Aanwijzingsbesluit rijksbelastingzaken Rechtbank Leeuwarden

13 juli 2011

De Raad voor de rechtspraak,

Gelezen het verzoek van het bestuur van de rechtbank Leeuwarden van 1 juli 2011;

Gelet op artikel 8 van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Arnhem wordt aangewezen als nevenzittingsplaats van de rechtbank Leeuwarden voor de behandeling van de in het tweede lid genoemde zaken.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde zaken zijn beroepen als bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

    • a. waarin de rechtbank Zwolle-Lelystad volgens de gewone bevoegdheidsregels bevoegd is en die op grond van artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen worden behandeld door de rechtbank Leeuwarden en

    • b. waarop artikel 2 van het Besluit tijdelijke aanwijzing bevoegde rechtbanken niet van toepassing is.

  • 3. De aanwijzing geschiedt voor de duur van drie jaren, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2011.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit rijksbelastingzaken rechtbank Leeuwarden.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 juli 2011

De voorzitter,

F.W.H. van den Emster.

TOELICHTING

Het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen biedt de mogelijkheid om bij gebrek aan voldoende zittingscapaciteit of aan gespecialiseerde zittingscapaciteit in de hoofdplaats, een nevenvestigingsplaats of een nevenzittingsplaats binnen het arrondissement een nevenzittingsplaats buiten het eigen arrondissement aan te wijzen voor de behandeling van een zaak of categorieën van zaken met het oog op een snellere behandeling van zaken. Het bestuur van een rechtbank kan de Raad voor de rechtspraak het verzoek doen om een dergelijke aanwijzing te geven.

In artikel 2 van het Besluit tijdelijke aanwijzing bevoegde rechtbanken (Stb. 2011, 327) is bepaald dat de rechtbank Arnhem bevoegd is voor de behandeling van beroepen als bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen indien de indiener van het beroepschrift in de provincie Flevoland woont of de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft en het bestuursorgaan zijn zetel heeft in de provincie Flevoland. De rechtbank Arnhem behandelt deze rijksbelastingzaken (zoals zij al deed voordat (artikel VIII van) de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie (Stb. 2011, 255) in werking trad) in plaats van de rechtbank Leeuwarden omdat anders capaciteitsproblemen ontstaan bij de rechtbank Leeuwarden.

Gebleken is dat de capaciteitsproblemen bij de rechtbank Leeuwarden hiermee niet (helemaal) zijn opgelost. Om die problemen op te lossen is het noodzakelijk dat ook de overige rijksbelastingzaken, afkomstig van de rechtbank Zwolle-Lelystad, in Arnhem worden behandeld.

Het bestuur van de rechtbank Leeuwarden heeft de Raad voor de rechtspraak dan ook verzocht om Arnhem aan te wijzen als nevenzittingsplaats van de rechtbank Leeuwarden voor de behandeling van bedoelde zaken. De Raad voor de rechtspraak komt met dit besluit tegemoet aan het verzoek van het bestuur van de rechtbank Leeuwarden. De betrokken zaken kunnen aldus sneller worden behandeld.

In verband met de inwerkingtreding van artikel 2 van het Besluit tijdelijke aanwijzing bevoegde rechtbanken (1 juli 2011), is aan dit besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 juli 2011.

Naar boven