Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 september 2011, nr. DDS 5705907, houdende regels op grond waarvan adoptiefouders een tegemoetkoming kan worden verleend in de gemaakte kosten met betrekking tot interlandelijke adoptie (Regeling tegemoetkoming adoptiekosten)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 9a, tweede lid, van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de Wet:

de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;

b. het Agentschap:

het Agentschap SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2. Regels omtrent de aanvraag van de tegemoetkoming

Op grond van hoofdstuk 3A van de Wet kan adoptiefouders een tegemoetkoming worden verleend in de gemaakte kosten met betrekking tot interlandelijke adoptie. Ten aanzien van de aanvraag van de tegemoetkoming gelden de volgende regels:

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt ingediend bij het Agentschap.

  • 2. De aanvraag kan worden ingediend vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling.

  • 3. De aanvraag wordt schriftelijk of digitaal ingediend met gebruikmaking van een ondertekend formulier zoals dat verkrijgbaar is bij het Agentschap.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 6 juli 2011 tot wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie in verband met het invoeren van een regeling op grond waarvan adoptiefouders een tegemoetkoming kan worden verleend in de gemaakte kosten met betrekking tot interlandelijke adoptie (Stb. 2011, 370) in werking treedt.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tegemoetkoming adoptiekosten.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

Met de Wet van 6 juli 2011 tot wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie in verband met het invoeren van een regeling op grond waarvan adoptiefouders een tegemoetkoming kan worden verleend in de gemaakte kosten met betrekking tot interlandelijke adoptie (Stb. 2011, 370), verder: de Wijzigingswet, wordt aan de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) een hoofdstuk 3A toegevoegd op grond waarvan adoptiefouders op hun verzoek onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming kunnen ontvangen in de kosten van interlandelijke adoptie. In dit toegevoegde hoofdstuk is in artikel 9a, tweede lid, bepaald dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld omtrent de aanvraag van de tegemoetkoming. Met deze regeling wordt invulling gegeven aan voornoemde bepaling.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Uit de Memorie van Toelichting bij de Wijzigingswet (Tweede Kamer 2009–2010, 32 446, nr. 3) blijkt dat het Agentschap SZW wordt belast met de uitvoering van deze regeling. In overeenstemming daarmee bepaalt het eerste lid van dit artikel dat de aanvraag voor een tegemoetkoming wordt ingediend bij het Agentschap.

In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat de aanvraag kan worden ingediend vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling. Volledigheidshalve wordt hier nog benadrukt dat, op grond van artikel 9c van het aan de Wobka toegevoegde hoofdstuk, het uitsluitend kan gaan om aanvragen ten aanzien van adopties die zijn totstandgekomen tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2013. Er is sprake van een totstandgekomen adoptie als de rechterlijke beschikking waarmee de adoptie tot stand is gekomen kracht van gewijsde heeft gekregen.

In het derde lid van dit artikel is bepaald dat het verzoek om toekenning van een tegemoetkoming met behulp van een formulier en naar keuze schriftelijk of digitaal bij het Agentschap moet worden ingediend. Dit formulier zal via de website van het Agentschap, www.agentschapszw.nl/subsidies, (digitaal) verkrijgbaar zijn en zal eventueel op telefonisch of schriftelijk verzoek aan de adoptiefouders worden toegezonden. Het formulier dient volledig ingevuld en ondertekend aan het Agentschap te worden geretourneerd. Zodra het Agentschap aansluiting heeft op DiGiD, kan het verzoek ook digitaal worden ingediend. Dit betekent dat het digitaal indienen van de aanvraag uitsluitend mogelijk is als adoptiefouders beschikken over een DiGiD. Het agentschap toetst aan de hand van deze in artikel 2 bepaalde regels of de aanvraag in behandeling wordt genomen.

Volledigheidshalve wordt hier opgemerkt dat met betrekking tot het al dan niet inwilligen van de aanvraag door het Agentschap vervolgens wordt getoetst aan het bepaalde in artikel 9a, eerste lid, van de Wet, en dat aan adoptiefouders slechts eenmalig een tegemoetkoming in de kosten van de adoptie wordt verleend voor hetzelfde kind.

Artikel 3

In dit artikel is bepaald dat deze regeling in werking treedt op het tijdstip waarop de Wet van 6 juli 2011 tot wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie in verband met het invoeren van een regeling op grond waarvan adoptiefouders een tegemoetkoming kan worden verleend in de gemaakte kosten met betrekking tot interlandelijke adoptie (Stb. 2011, 370) in werking treedt.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

Naar boven