Besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank van 13 juli 2011, houdende de bekendmaking van de Beleidsregels 2011 (Besluit Beleidsregels SVB 2011)

De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 8a van de Remigratiewet, artikel 2 van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen, de artikelen 6 tot en met 9 van de Regeling onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen, artikel 13 van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers en artikel 9 van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom, alsmede gelet op het Boetebesluit socialezekerheidswetten en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 34 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen genoemde wetten, de Remigratiewet, de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen, de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen, de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers en de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom, past de Sociale verzekeringsbank het beleid toe dat is neergelegd in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Het Besluit Beleidsregels 2010 (Stcrt. 2010, nr. 9053) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Beleidsregels SVB 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage wordt ter inzage gelegd bij de vestigingskantoren en het hoofdkantoor van de Sociale verzekeringsbank.

Amstelveen, 13 juli 2011

De voorzitter van de Raad van bestuur,

E.F. Stoové.

TOELICHTING

De Sociale verzekeringsbank (SVB) publiceert sinds 1997 jaarlijks het beleid dat zij hanteert bij de uitvoering van de aan haar opgedragen wetten en regelingen. Publicatie vindt plaats door bekendmaking van een besluit als het voorgaande, inhoudende dat de Raad van bestuur van de SVB opnieuw de beleidsregels voor het betreffende jaar heeft vastgesteld. De bijlage waarnaar in het besluit wordt verwezen, betreft de gebundelde verzameling SVB Beleidsregels 2011 die voor een ieder ter inzage ligt bij de vestigingskantoren en het hoofdkantoor van de SVB. De inhoud van de publicatie kan tevens worden ingezien via het internet op www.svb.nl.

Ook in het jaar 2011 zijn de beleidsregels geactualiseerd.

Deel I (AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS) bevat de volgende wijzigingen:

  • Aan SB1016 (Onderwijs en vrijstellingen in de zin van de Leerplichtwet 1969) is toegevoegd welke uitleg de SVB geeft aan artikel 7a AKW. Verder is verduidelijkt dat het beleid over ‘onderbreking van de studie’ alleen van toepassing is als het kind zowel voor als na de onderbreking een opleiding volgt die recht geeft op kinderbijslag.

  • Aan SB1018 (Arbeidsongeschiktheid) is toegevoegd welk maatmaninkomen de SVB hanteert bij het onderzoeken van arbeidsongeschiktheid in de zin van de Anw.

  • In SB1037 (Tijdelijk in Nederland studerenden) is verduidelijkt op welke wijze de SVB beoordeelt of sprake is van een studie in de zin van artikel 20 KB 746.

  • Het arrest van de Hoge Raad van 8 april 2011 (LJN: BP4794) is verwerkt in SB1040 (Voortzetting van het recht op kinderbijslag). Op grond van dit arrest voldoet een gerechtigde aan de voorwaarde dat hij in het vierde kwartaal van 1999 recht had op kinderbijslag als hij in dit kwartaal voldeed aan de materiële voorwaarden die golden voor het recht op kinderbijslag. Het recht op kinderbijslag hoeft niet aangevraagd en toegekend te zijn.

  • SB1041 (Ontheffing van de verplichte verzekering)is aangepast, omdat de SVB gemoedsbezwaarden met ingang van 1 januari 2011 niet langer ontheffing kan verlenen van de premieplicht voor een of enkele werknemersverzekeringen.

  • Aan SB1043 (Aanvraag) is toegevoegd dat de termijn waarbinnen een persoon bevoegd is om zich in te kopen voor de vrijwillige verzekering aanvangt als deze persoon verplicht verzekerd wordt op grond van artikel 6 of artikel 6a AOW. Uit SB1043 is verwijderd dat een aanvraag tevens geldt voor tot het huishouden behorende gezinsleden. In plaats daarvan is opgenomen dat de SVB de aanvraag van gezinsleden bevordert. De laatste aanpassing in SB1043 is dat de SVB er niet langer vanuit gaat dat een verzoek om informatie over de vrijwillige verzekering de aanvraagtermijn kan stuiten. Bij de aanvraag tot deelname aan de vrijwillige verzekering hanteert de SVB het beleid dat is beschreven in Deel III, Indiening en gegevensverstrekking, SB3195 en Deel III, Aanvulling van de aanvraag, SB3196.

  • Aan SB1044 (Overschrijding van de aanvraagtermijn) is toegevoegd dat de SVB een te late aanvraag om toelating tot de vrijwillige verzekering verschoonbaar acht als sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • In het nieuwe onderdeel SB1257(De maximale termijn voor deelname aan de vrijwillig voortgezette verzekering) staat het beleid dat de SVB toepast ten aanzien van personen voor wie een uitzondering geldt op de maximale deelnametermijn van tien jaar.

  • Het nieuwe onderdeel SB1258 (Einde van de vrijwillige verzekering) heeft betrekking op het restitueren van premie na beëindiging van de vrijwillige verzekering.

  • SB1049 (Inkomenstoets, herleiding naar maandinkomen) is gewijzigd als gevolg van het vervallen van het begrip ‘inkomen in verband met arbeid’ en de introductie van het begrip ‘overig inkomen’. Verder is SB1049 aangepast in verband met de inwerkingtreding van het Inkomensbesluit volksverzekeringen en sociale voorzieningen.

  • In gevallen waarin het overgangsrecht van artikel 64a AOW of artikel 74 Anw van toepassing is hanteert de SVB de beleidsregel ‘Inkomenstoets, herleiding naar maandinkomen’ zoals die is vastgesteld met het Besluit Beleidsregels SVB 2010 (Stcrt. 2010, nr. 9053). Dit met dien verstande dat de SVB een Nederlandse uitkering waarop recht bestaat maar die niet wordt aangevraagd of in ontvangst genomen niet aanmerkt als inkomen in de zin van de AOW en de Anw.

  • In SB1050 (Schuldige nalatigheid) is de uitspraak van de CRvB van 27 augustus 2009 (LJN: BJ7419) verwerkt. Op grond van deze uitspraak zijn de artikelen 61 en 62 Wfsv ook van toepassing op de beoordeling van schuldige nalatigheid over tijdvakken gelegen voor 1 januari 2006.

  • In SB1057 (Voldoen aan de onderhoudsvoorwaarden) is het beleid vervallen dat betrekking had op het voldoen van de onderhoudsbijdrage tijdens een verblijf van de verzekerde bij zijn kind in het buitenland. Gelijktijdig is het beleid over de fictieve onderhoudsbijdrage aangescherpt. Als de verzekerde bij een kind verblijft dat niet tot zijn huishouden behoort past de SVB de fictieve onderhoudsbijdrage naar analogie toe als de verzekerde voldoet aan de onderhoudsvoorwaarde in de drie kwartalen die aan het verblijf bij zijn kind vooraf gaan.

  • In SB1259 (Buitenlandse belastingplichtige) staat op welke wijze de SVB beoordeelt of 90% van het wereldinkomen van een buitenlandse belastingplichtige is onderworpen aan de Nederlandse belastingwetgeving. Dit is van belang voor de uitvoering van de MKOB.

  • SB1061 (Blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt) is vervallen, omdat met ingang van 1 april 2010 alleen recht kan bestaan op een tegemoetkoming op grond van de TOG als uit een geldig indicatiebesluit blijkt dat een kind is aangewezen op tenminste tien uur zorg per week. Als de SVB moet beoordelen of recht op een tegemoetkoming bestaat over een periode gelegen voor 1 april 2010 hanteert zij het beleid ‘blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt’ zoals dit laatstelijk is vastgesteld met het Besluit Beleidsregels SVB 2010 (Stcrt. 2010, nr. 9053).

  • SB1120 (Overgangsrecht) vervalt, omdat het niet langer actueel is.

  • SB1069 (Ingangsdatum uitkering) is niet langer van toepassing op de TOG, omdat artikel 6 TOG met ingang van 1 januari 2011 is gewijzigd. Aan SB1069 is toegevoegd dat de SVB dit beleid niet van toepassing acht als de betrokkene de SVB verzoekt om de betaling van de uitkering te hervatten, nadat hij eerder heeft verzocht om de betaling stop te zetten. In die situatie past de SVB het beleid toe dat staat in Deel I, Invordering van de uitkering, SB1089.

  • In SB1260 (Ingangsdatum tegemoetkoming op grond van de TOG) staat op welke wijze de SVB toepassing geeft aan artikel 6 TOG, zoals dat artikel luidt op 1 juni 2011.

  • In SB1261 (Beëindiging tegemoetkoming op grond van de MKOB)is opgenomen dat de SVB zich niet bevoegd acht om de tegemoetkoming op een ander moment te beëindigen dan het moment dat artikel 6 MKOB benoemt.

  • SB1084 (Overmakingskosten) is geactualiseerd.

  • Toegevoegd is dat SB1085 (Betaling aan een derde) van toepassing is op de uitvoering van artikel 5, zevende lid MKOB.

  • In SB1089 (Invordering van de uitkering) is opgenomen dat dit beleid van toepassing is als de SVB de betaling van de uitkering hervat, nadat de betaling eerder is gestaakt op verzoek van de belanghebbende.

  • De wijziging in SB1092 (Overlijdensuitkering) heeft betrekking op de wijze waarop de SVB beoordeelt wie na het overlijden van de gerechtigde in aanmerking komt voor uitbetaling van nog verschuldigde voorzieningen op grond van de REM. Ten aanzien van personen met wie de overledene in gezinsverband leefde stelt de SVB niet langer de voorwaarde dat de overledene grotendeels in de kosten van hun bestaan voorzag.

  • Aan SB1093 (Schorsing wegens twijfels aan de rechtmatigheid van de betaling) zijn voorbeelden toegevoegd van situaties waarin de SVB de tegemoetkoming op grond van de MKOB schorst.

  • In SB1097 (Mededelingsverplichting)zijn de wijzigingen die DUO aan de SVB meldt verwijderd, omdat de opsomming niet langer actueel was.

  • SB1245 (Mededelingsverplichting AOW) is aangepast, omdat de pensioengerechtigde die een toeslag ontvangt niet langer verplicht is om te melden wat de hoogte is van een uitkering waarop zijn partner recht heeft en die niet is aangevraagd of in ontvangst genomen.

  • SB1246 (Mededelingsverplichting Anw) is aangepast, omdat de nabestaande niet langer verplicht is om mee te delen wat de hoogte is van een uitkering waarop hij recht heeft maar die hij niet heeft aangevraagd of in ontvangst genomen.

  • Aan SB1247 (Mededelingsverplichting AKW)is toegevoegd dat de mededelingsverplichting betrekking heeft op het stoppen met werken in Nederland, van degene die buiten Nederland woont.

  • In SB1262 (Mededelingsverplichting MKOB) is opgenomen op welke verplichtingen de in artikel 11 MKOB bedoelde mededelingsverplichting in ieder geval betrekking heeft.

  • Aan SB1242 (Geen schending van de mededelingsverplichting)is toegevoegd dat de SVB de mededelingsverplichting niet geschonden acht als een wijziging van omstandigheden zich voordoet in een periode waarin de uitkering op verzoek van de betrokkene niet wordt betaald.

  • In SB1098 (Controlevoorschriften)is opgenomen dat de SVB de controlevoorschriften niet toepast als de betaling van de uitkering op verzoek van de belanghebbende is gestaakt. Als de betaling later wordt hervat en de belanghebbende stelt dat een gezamenlijke huishouding is ontstaan of verbroken stelt de SVB zwaardere eisen aan het door de belanghebbende te leveren bewijs.

  • Toegevoegd is dat SB1101 (Niet spontaan melden van relevante feiten en omstandigheden) van toepassing is op de MKOB.

  • In SB1103 (Het opleggen van een bestuurlijke boete en het geven van een schriftelijke waarschuwing) is invulling gegeven aan de bevoegdheid om een boete op te leggen op grond van artikel 12 MKOB. Bij een schending van de mededelingsverplichting MKOB maakt de SVB gebruik van de bevoegdheid om een boete op te leggen, tenzij sprake is van een dringende reden.

  • SB1107 (Ernst van de overtreding) is van toepassing op de MKOB. De uitvoering van dit beleid kan er echter niet toe leiden dat een boete wordt opgelegd die hoger is dan het benadelingsbedrag.

  • Aan SB1244 (Het bepalen van de mate van verwijtbaarheid) is toegevoegd dat de SVB op grond van artikel 12, derde lid MKOB afziet van het opleggen van een boete als de betrokkene onjuiste of onvolledige informatie verstrekt of een wijziging van omstandigheden niet onverwijld meldt, maar uit eigen beweging alsnog de juiste informatie verstrekt voordat de SVB de overtreding constateert.

  • Toegevoegd is dat SB1114 (Terugvordering van uitkeringen) van toepassing is op de MKOB. Bij de afweging of sprake is van een dringende reden om af te zien van terugvordering van een tegemoetkoming op grond van de MKOB laat de SVB de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot herziening of intrekking van de tegemoetkoming buiten beschouwing.

  • Toegevoegd is dat SB1249 (Civielrechtelijke terugvordering) van toepassing is op de MKOB.

  • Toegevoegd is dat SB1115 (Terug- en invorderingstermijnen) van toepassing is op de MKOB.

  • In SB1251 (Termijnen van verrekening en uitstel van betaling) is het beleid dat betrekking heeft op de invordering van bedragen tot en met € 300,– aangepast. De SVB hanteert niet langer het uitgangspunt dat een belanghebbende een vordering tot en met € 300,– ineens dient te betalen als deze vordering niet kan worden verrekend.

  • Toegevoegd is dat SB1253 (Schuldregeling en schuldsanering) van toepassing is op de MKOB.

In Deel I zijn de beleidsregels die betrekking hebben op de beoordeling van het ingezetenschap nog niet geactualiseerd. De SVB heeft kennis genomen van de arresten van de HR van 21 januari 2011 (LJN: BP1466) en van 4 maart 2011 (LJN: BP6285) maar het nieuwe beleid is nog in ontwikkeling. De onderdelen SB1022 (Ingezetene/wonen), SB1023 (Juridische binding), SB1024 (Economische binding), SB1025 (Sociale binding) en SB1241 (Binding met een ander land) worden daarom later aangepast.

Deel II (Internationaal) bevat de volgende wijzigingen:

  • Aan SB2177 (Detachering) is toegevoegd welke uitleg de SVB geeft aan verdragsbepalingen op grond waarvan gezinsleden onderworpen zijn aan dezelfde wetgeving als de gedetacheerde werknemer of zelfstandige.

  • In SB2184 (Verdrag met Nieuw-Zeeland)is het beleid gewijzigd over de wisselkoers die de SVB hanteert bij de jaarlijkse herberekening van de aftopping.

Deel II (Internationaal) is nog niet aangepast aan de inwerkingtreding van de EG-Verordeningen 883/2004 en 987/2009. Het beleid dat betrekking heeft op deze verordeningen is nog in ontwikkeling en zal daarom later worden gepubliceerd.

In Deel III (Awb) zijn de volgende onderdelen aangepast:

  • Aan SB3195 (Indiening en gegevensverstrekking) is toegevoegd dat de SVB een ondubbelzinnig verzoek om toekenning van een uitkering waarbij geen gebruik is gemaakt van een door de SVB vastgesteld aanvraagformulier, aanmerkt als een onvolledige aanvraag in de zin van artikel 4:5 Awb.

  • In SB3196 (Aanvulling van de aanvraag) geeft de SVB een gewijzigde invulling van de bevoegdheid om een onvolledige aanvraag met toepassing van artikel 4:5 Awb buiten behandeling te stellen.

  • SB3198 (Zorgvuldige voorbereiding) is aangepast, omdat de SVB door de wijziging van de TOG met ingang van 1 april 2010 niet langer medisch advies inwint bij het beoordelen van een aanvraag om een tegemoetkoming.

  • SB3209 (Samenstelling van de hoorcommissie) is aangepast, omdat als gevolg van de wijzing van de TOG met ingang van 1 april 2010 niet langer een arts aanwezig is bij hoorzittingen over het recht op een tegemoetkoming.

  • Aan SB3214 (Heroverweging) is toegevoegd in welke gevallen de SVB nieuw onderzoek laat verrichten door een bezwaarverzekeringsarts en/of een bezwaararbeidsdeskundige en in welke gevallen zij uitgaat van de primaire rapportages van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige.

  • In SB3221 (Vergoeding van schade wegens overschrijding van de redelijke termijn) is verduidelijkt dat dit beleid alleen van toepassing is op overschrijdingen van de redelijke termijn in niet-punitieve zaken.

  • Aan SB3231 (Elektronisch bestuurlijk verkeer) is toegevoegd hoe de SVB handelt als een belanghebbende aangeeft dat hij langs elektronische weg wil communiceren. De tweede aanpassing in SB3231 betreft de handelswijze van de SVB indien zij elektronisch een aanvraag ontvangt waarvoor de elektronische weg nog niet open staat.

Deel IV (Overige onderwerpen) is als volgt gewijzigd:

  • Aan SB4234 (Gedragsregels huisbezoek en bezichtigen woning) is toegevoegd dat de SVB in geval van een verhoogd generiek frauderisico een huisbezoek kan verrichten zonder voorafgaande aankondiging.

  • Aan SB4235 (Archivering) is toegevoegd dat de SVB voor de vernietiging van archiefbescheiden selectielijsten opstelt.

Naar boven