedrag, dat aan beroepsvissers wordt verstrekt op grond van artikel 4:68 van de Regeling LNV-subsidies op laatstgenoemde beoogde tegemoetkoming in mindering worden gebracht.

2. Administratieve lasten en overige aspecten van regeldruk

De administratieve lasten voor aanvrager van een tegemoetkoming in het kader van deze regeling lasten bestaan uit het kennisnemen van de regeling, de indiening van een aanvraag en het daarbij leveren van de gegevens met betrekking tot de verdiensten in de referentieperiode die bestaat uit de maanden september, oktober en november van de jaren 2006, 2007 en 2008. Op basis van gegevens over aantallen aanvragen uit 2010 kan een verwachte administratieve lasten berekening voor 2011 worden opgesteld. In totaal werden 126 aanvragen ingediend waarvan er 20 werden afgewezen. Met de openstelling van in 2010 was een bedrag van € 11.376 aan administratieve lasten gemoeid.

Voor de tegemoetkoming over 2011 zal wederom een aanvraag moeten worden ingediend. Daarbij gaat het om dezelfde referentiejaren zij het dat in 2010 nog gegevens voor de maand september van de referentieperiode moesten worden aangeleverd. Voor zover de aanvragers dezelfden zijn als voor de tegemoetkoming over 2010 zijn alle gegevens over de referentieperiode reeds bekend bij DR. Sinds 2010 worden gegevens die in de voorgaande jaren in het kader van een aanvraag voor deze tegemoetkoming zijn ingediend hergebruikt, voor zover aanvragers aangeven dat deze nog actueel zijn. Dat levert een aanmerkelijke verlichting van administratieve lasten op.

Aangezien er verder ook geen aanvullende extra vereisten zijn gesteld, zijn de met deze regeling gemoeide administratieve lasten dus lager dan die voor 2010. Dit is slechts anders voor degene die dit jaar voor het eerst een aanvraag zou indienen. Van hem zijn immers geen oude gegevens bekend. De indruk bestaat dat dit niet of nauwelijks zal plaatsvinden aangezien veel publiciteit aan de eerste regeling is gegeven en gerichte aanschrijving van beroepsvissers heeft plaatsgevonden. Uitgaande van eenzelfde aantal aanvragers zullen de totale AL-kosten van deze regeling voor 2011 € 4.084 bedragen.

De deelnemers aan het proefproject decentraal aalbeheer zullen in het kader van hun aanvraag nog aanvullende gegevens moeten indienen teneinde het hun toekomende subsidiebedrag te kunnen vaststellen. Het betreft dan de verstrekking van een afschrift van de ontheffing om op aal te mogen vissen en van gegevens omtrent de inkomsten. Het karakter van de proef brengt met zich mee dat hieraan door slechts een enkele beroepsvisser zal worden deelgenomen. Mede gelet op de geringe omvang van de daarmee gemoeide bedragen, is er dan ook van afgezien om hiervoor een aanvullende AL-berekening op te stellen.

Gelet op de andere grondslag voor de tegemoetkoming en het voortbouwende karakter daarvan, zal ook het in te dienen formulier eenvoudiger van opzet en makkelijker in te vullen zijn. Dit is van belang in verband met het streven van de overheid om zo min mogelijk en zo begrijpelijk mogelijke formulieren te hanteren.

Met betrekking openstelling in 2010 werden 37 bezwaarschriften ingediend. Door de opgedane ervaring met die regeling is de verwachting dat een geringer aantal bezwaarschriften zal worden ingediend tegen genomen beslissingen.

3. Inwerkingtreding

Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van mijn uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving waarbij de regelgeving op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober inwerking treedt en publicatie minimaal twee maanden voordien plaatsvindt. Gelet op de met de regeling gemoeide financiële belangen van betrokkenen is uitstel van inwerkingtreding tot een volgend vast verandermoment, te weten 1 januari 2012, niet wenselijk. Met de publicatie op een zo vroeg mogelijk moment wordt wel zo veel als mogelijk voldaan het tweede uitgangspunt dat betrokkenen zich tijdig kunnen voorbereiden op deze regeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven