Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 30 augustus 2011, nr. MEVA/ABA-3076663, houdende wijziging van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg in verband met de jaarlijkse aanpassing van de normbedragen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, vierde lid, van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg wordt als volgt gewijzigd:

  • a. het bedrag ‘€ 2.182,–’ wordt vervangen door: € 1.637,–;

  • b. het bedrag ‘€ 1.293,–’ wordt vervangen door: € 1.056,–;

  • c. het bedrag ‘€ 3.459,–’ wordt vervangen door: € 2.858,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

In 2008 is in het kader van het actieplan ‘Werken aan de zorg’ de Subsidieregeling stageplaatsen zorg tot stand gekomen. Daarmee worden zorginstellingen gestimuleerd om beroepspraktijkvormingsplaatsen voor het initiële zorg- en welzijnsonderwijs te realiseren. Deze regeling loopt ten einde met dit studiejaar 2010–2011 en wordt opgevolgd door de subsidieregeling stageplaatsen zorg 2011/2012 die al gepubliceerd is in de Staatscourant1. De subsidie per zorginstelling wordt berekend op basis van een P*Q-benadering: een normbedrag vermenigvuldigd met het aantal daadwerkelijk gerealiseerde stageplaatsen. Daarbij worden voor het studiejaar 2010–2011 drie categorieën opleidingen onderscheiden, aangeduid met de letters A, B en C. Elke categorie heeft een eigen normbedrag. Dat normbedrag wordt jaarlijks na afloop van het studiejaar bepaald door het beschikbare budget per categorie opleiding te delen door het landelijk totaal van het aantal gerealiseerde stageplaatsen.

Het totale budget voor het stagefonds in het studiejaar 2010–2011 bedraagt € 81,4 miljoen (inclusief het budget voor justitiële jeugdzorg, zie hieronder). Het budget wordt als volgt verdeeld over de drie categorieën zorgopleidingen, die in de bijlagen worden aangeduid met de letters A, B en C:

  • Voor opleidingen waarbij gebruik wordt gemaakt van de beroepsopleidende leerweg (de bol-opleidingen) in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en voor de voltijd- en deeltijdopleidingen in het hoger beroepsonderwijs (hbo), aangeduid met een ‘A’ in bijlage 1 t/m 4, is € 32,6 miljoen beschikbaar. Gegeven het aantal van 19.885 gerealiseerde stageplaatsen betekent dat een normbedrag van € 1.637,– per voltijds stageplaats.

  • Nog eens € 27,1 miljoen wordt verdeeld over alle andere opleidingen, aangeduid met een ‘B’ of ‘C’ in bijlage 1 t/m 4. Gegeven het aantal van 37.730 gerealiseerde stageplaatsen is dat € 1.056,– per voltijds stageplaats. Voor de ‘B’-opleidingen is dat het definitieve normbedrag; voor de ‘C’-opleiding is er nog een aanvullend budget.

  • Evenals in voorgaande jaren is voor opleidingen waarbij gebruik wordt gemaakt van de beroepsbegeleidende leerweg (de bbl-opleidingen) op niveau 3 (de met een ‘C’ aangeduide opleidingen in bijlage 1 t/m 4) extra budget beschikbaar om de doorstroom naar niveau 3 te stimuleren, aangezien op dat niveau de arbeidsmarktknelpunten het meest pregnant worden. Voor het studiejaar 2010-2011 is daarvoor € 21,7 miljoen beschikbaar. Bij een aantal van 12.044 gerealiseerde stageplaatsen is dat € 1.802,– per voltijds stageplaats. Voor de ‘C’-opleidingen komt daarmee het normbedrag uit op € 2.858,– per voltijds stageplaats.

Overigens voert het kabinet ook op het terrein van de justitiële jeugdzorg een actief arbeidsmarktbeleid. In het kader van het plan van aanpak Arbeidsmarkt Jeugdzorg zullen de Raad voor de Kinderbescherming, de bureaus Halt en de justitiële jeugdinrichtingen voor het studiejaar 2010–2011 voor het laatst een bijdrage ontvangen voor het realiseren van stageplaatsen. Deze bijdrage wordt ook betaald uit de eerder genoemde € 81,4 miljoen voor het stagefonds, echter niet via deze regeling.

Aangezien de onderhavige wijzigingen gevolgen hebben voor de vooraf in te vullen en te verspreiden aanvraagformulieren, die vóór 15 oktober 2011 geretourneerd moeten worden, ligt in afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM) onmiddellijke inwerkingtreding in de rede (artikel II).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven