Toestemming overdracht opsporingsvergunning Noordoostpolder

22 juni 2011

Nr. ETM/eM 11056208

Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten

Directie Energiemarkt

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Cuadrilla Resources Ltd. (hierna: Cuadrilla) is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 14 juni 2010 met kenmerk ET/EM/9187790 (Staatscourant 2010, nr. 9431) verleende opsporingsvergunning Noordoostpolder;

  • bij brief van 4 april 2011, ontvangen op 11 april 2011, heeft de vergunninghouder gevraagd om toestemming voor overdracht, op grond van artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet, van de opsporingsvergunning Noordoostpolder aan Hardenberg Resources B.V. (hierna: Hardenberg). Op 18 april 2011 heeft Cuadrilla de aanvraag aangevuld.

  • Staatstoezicht op de mijnen heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op 14 juni 2011 advies uitgebracht.

Overwegingen:

  • de aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder vraagt om toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning Noordoostpolder, zodanig dat Hardenberg enig vergunninghouder van de opsporingsvergunning Noordoostpolder wordt;

  •  Hardenberg heeft aangetoond over voldoende expertise te kunnen beschikken om uitvoerder in de zin van artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet, te zijn;

  • de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder geven geen aanleiding tot het weigeren van de toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning aan de beoogde vergunninghouder. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwwet;

  • de manier waarop de beoogde vergunninghouder voornemens is de activiteiten te verrichten geeft geen aanleiding de toestemming tot overdacht te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder b, van de Mijnbouwwet;

  • de beoogde vergunninghouder heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Mijnbouwwet blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder c, van de Mijnbouwwet;

Gelet op artikel 20, eerste en derde lid en artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning Noordoostpolder, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 14 juni 2010 met kenmerk ET/EM/9187790 wordt toestemming verleend tot overdacht van de opsporingsvergunning, zodat Hardenberg Resources B.V. houder wordt van de opsporingsvergunning Noordoostpolder.

Artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan Energie Beheer Nederland B.V., afdeling Legal, Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij dit besluit binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/050), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven