Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 3 februari 2010, nr. 180021, houdende wijziging van de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 114, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1 van de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • l. ten hoogste vier daartoe door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren van die gemeente, voor zover het betreft het toezicht op de naleving van de artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, met uitzondering van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 115, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor een periode tot 15 februari 2012.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 februari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van artikel 1 van de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: de regeling). Maximaal vier buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) van de gemeente Capelle aan den IJssel worden aangewezen als toezichthouder op de naleving van artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Het betreft hier een pilot voor de periode van één jaar.

De gemeente Capelle aan den IJssel wil haar betrokkenheid en actieve bijdrage leveren aan de bestrijding van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing. Op verzoek van een wethouder van de gemeente Capelle aan den IJssel heeft de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in januari 2010 besloten een pilot te starten voor de periode van één jaar, waarbij maximaal vier boa’s van de gemeente aangewezen worden als toezichthouder op de naleving van de artikelen 36 en 37 GWWD.

Het aanwijzen van de toezichthouders voor de artikelen 36 en 37 GWWD kan bijdragen aan het sneller reageren van de gemeente Capelle aan den IJssel op meldingen en klachten met betrekking tot dierenmishandeling en dierenverwaarlozing. Boa’s kunnen in veel gevallen bij meldingen van misstanden geen onderzoek verrichten. Strafrechtelijk onderzoek is namelijk alleen mogelijk indien er sprake is van voldoende feiten en omstandigheden die duiden op een strafbaar feit.

Gedurende de pilot zal de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) niet afgaan op de meldingen van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing die binnen de gemeente Capelle aan den IJssel binnenkomen. De meldingen worden in beginsel zelfstandig afgedaan door de gemeente. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de LID als ondersteuning dienen voor de boa’s, bijvoorbeeld indien de menskracht van de gemeenteambtenaren onvoldoende blijkt of een assisterende of ondersteunende specialistische inbreng van de LID noodzakelijk is.

Om de werkafspraken vast te leggen is er een convenant opgesteld tussen het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), de LID en de gemeente Capelle aan den IJssel. Bij de afhandeling van de meldingen zullen de boa’s van de gemeente Capelle handelen overeenkomstig het convenant.

Preventief toezicht door de gemeenteambtenaren wordt niet eerder uitgeoefend dan na overleg met het EL&I.

De pilot heeft uitsluitend betrekking op het tegengaan van verwaarlozing of mishandeling van gezelschapsdieren dan wel hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren. Of er sprake is van hobbymatig gehouden landbouwhuisdier, wordt bepaald conform de afbakening die vastgelegd is in artikel 3 van het convenant tussen de LID, Algemene Inspectiedienst (AID) en het toenmalige Ministerie van LNV op 12 mei 2006. De pilot wordt gedurende de looptijd gemonitord en aan het eind van de looptijd geëvalueerd door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Elke partij kan het convenant per direct schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit convenant billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

Afwijking vaste verandermomenten

In het politiek-bestuurlijke overleg over deze pilot is besloten om af te wijken van het EL&I-beleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving. Het beleid inzake vaste verandermomenten is neergelegd in de brief van de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243) en de brief van 11 december 2009 van de Minister van Justitie, de Staatssecretarissen van Economische Zaken, Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstukken II, 2009/10, 29 515, nr. 309).

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven