Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie | Staatscourant 2011, 18596 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie | Staatscourant 2011, 18596 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gezien het verzoek van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur van 3 mei 2011;
Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
Besluit:
Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gewasbeschermingsmiddel Formaline 37% voor de ontsmetting van hyacint, iris, anemoon, begonia, chionodoxa, muscari, scilla en zantedeschia.
De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 7 november 2011
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.
Middelnaam: Formaline (bevat 37% Formaldehyde en 8% Methanol)
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompelbehandeling in de teelt van hyacint, iris en andere in het najaar geplante bijzonder bolgewassen (z.g.n. bijgoed).
De toepassingsperiode waarin formaline mag worden gebruikt loopt van de inwerkingtreding van het vrijstellingsbesluit tot en met 18 december 2011.
Formaline mag uitsluitend gebruikt worden indien de behandelde partij niet meer gesorteerd hoeft te worden.
Toepassing van Formaline is uitsluitend toegestaan indien: Werknemers zonder adequate ademhalingsbescherming niet worden blootgesteld aan een overschrijding van de wettelijke grenswaarde van Formaldehyde (TGG-15 min 0,5 mg/m3 en 0,15 mg/m3 (8 uur) of die van Methanol (TGG 133 mg/m3 (8 uur) tijdens het aanmaken van de dompelvloeistof, het vullen van het dompelbad, het laden van de bollen in het dompelbad, het dompelen, het lossen van de bollen uit het dompelbad en het drogen.
Toepassing in hyacint ter bestrijding van bacterieziekten (o.a. Erwinia spp):
|
Dosering: |
0,5% |
(0,5 liter Formaline oplossen in 100 liter water) in holbollen |
|
1% |
(1 liter Formaline oplossen in 100 liter water) in overige hyacintenbollen |
Toepassing in Iris en overige in het najaar geplante bijgoed van bloembolgewassen ter bestrijding van bacterieziekten: Maximale dosering: 0,5% (0,5 liter Formaline oplossen in 100 liter water)
Raadpleeg voor de juiste temperatuur en de duur van dompelen en voorweken de toepassingsrichtlijnen van de voorlichting.
Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen van nitryl of butylrubber.
Draag geschikte handschoenen indien men werkt met behandelde bollen. Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Formaline, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten of bollen.
In de ruimte bij het dompelbad dienen bij de toepassing (laden/lossen bollen in en uit het dompelbad, aanmaken dompelvloeistof) alle aanwezige medewerkers adequate ademhalingsbescherming te dragen: volgelaatsmasker voorzien van een grijze filterbus met codeletter B of onafhankelijke ademhalingsbescherming.
Het dompelbad dient voorzien te zijn van een adequate afzuiging naar buiten.
De ruimte waarin het dompelbad staat dient ruim geventileerd te worden tijdens het gebruik van formaline.
Uitsluitend toepassen in dompelbad indien:
– de behandelruimte bij gebruik van het dompelbad door compartimentering volledig gescheiden is van andere ruimten waar tijdens het dompelen andere werkzaamheden plaatsvinden (zoals sorteren en inpakken), of
– andere werkzaamheden (zoals sorteren en inpakken) in hetzelfde gebouw waar de dompelinstallatie staat opgesteld niet plaatsvinden op een tijdstip waarop de dompelinstallatie in gebruik is.
Een formaline bevattend dompelbad dient buiten de gebruiksperiode luchtdicht afgedekt te worden om verdamping van formaline te voorkomen.
Bij het drogen van de behandelde bollen:
– mag de ruimte niet betreden worden door mensen zonder adequate ademhalingsbescherming.
– Moet de ruimte voldoende geventileerd worden en moet de drooglucht naar buiten afgevoerd worden
– Mag er in aanpalende ruimten alleen gewerkt worden indien de concentratie aan Formaldehyde en Methanol onder de wettelijke grenswaarden blijven.
Bij bewaring van behandelde bollen: de bewaarruimte ventileren om eventuele formaline uit nadampende bollen te verwijderen.
De toepasser wordt voorafgaand aan het gebruik van het middel in kennis gesteld van onderstaande gevaren en veiligheidswaarschuwingen.
– Vergiftig bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid.
– Schadelijk: bij inademing, aanraking met de huid en opname door de mond zijn onherstelbare effecten niet uitgesloten.
– Veroorzaakt brandwonden.
– Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten.
– Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Bij aanraking met de ogen of de huid onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.
Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).
Volg de gebruiksvoorschriften om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
Op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van Formaline met de werkzame stof Formaldehyde voor de ontsmetting van bloembollenplantgoed. Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie wordt bedreigd, terwijl dit gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden.
Bij besluit van 21 juni 2007 is bekendgemaakt dat formaldehyde, de werkzame stof van formaline, niet werd opgenomen in bijlage I van de Europese richtlijn voor gewasbescherming (richtlijn 91/414/EEG). Dat betekent dat de toelating voor dit middel is ingetrokken en niet meer verleend kan worden.
Indien het middel zou zijn toegelaten dan zou het in dompelbaden worden gebruikt om de verspreiding van ziekteverwekkers te voorkomen. Formaline in dompelbaden voor bloembollen voorkomt de verspreiding van bacteriën, schimmelsporen en aaltjes van zieke bollen naar gezonde bollen. Voor de bestrijding van schimmels zijn inmiddels alternatieve bestrijdingsmethoden beschikbaar. Hoewel deze toepassingen minder efficiënt en effectief zijn dan formaline, zijn deze alternatieven wel inpasbaar in de gemiddelde bedrijfsstructuur en zijn daarom een redelijk alternatief. Bij de teelt van bloembollen ontbreekt echter nog een effectief middel om bacteriën te bestrijden, hetgeen kan leiden tot aanzienlijke schade door het wegrotten van bloembollen tijdens de bewaring en door uitval op het veld. Dit vormt een bedreiging voor het voortbestaan van deze teelten in Nederland. Er zijn daarom al eerder tijdelijke vrijstellingen verleend voor het gebruik van dit middel.
Formaldehyde – de werkzame stof van Formaline – wordt in Europa geclassificeerd als een stof waarvan carcinogene effecten niet zijn uitgesloten. Het middel is bewezen carcinogeen voor proefdieren en verdacht carcinogeen voor de mens (categorie 2). Het gebruik van Formaline levert dus risico’s op, zowel voor degene die het middel toepast als voor degene die vervolgens met de geprepareerde bollen moet werken of zich tijdens het gebruik van het middel in de nabije omgeving bevindt. Zowel voor blootstelling van degene die het middel toepast als voor de omstander zijn door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wettelijke grenswaarden gesteld. In een door aanvrager beschikbaar gesteld rapport van TNO is geconstateerd dat de luchtconcentraties bij activiteiten rond het dompelbad, zoals het prepareren, de monstername en het laden en lossen, een overschrijding geven van de wettelijke grenswaarde, waardoor het gebruik van een gasmasker noodzakelijk is. Ook in aangrenzende ruimten is een overschrijding, zodat ook daar beschermende maatregelen noodzakelijk zijn.
Gelet op deze risico’s zijn in de gebruiksvoorschriften strenge regels opgenomen over de bescherming van de personen die in contact met deze stof kunnen komen.
Een vrijstelling is landbouwkundig gezien noodzakelijk, omdat zonder het gebruik van dit middel een goede kwaliteit van het plantmateriaal niet valt te waarborgen. Een goede kwaliteit van het uitgangsmateriaal is bepalend voor een goede opbrengst en kwaliteit van deze producten. Het uitvoeren van een adequate bestrijding van dit soort aantastingen met formaline is daarom van groot belang. Aan het gebruik van formaline zijn echter wel risico’s verbonden. De stof is carcinogeen, al geeft een blootstelling beneden bepaalde concentraties geen verhoogd risico op kanker. Omdat bij het gebruik deze concentraties overschreden kunnen worden, kan dit middel alleen met inachtneming van de gebruiksvoorschriften worden toegepast. Zo dient er bij het toepassen van dit middel een halfgelaatsmasker of volgelaatsmasker, voorzien van een grijze filterbus met codeletter B en beschermende kledij te worden gedragen. Verder dient de behandelruimte bij gebruik van het dompelbad door middel van een dichte wand of buitenlucht te zijn gescheiden van ruimten waar tijdens het dompelen andere werkzaamheden worden verricht of het dompelen dient plaats te vinden op tijden dat niemand in de belendende gebouwen aanwezig is. Vervolgens mogen er geen bewerkingen meer met de behandelde partijen plaatsvinden. Daarnaast zal er door een voorlichtingsprogramma de bewustwording van de praktijk over de risico’s van formaline worden verbeterd en zal er een meetprogramma worden uitgevoerd om meer duidelijkheid te krijgen over de daadwerkelijke blootstelling aan deze stof.
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft op basis van deze voorschriften een risicobeoordeling voor gebruikers en omstanders uitgevoerd en ziet dan geen onoverkomelijke bezwaren om vrijstelling te verlenen. Omdat de aan het gebruik van formaline verbonden nadelen beheersbaar zijn en het middel daarom nog steeds als biocide mag worden toegepast, wegen de nadelen niet op tegen het belang van goed uitgangsmateriaal. Er is inmiddels een projectplan opgesteld voor onderzoek in lelie, narcis en hyacint naar alternatieve technieken en toepassingen van dit middel. De onderzoeksresultaten worden in 2013 verwacht, waarna bij positieve resultaten nog minimaal 2–3 jaar nodig is voor implementatie van technieken in de praktijk of voor (wijziging van de) toelating van middelen.
Mede gelet op het feit dat er nu met onderzoek naar alternatieven wordt gestart en het gebruik van dit middel op termijn wordt afgebouwd, kan er vrijstelling verleend worden.
Op 14 juni 2011 is de verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen van toepassing geworden. Met het van toepassing worden van deze verordening is het vereiste dat de dreiging waartegen een middel wordt ingezet een zekere mate van onvoorzienbaar moet hebben, komen te vervallen. Omdat de wetswijziging (Stb. 2011, nr. 235) die nodig is voor de implementatie van deze verordening nog niet in werking is getreden, stelt de wet deze voorwaarde nog. De voorwaarde is echter – gelet op de directe werking van de verordening – buiten toepassing gelaten.
Omdat dit besluit spoedregelgeving ter bescherming van de plantaardige productie betreft wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.
Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-18596.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.