Opsporingsvergunning koolwaterstoffen Noordoostpolder

14 juni 2010

Nr. ET/EM / 9187790

Procesverloop:

  • Cuadrilla Resources Ltd (hierna genoemd Cuadrilla) heeft bij brief van 1 oktober 2008, een aanvraag ingediend om een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet, voor het gebied genaamd Noordoostpolder, gelegen in de provincies Flevoland, Friesland en Overijssel. Het aangevraagde gebied heeft een oppervlakte van 818,6 km2. De aangevraagde duur van de vergunning is 5 jaar;

  • De opsporingsvergunningaanvraag Noordoostpolder is, ingevolge artikel 15, van de Mijnbouwwet, geplaatst in het Publicatieblad van de Europese Unie van 18 maart 2009 (2009/C63/10) en in de Staatscourant van 7 april 2009 (Stcrt. 2009, nr. 67);

  • Bij brief van 12 juni 2009 heeft Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. (hierna genoemd Vermilion), binnen de periode van 13 weken na plaatsing van een uitnodiging voor het indienen van concurrerende aanvragen voor het gebied genaamd Noordoostpolder, twee concurrerende aanvragen ingediend voor de deelgebieden genaamd Follega met een oppervlakte van 2,78 km2voor een duur van 5 jaar en Gorredijk-Zuid (thans genaamd Lemsterland) met een oppervlakte van 111 km2 voor een duur van 6 jaar;

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (hierna genoemd TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 7 september 2009 en op 25 november 2009 advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 10 juni 2009 advies uitgebracht;

  • De Colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies Flevoland, Friesland en Overijssel (hierna genoemd GS) zijn op grond van artikel 16 van de Mijnbouwwet om advies gevraagd. Van deze gelegenheid hebben de provincies Flevoland en Overijssel geen gebruik gemaakt. GS van de provincie Friesland heeft per brief van 21 april 2010 advies uitgebracht;

  • De Mijnraad heeft op 16 november 2009 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/9184399) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, 12, 15, 16, 17, 82 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Cuadrilla Resources Ltd. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied in de provincies Flevoland, Friesland en Overijssel, dat wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de tussen de puntenparen 1-2, 2-3, 3-4, 4-5, 5-6, 6-7, 7-8, 8-9, 9-10, 10-11, 11-12, 12-13, 13-14, 14-15, 15-16, 16-17, 17-18, 18-19, 19-20 en 20-1. De coördinaten van deze punten zijn:

Punt

X

Y

1

169310,000

540380,000

2

172746,500

545447,700

3

191011,060

542944,630

4

191014,600

536077,600

5

194993,700

536115,500

6

195000,900

535125,600

7

197154,310

535082,000

8

196904,990

521474,810

9

204982,970

512000,000

10

185485,000

512000,000

11

185485,000

513404,000

12

173675,000

513404,000

13

168787,740

519217,280

14

168859,850

530854,870

15

173400,000

538260,000

16

177000,000

538700,000

17

176816,910

539788,000

18

173200,000

539600,000

19

172400,000

541400,000

20

170500,000

540400,000

Waarbij het lijnstuk 2-3 samenvalt met de grens van de winningsvergunning ‘Gorredijk’, het lijnstuk 3-4-5-6-7 samenvalt met de grens van de winningsvergunning ‘Steenwijk’ en het lijnstuk 7-8-9 samenvalt met de grens van de winningsvergunning ‘Schoonebeek’.

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoekmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is beperkt tot gesteende met een ouderdom hoger dan die van het Perm.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 818,6 km2

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 1 oktober 2008 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boring zal worden verricht;

  • uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning wordt een boring geplaatst.

Artikel 5

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding, gedurende een tijdvak van 5 jaren.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven